Aan de gemeenteraad wordt gevraagd een algemeen kader voor de werving en selectie van een directeur voor het gemeentelijk basisonderwijs vast te leggen.
Gelet op het feit dat er een vacante post is voor directeur lager onderwijs, die reeds 2 jaar tijdelijk wordt ingevuld, wenst het bestuur over te gaan tot een vaste aanstelling voor deze functie. De gemeenteraad dient een algemeen kader vast te leggen voor de werving en selectie van een directeur basisonderwijs. Voorgesteld wordt om de selectieprocedure zoveel als mogelijk te laten gelijklopen met de selectieprocedure voor het gemeentelijk personeel zoals opgenomen in de gemeentelijke rechtspositieregeling.
Artikel 1 - Stelt vast dat het ambt van directeur basisonderwijs toegankelijk wordt gesteld bij aanwerving of bij bevordering. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt bij de openstelling van het ambt:
Artikel 2 - Stelt vast dat de kandidaten die zijn opgenomen in de wervingsreserve hieruit worden geschrapt:
Artikel 3 - Stelt vast dat de kandidaten moeten voldoen aan de minimale voorwaarden die voor het begeven van het ambt zijn vastgesteld door de Vlaamse overheid. Aanvullend moeten zij:
Artikel 4 - Stelt vast dat het college van burgemeester en schepenen het specifieke programma van het aanwervings- en bevorderingsexamen en de quotering vastlegt. Dit programma omvat minimaal:
Artikel 5 - Stelt vast dat het college van burgemeester en schepenen de examenjury samenstelt en minstens een voorzitter en een secretaris aanduidt. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen lid zijn van een jury in een selectieprocedure voor het eigen bestuur. De jury belast met het afnemen van het schriftelijk en mondeling gedeelte van een aanwervings- en/of bevorderingsexamen bestaat uit ten minste 2 leden, waarvan ten minste 1/3 extern is aan het eigen bestuur. Afgevaardigde waarnemers kunnen de selectieproef bijwonen, zonder evenwel te zetelen in de jury en deel te nemen aan de deliberatie.
Artikel 6 - Stelt vast dat het college van burgemeester en schepenen de duurtijd bepaalt van de proefperiode. Deze duurt maximaal 24 kalendermaanden (2 volledig schooljaren). De diensten die een kandidaat ononderbroken in het ambt van directeur vervuld heeft, als tijdelijke aanstelling of waarnemend, worden in aanmerking genomen voor de proeftijd, op voorwaarde dat het personeelslid daarvoor een gunstig evaluatieresultaat heeft gekregen. Daartoe kan het personeelslid, ten vroegste op het moment waarop de proeftijd is verstreken, een evaluatie vragen. Als evaluatiecriteria gelden de taken, competenties en attitudes zoals vermeld in de functiebeschrijving.
Artikel 7 - Stelt vast dat tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, minstens veertien kalenderdagen verlopen. De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. De datum van de verzending, hetzij per post hetzij per mail, van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. Indien de kandidatuur wordt afgegeven, dan geldt de datum van afgifte. Op de uiterste datum van kandidaatstelling wordt de vacature afgesloten. Een te laat ingediende kandidatuur wordt niet aanvaard.
Artikel 8 - Bepaalt volgende wijze van bekendmaking van de vacature:
Artikel 9 - Het vacaturebericht bevat ten minste: