Op 25/09/2021 werd door FACTUM VASTGOED een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van omgevingsaanlegwerken, inclusief het aanleggen van gemeentewegen, het bouwen van twee meergezinswoningen en 12 eengezinswoningen met berging op gronden gelegen binnengebied Brugstraat, Hoogstraat en Sint-Marcusweg te 2820 Bonheiden, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 353E, 374M2, 356E, 502A, 374R2, 374P2, 374E, 355K, 356B, 374G2 en 353F.
De aanvraag situeert zich in een onbebouwd binnengebied en voorziet in een nieuwe woonontwikkeling. Deze omvat enerzijds 2 meergezinswoningen met respectievelijk 11 en 14 woongelegenheden met private terrassen en gemeenschappelijke tuinen, alsook 1 gemeenschappelijke ondergrondse parking en 2 gemeenschappelijke bovengrondse fietsenbergingen. Anderzijds wordt er voorzien in 12 eengezinswoningen in halfopen en aaneengesloten bebouwing met eigen tuin en bergplaats en 2 gemeenschappelijke bovengrondse parkings.
Ter ontsluiting van dit woonproject wordt voorzien in nieuw openbaar domein dat aansluit op de Brugstraat, de Hoogstraat en een zuidoostelijke uitloper van de Sint-Marcusweg, die allen ongewijzigd blijven. Het woonproject zelf wordt autoluw ingericht waartoe enerzijds aan de Brugstraat en de Hoogstraat in- en uitritten voor gemengd verkeer voorzien worden. Aan de zijde van de Brugstraat worden 8 publieke autostaanplaatsen en 25 fietsstaanplaatsen, alsook 10 private autostaanplaatsen voorzien. Aan de zijde van de Hoogstraat sluit hierop de inrit naar de ondergrondse parking (25 autostaanplaatsen) aan en wordt er een parking met 22 autostaanplaatsen voorzien, waarvan er 10 publiek toegankelijk zijn voor bezoekersparkeren. Anderzijds wordt het overige centrale gedeelte van dit openbaar domein volledig als een publiek toegankelijke groenzone met enkele langzaamverkeersverbindingen ingericht. De bestaande zuidoostelijk georiënteerde langzaamverkeersverbinding tussen de Sint-Marcusweg en de Hoogstraat, het zogenaamde Geitenbergpad, wordt in het nieuwe openbaar domein geïntegreerd. Daarnaast wordt er vanaf de in- en uitrit aan de Brugstraat een nieuwe noordoostelijk georiënteerde langzaamverkeersverbinding voorzien, waarop de verschillende toegangen tot de gebouwen aansluiten. Ter hoogte van de in- en uitrit aan de Hoogstraat wordt een opstelplaats voor afvalophaling voorzien alsook een hoogspanningscabine met een 63 kVA transformator. Deze bevindt zich echter op privaat domein, waarbij de zone waarbinnen deze wordt opgericht, in erfpacht wordt gegeven aan FLUVIUS.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om volgens artikel 31 van het decreet van 25/04/2014 betreffende de omgevingsvergunning (OVD) te beslissen over de zaak van de wegen. Hierbij spreekt de gemeenteraad zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegen, en over de eventuele opname in het openbaar domein, waarbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 03/05/2019 houdende de gemeentewegen (DGW). De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Op 25/09/2021 werd door FACTUM VASTGOED een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van omgevingsaanlegwerken, inclusief het aanleggen van gemeentewegen, het bouwen van twee meergezinswoningen en 12 eengezinswoningen met berging op gronden gelegen binnengebied Brugstraat, Hoogstraat en Sint-Marcusweg te 2820 Bonheiden, kadastraal gekend als afdeling 2 sectie C nrs. 353E, 374M2, 356E, 502A, 374R2, 374P2, 374E, 355K, 356B, 374G2 en 353F.
De omgevingsvergunningsaanvraag draagt als kenmerk OMV_ 2021135374 en is gemeentelijk geregistreerd onder het nummer 2021/248. Het betreft een project waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is als vergunningverlenende overheid.
De aanvraag werd niet tijdig onderzocht wat betreft de ontvankelijkheid en volledigheid en is van rechtswege in procedure gegaan op 24/10/2021. Bij de aanvraag werd in toepassing van de artikels 12,§2 en 16 DGW en 31 OVD een rooilijnplan gevoegd. Bijgevolg dient de aanvraag op basis van artikel 17,§4 OVD de gewone procedure te volgen. In toepassing van artikel 32,§§ 1 en 2 is 05/04/2022 de uiterste datum waarop de bevoegde overheid een beslissing kan nemen over de aanvraag.
Op 27/10/2021 ging de adviesronde van start en het openbaar onderzoek liep van 28/10/2021 tot en met 26/11/2021.
Op 24/01/2022 werd een gewijzigde projectinhoud bezorgd en deze werd op 25/01/2022 aanvaard. In toepassing van artikel 30 OVD werd besloten een openbaar onderzoek te organiseren over de gewijzigde vergunningsaanvraag en de adviezen een tweede keer in te winnen.
Op 26/01/2022 ging de tweede adviesronde van start en het openbaar onderzoek liep van 27/01/2022 tot en met 25/02/2022.
De aanvraag situeert zich in een onbebouwd binnengebied en voorziet in een nieuwe woonontwikkeling. Deze omvat enerzijds 2 meergezinswoningen met respectievelijk 11 en 14 woongelegenheden met private terrassen en gemeenschappelijke tuinen, alsook 1 gemeenschappelijke ondergrondse parking en 2 gemeenschappelijke bovengrondse fietsenbergingen. Anderzijds wordt er voorzien in 12 eengezinswoningen in halfopen en aaneengesloten bebouwing met eigen tuin en bergplaats en 2 gemeenschappelijke bovengrondse parkings.
Ter ontsluiting van dit woonproject wordt voorzien in nieuw openbaar domein dat aansluit op de Brugstraat, de Hoogstraat en een zuidoostelijke uitloper van de Sint-Marcusweg, die allen ongewijzigd blijven. Het woonproject zelf wordt autoluw ingericht waartoe enerzijds aan de Brugstraat en de Hoogstraat in- en uitritten voor gemengd verkeer voorzien worden. Aan de zijde van de Brugstraat worden 8 publieke autostaanplaatsen en 25 fietsstaanplaatsen, alsook 10 private autostaanplaatsen voorzien. Aan de zijde van de Hoogstraat sluit hierop de inrit naar de ondergrondse parking (25 autostaanplaatsen) aan en wordt er een parking met 22 autostaanplaatsen voorzien, waarvan er 10 publiek toegankelijk zijn voor bezoekersparkeren. Anderzijds wordt het overige centrale gedeelte van dit openbaar domein volledig als een publiek toegankelijke groenzone met enkele langzaamverkeersverbindingen ingericht. De bestaande zuidoostelijk georiënteerde langzaamverkeersverbinding tussen de Sint-Marcusweg en de Hoogstraat, de zogenaamde trage weg Geitenberg, wordt in het nieuwe openbaar domein geïntegreerd. Daarnaast wordt er vanaf de in- en uitrit aan de Brugstraat een nieuwe noordoostelijk georiënteerde langzaamverkeersverbinding voorzien, waarop de verschillende toegangen tot de gebouwen aansluiten. Ter hoogte van de in- en uitrit aan de Hoogstraat wordt een opstelplaats voor afvalophaling voorzien alsook een hoogspanningscabine met een 63 kVA transformator. Deze bevindt zich echter op privaat domein, waarbij de zone waarbinnen deze wordt opgericht, in erfpacht wordt gegeven aan FLUVIUS.
De geplande infrastructuurwerken omvatten het volgende:
De eerste projectinhoudversie (PIV1) van de aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat werd opgestart op 28/10/2021 en eindigde op 26/11/2021.
Er werden 2 bezwaarschriften ingediend.
De derde projectinhoudversie (PIV3) van de aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat werd opgestart op 27/01/2022 en eindigde op 25/02/2022.
Er werden 5 bezwaarschriften ingediend.
Voormelde bezwaarschriften bevatten elementen met betrekking tot de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeentewegen (de zaak van de wegen) en deze kunnen als volgt samengevat worden:
1) Overeenstemming met artikel 4 DGW (OO1, bezwaar 1, p.2)
1) Overeenstemming met artikel 4 DGW (OO1, bezwaar 1, p.2)
Aangezien voormelde bezwaren deels zonder voorwerp, deels ongegrond en voorts voldoende weerlegd zijn in die zin dat de huidige projectinhoudversie van dit omgevingsproject hieraan tegemoet komt, kan er besloten worden de ingediende bezwaren over de zaak van de wegen te verwerpen.
Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad (artikel 8 van het gemeentewegendecreet). De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond. De gemeentelijke rooilijnplannen komen tot stand op de wijze, vermeld in afdeling 2. De procedure voor het tot stand komen van gemeentelijke rooilijnplannen is ook van toepassing op het wijzigen ervan. De opheffing van een gemeenteweg gebeurt door een besluit tot opheffing van de rooilijn, in voorkomend geval met inbegrip van het daartoe vastgestelde rooilijnplan, op de wijze, vermeld in afdeling 3. (artikel 11 van het gemeentewegendecreet).
In afwijking van artikel 11 van het gemeentewegendecreet kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het omgevingsvergunningendecreet worden opgenomen in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. (artikel 12,§2 eerste lid van het gemeentewegendecreet).
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het Decreet van 25/04/2014 betreffende de omgevingsvergunning. (artikel 12,§2 tweede lid van het gemeentewegendecreet).
De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of op een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan. (artikel 12,§2 derde lid van het gemeentewegendecreet).
Het omgevingsvergunningendecreet stelt in artikel 31,§1 tweede lid dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het Decreet van 03/05/2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het Decreet van 03/05/2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Elke beslissing dienaangaande dient erop gericht te zijn om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om die doelstelling te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op (1) de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau, en (2) de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak (artikel 3 van het gemeentewegendecreet).
Daarnaast dient bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening te worden gehouden met de volgende principes: (1) wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang, (2) een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd, (3) de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen, (4) wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief, en (5) bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Hierbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen (artikel 4 van het gemeentewegendecreet).
Met betrekking tot de in voormeld omgevingsproject voorgestelde aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van gemeentewegen (zaak van de wegen) werden volgende documenten bij het aanvraagdossier gevoegd:
De aanvraag is volgens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 3 Rijmenam-centrum, definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26/10/2016 gelegen in de bestemming ‘Projectzone Wonen – zone B’ (artikel 4), met volgende grafische aanduidingen met betrekking tot het toekomstige publiek domein (artikel 7):
waarvoor de bestemmingsvoorschriften van artikel 4 en artikel 7 gelden.
Het aangevraagde project en de voorgestelde nieuwe gemeentewegen passen in het kader van de realisatie van deze bestemmingen van de gronden in die zin dat zowel de woongebouwen en hun tuinen en voorzieningen, alsook de geplande ontsluitingswegen, parkeerplaatsen, publieke groenzone, trage wegen en de hoogspanningscabine eigen zijn aan de woongebieden en in functie staan van het voorzien van mogelijkheden opdat de gezinnen hun sociaal-culturele en economische activiteiten kunnen ontplooien in een gunstig woonmilieu, met een evenwicht tussen woonst, productie, diensten, recreatie en natuur.
Het bij de aanvraag gevoegde ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan 'BA_Martinushof-OPENB DOM_I_N_7_rooilijnplan' en de bijhorende berekening van de eventuele waardevermindering en -vermeerdering voldoen aan de vereisten vermeld in artikel 12,§2, eerste lid en artikel 16,§2 en §3 DGW.
Volgens de bijgevoegde nota met betrekking tot de zaak van de wegen zou voorliggende aanvraag ook een verplaatsing van een bestaande gemeenteweg inhouden, m.n. van het Geitenbergpad. Het betreft hier een bestaand onverhard wandel- en fietspad tussen de Sint-Marcusweg en de Hoogstraat. In eerste instantie is het niet duidelijk of het hier effectief over een gemeenteweg gaat. Voor zover dit pad onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente (onderhoud, vrijwaring toegankelijkheid, …) zou vallen, zou deze als een gemeenteweg, meer bepaald als een trage weg begrepen kunnen worden. Uit de luchtfoto’s van 1971, 1976, 1990, 2000, 2010 en 2021 (bron: Geopunt.be en NGI.be) blijkt deze trage weg reeds meer dan 30 jaar op het terrein aanwezig te zijn. Daarenboven staat er t.h.v. de aansluiting op de Hoogstraat een straatnaambord voor trage wegen met de vermelding ‘Geitenberg’ en blijkt uit de plaatselijke toestand dat deze trage weg toegankelijk is. Bijgevolg betreft het hier mogelijks wel grondstroken waarvan met enig middel van recht bewezen kan worden dat ze gedurende de voorbije dertig jaar door het publiek werden gebruikt, waardoor deze op basis van artikel 13,§1 DGW in aanmerking kunnen komen als gemeenteweg. Omtrent de eventuele toepassing van dit artikel werd er tot op heden echter nog geen initiatief genomen door de gemeente Bonheiden, noch werd er een verzoekschrift in die zin ontvangen. Desalniettemin betreft het hier op dit moment een bestaande trage weg, waarvoor geen gemeentelijk rooilijnplan noch een rooilijn, noch de formele vestiging van een publiek recht van doorgang gekend zijn. In tweede instantie betreft het hier geen verplaatsing, maar een wijziging in die zin dat de bestaande trage weg niet wordt afgeschaft en verplaatst, maar samenvalt met en wordt geïntegreerd in de bredere bedding van de nieuwe gemeenteweg die in voorliggend project voorzien wordt.
Wat deze trage weg betreft heeft de voorgestelde plaatselijke wijziging van die gemeenteweg geen betrekking op een gemeentelijk rooilijnplan, noch op gemeentewegen die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd zijn of een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen.
Bijgevolg is er voldaan aan de bepalingen van artikel 12,§2 van het gemeentewegendecreet en kan de gemeenteraad een beslissing nemen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet, de zogenaamde 'zaak van de wegen'. Hierbij spreekt de gemeenteraad zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein, waarbij rekening wordt gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het gemeentewegendecreet.
De geplande aanleg van nieuwe gemeentewegen en wijziging inzake de ligging, de breedte en de uitrusting van de bestaande trage weg in het projectgebied vinden hun oorsprong in de bestaande situatie, het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 3 Rijmenam-centrum en het beoogde woonproject.
Momenteel bevindt er zich tussen de Brugstraat, Hoogstraat en Sint-Marcusweg een privaat onbebouwd binnengebied met natuurlijk opgeschoten groen en aanplantingen. Omwille van de aanwezige trage weg Geitenberg tussen de Hoogstraat en de Sint-Marcusweg heeft deze private ruimte deels een semi-publiek karakter in die zin dat dit pad voorziet in een beperkte doorwaadbaarheid vanuit de Hoogstraat en de Sint-Marcusweg. In het geplande woonproject wordt er conform het RUP nr. 3 Rijmenam-centrum voorzien in een deels nieuw en deels ruimer publiek domein met enerzijds een beperkte toegankelijkheid voor auto’s i.f.v. de ontsluiting van de publieke en private parkeervoorzieningen voor auto’s aan de randen van het projectgebied en anderzijds een uitgebreidere doorwaadbaarheid van het gehele gebied i.f.v. trage weggebruikers.
Ter hoogte van de Brugstraat wordt het nieuwe publieke domein volwaardig aangelegd en ingericht als een inrit voor gemengd gebruik met publieke parkeervoorzieningen voor (elektrische) auto’s, deelwagens en fietsen, alsook de toegang tot een private parking. Ook aan de zijde van de Hoogstraat wordt voorzien in dergelijke aanleg en inrichting van het nieuwe ruimere publieke domein als een inrit voor gemengd gebruik met aanliggende private onder- en bovengrondse parkeervoorzieningen voor auto’s én een opstelplaats voor afvalcontainers i.f.v. de ophaling van de verschillende fracties aan huishoudelijk afval. Het materiaalgebruik en de inrichtingselementen (openbare verlichting en fietsenstallingen) zijn afgestemd op dat van de bestaande inrichting van de vernieuwde dorpskern van Rijmenam en de verschillende verhardingstypes worden waterdoorlatend toegepast én voorzien van een afvoer van overtollig hemelwater naar een ondergrondse buffer- en infiltratievoorziening met overloop naar het DWA-stelsel in de Brugstraat.
Ter hoogte van de grens tussen deze inritten en de private woningen van het project wijzigt de omvang, aanleg en inrichting van het publiek domein in functie van een autovrije publieke groenzone met twee langzaamverkeersverbindingen. Deze doorkruisen het binnengebied en voorzien enerzijds in een functionele ontsluiting van de woningen voor trage weggebruikers en maken verbinding met de parkeervoorzieningen aan de randen van het projectgebied, alsook de toegankelijkheid van het gehele gebied voor het sporadische gebruik door prioritaire dienstvoertuigen. Anderzijds voorzien deze in een functionele en recreatieve doorwaadbaarheid van het projectgebied voor trage weggebruikers. In functie van de verschillende gebruikers worden de langzaamverkeersverbindingen aangelegd op een verhardingsbreedte van 1,5 m met omliggende groenstroken in (draagkrachtig) gewapend gazon op een breedte van 4,5 m. Er wordt uitdrukkelijk voor gekozen om de centrale groenzone niet van een fysieke afscheidingen in de vorm van verkeerspaaltjes t.h.v. de aansluiting op de inritten aan de Brugstraat en de Hoogstraat te voorzien. Het functionele onderscheid en autoluwe karakter wordt vormgegeven in de aanleg en inrichting van de geplande verhardingen (smaller en met een ander verhardingsmateriaal) en groenvoorzieningen (gewapend gazon, beplantingszones en struwelen). Indien op termijn zou blijken dat dit niet naar behoren zou functioneren en er sprake is van een structureel autogebruik of er een probleem inzake verkeersveiligheid zou zijn, dan kan er nog steeds geopteerd worden om een fysieke afscheidingen in de vorm van bijvoorbeeld verkeerspaaltjes te voorzien. Ook in deze zone zijn de inrichtingselementen (openbare verlichting) afgestemd op dat van de bestaande inrichting van de vernieuwde dorpskern van Rijmenam en worden de verschillende verhardingstypes waterdoorlatend toegepast. De groenvoorzieningen zijn zodanig opgevat dat deze een minimaal en extensief beheer vereisen.
De gemeente Bonheiden beschikt niet over een gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, waarin de decretale doelstellingen en principes werden verfijnd, geconcretiseerd en aangevuld. Bijgevolg wordt hier verder ingegaan op de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.
Het gemeentewegendecreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Hiertoe voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op (artikel 3 gemeentewegendecreet):
De geplande aanleg van nieuwe gemeentewegen en wijziging inzake de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg in het projectgebied geven hieraan een invulling in die zin dat rekening wordt gehouden met de bestaande verkeerssituatie, waarbij de bestaande informele semi-publieke doorwaadbaarheid van het projectgebied wordt geformaliseerd en geoptimaliseerd door middel van het voorzien van twee doodlopende ontsluitingen voor het publieke en private parkeren aan de randen van het projectgebied en twee doorlopende veilige autovrije langzaamverkeersverbindingen tussen de omliggende bestaande gemeentewegen van de Brugstraat, de Hoogstraat en de Sint-Marcusweg, waarbij toegang wordt geboden tot de nieuwe woningen en de publieke centrale groenzone.
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes (artikel 4 gemeentewegendecreet):
De geplande aanleg van nieuwe gemeentewegen en wijziging inzake de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg in het projectgebied geven hieraan een invulling in die zin dat:
Gezien deze aanleg, wijziging, verplaatsing, opheffing, dient tot slot ook rekening te worden gehouden met de minwaardevergoeding/meerwaardevergoeding (artikel 28 gemeentewegendecreet): “De aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg geeft aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. De vergoeding voor waardevermindering is verschuldigd door de gemeente aan de eigenaar van de grond in kwestie. De vergoeding voor waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede aan de gemeente.” Het algemeen uitgangspunt bij het Decreet houdende de gemeentewegen is dat een meerwaarde betaald moet worden bij verplaatsingen of opheffingen van gemeentewegen.
Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met:
Bij het bepalen van de meerwaardevergoeding zal de gemeente ook rekening kunnen houden met specifieke situaties waarbij de overheid in het verleden bepaalde beslissingen heeft genomen, zoals het afleveren van bouw- of verkavelingsvergunningen, of de aanleg van wegen, kanalen of spoorwegen, waarbij de buurtwegen de facto verdwenen zijn.
Uit het schattingsverslag dat in opdracht van het gemeentebestuur Bonheiden op 21/01/2022 opgemaakt werd door dhr. Lode Verdoodt, beëdigd landmeter-expert, blijkt dat:
Op basis van de elementen in het aanvraagdossier en voorgaande motiveringen is het mogelijk dat de gemeenteraad zich op basis van artikel 31 van het omgevingsvergunningendecreet gunstig uitspreekt over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de opname in het openbaar domein.
Artikel 1 - Neemt kennis van het volledig aanvraagdossier en de bijhorende plannen voor wat betreft de 'aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg'.
Artikel 2 - Beslist de ingediende bezwaren over de 'aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg' te verwerpen.
Artikel 3 - Keurt de aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van de gemeentewegen gelegen in het projectgebied aan de Brugstraat, de Hoogstraat en de Sint-Marcusweg, zoals aangeduid op het rooilijnplan 'BA_Martinushof-OPENB DOM_I_N_7_rooilijnplan_rooilijnplan', en de inrichtingsplannen horende bij de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_ 2021135374 (gemeentelijk dossier met nummer 2021/248) goed. De vermelde plannen maken integrerend deel uit van deze beslissing.
Artikel 4 - Met betrekking tot de aanleg en inrichting van het openbaar domein moeten volgende voorwaarden worden opgelegd, wanneer er vergunning zou worden verleend voor voormelde omgevingsvergunningsaanvraag:
Artikel 5 - Met betrekking tot de aanleg en inrichting van het openbaar domein moeten volgende lasten worden opgelegd, wanneer er vergunning zou worden verleend voor voormelde omgevingsvergunningsaanvraag: