De voorzitter opent de zitting op 30/08/2023 om 20:02.
De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 21/06/2023 worden ter goedkeuring voorgelegd.
21/06/2023: Vergadering gemeenteraad waarvan de notulen ter goedkeuring worden voorgelegd.
Enig artikel - Keurt de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 21/06/2023 goed.
Karolien Huibers deelde bij mail van 25/07/2023 mee dat zij ontslag wenst te nemen als gemeenteraadslid.
Het ontslag als raadslid is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.
Overeenkomstig het Decreet over het lokaal bestuur blijft Karolien Huibers haar mandaten van gemeenteraadslid vervullen tot de installatie van haar opvolger in die mandaten.
Gemeenteraadsleden kunnen voor het verstrijken van hun ambtsperiode eenzijdig een einde stellen aan hun mandaat door ontslag. Het ontslag als gemeenteraadslid moet schriftelijk (kan ook via e-mail) worden ingediend bij de voorzitter van de gemeenteraad. De schriftelijke indiening van het ontslag geldt als een substantiële vormvereiste.
De ontslagnemende gemeenteraadsleden dienen de continuïteit van hun mandaat waar te nemen tot hun opvolger is geïnstalleerd.
Karolien Huibers zetelde in:
Indien er over het ontslag uit het mandaat van gemeenteraadslid een betwisting ontstaat, dan kan het geschil aanhangig worden gemaakt bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen.
Het Decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 13.
Enig artikel - Neemt kennis van het ontslag van Karolien Huibers als gemeenteraadslid.
Ilse Van den Bossche werd als vierde opvolger verkozen op de lijst N-VA. Zij komt, na de installatie van de opvolgers Wim Van der Donckt, Karl Theerens en Marcel Claes, aldus in aanmerking om in de plaats van Karolien Huibers te treden, die ontslag neemt als gemeenteraadslid.
Ilse Van den Bossche is niet meer woonachtig in de gemeente Bonheiden en voldoet derhalve niet meer aan alle kiesvoorwaarden. Zij kan haar mandaat niet opnemen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd hiervan kennis te nemen.
Om tot gemeenteraadslid of stadsdistrictsraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden behouden (artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet) Deze voorwaarden zijn:
1° Belg zijn;
2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel.
De vierde opvolger op de lijst N-VA, Ilse Van den Bossche, voldoet niet meer aan de 3e voorwaarde en kan des gevolge het mandaat van gemeenteraadslid niet opnemen.
Enig artikel - Neemt kennis van het niet meer voldoen aan de kiesvoorwaarden van Ilse Van den Bossche. Zij kan derhalve haar mandaat als gemeenteraadslid niet opnemen.
Bij e-mail van 25/07/2023 diende raadslid Karolien Huibers schriftelijk haar ontslag in als gemeenteraadslid. De voorzitter van de gemeenteraad nam van dit ontslag kennis op 25/07/2023.
Overeenkomstig de bepalingen van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet wordt een vacature opgevuld door de eerstvolgende opvolger. Voor de fractie N-VA is dit de vierde opvolger; Ilse Van den Bossche. Aangezien zij niet meer woonachtig is in België, gaat het mandaat naar de vijfde opvolger; Hilde (Hilda) De Ruysscher.
Vooraleer tot de installatie van deze opvolger kan worden overgegaan dient de gemeenteraad de geloofsbrieven te onderzoeken.
Als opvolger moet geïnstalleerd worden de persoon die overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet als eerste opvolger is aangewezen voor de lijst waartoe het te vervangen raadslid, dus het raadslid wiens mandaat te begeven is, behoort. Kan de eerste opvolger niet geïnstalleerd worden, dan is het de tweede opvolger van deze lijst die moet worden opgeroepen, enz.
Om tot gemeenteraadslid of stadsdistrictsraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en moet men de kiesvoorwaarden behouden (artikel 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet) Deze voorwaarden zijn:
1° Belg zijn;
2° de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;
4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel.
De vierde opvolger op de lijst N-VA, Ilse Van den Bossche, voldoet niet meer aan de 3e voorwaarde en kan des gevolge het mandaat van gemeenteraadslid niet opnemen.
Hilde De Ruysscher werd als vijfde opvolger verkozen op de lijst N-VA. Zij voldoet nog wel aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
De opvolger moet zo vlug mogelijk worden geïnstalleerd. De taak van de gemeenteraad bij het onderzoek van de geloofsbrieven van opvolgers die tijdens de zittijd worden geïnstalleerd, bestaat er in na te gaan of:
Uit het verslag van het onderzoek van de geloofsbrieven, opgesteld door Evelien Hoefnagels, diensthoofd burgerlijke stand, blijkt dat Hilde (Hilda) De Ruysscher:
Enig artikel - Keurt de geloofsbrieven van Hilde (Hilda) De Ruysscher goed.
Vervolgens wordt overgegaan tot de eedaflegging;
Hilde De Ruysscher wordt ter zitting uitgenodigd en verzocht in openbare vergadering en in handen van de voorzitter de voorgeschreven eed af te leggen, waarin zij voldoet als volgt:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".
Van deze eedaflegging wordt een afzonderlijke akte opgesteld.
Hilde De Ruysscher wordt door de voorzitter als gemeenteraadslid aangesteld verklaard.
Door deze aanstelling als gemeenteraadslid maakt zij van rechtswege ook deel uit van de raad voor maatschappelijk welzijn en de raad van bestuur van het AGBPB.
Ingevolge het ontslag van Karolien Huibers als gemeenteraadslid en de installatie van Hilde De Ruysscher als haar opvolger, dient de rangorde van de gemeenteraadsleden te worden aangepast.
Artikel 1 - Stelt de rangorde van de raadsleden vast als volgt:
Nr |
Voornaam en naam |
Geboortedatum |
Anciënniteit als raadslid |
Fractie |
Aantal stemmen |
1 |
Frans Uytterhoeven |
1948-09-18 |
28 jaar |
BR30 |
618 |
2 |
Jan Fonderie |
1958-11-07 |
22 jaar |
Groen |
629 |
3 |
Luc De Weerdt |
1961-05-12 |
16 jaar |
BR30 |
544 |
4 |
Yves Goovaerts |
1971-06-14 |
16 jaar |
BR30 |
463 |
5 |
Guido Vaganée |
1967-03-24 |
10 jaar |
N-VA |
1.231 |
6 |
Lode Van Looy |
1967-04-20 |
10 jaar |
BR30 |
713 |
7 |
Mieke Van den Brande |
1973-03-28 |
10 jaar |
CD&V |
620 |
8 |
Eddy Michiels |
1953-12-29 |
10 jaar |
BR30 |
487 |
9 |
Barbara Maes |
1975-05-18 |
10 jaar |
Groen |
289 |
10 |
Annick Van den Broeck |
1956-05-29 |
10 jaar |
Groen |
247 |
11 |
Wim Van der Donckt |
1965-06-06 |
4 jaar 11 maanden |
N-VA |
228 |
12 |
Hilde Smets |
1965-04-18 |
4 jaar 8 maanden |
BR30 |
407 |
13 |
Hilde Schueremans |
1959-01-20 |
4 jaar 8 maanden |
CD&V |
337 |
14 |
Daan Versonnen |
1987-06-09 |
4 jaar 8 maanden |
CD&V |
317 |
15 |
Bart Vanmarcke |
1986-01-08 |
4 jaar 8 maanden |
Open VLD |
300 |
16 |
Rudi Withaegels |
1965-03-01 |
4 jaar 8 maanden |
Onafhankelijk |
295 |
17 |
Geert Teughels |
1969-08-25 |
4 jaar 8 maanden |
N-VA |
241 |
18 |
Pascal Vercammen |
1969-03-14 |
4 jaar 8 maanden |
Open VLD |
222 |
19 |
Karl Theerens |
1962-05-13 |
3 jaar 10 maanden |
N-VA |
200 |
20 |
Marcel Claes |
1948-09-10 |
3 jaar 9 maanden |
N-VA |
177 |
21 |
Julie De Clerck |
1975-03-09 |
3 jaar 7 maanden |
CD&V |
259 |
22 |
Sofie Crauwels |
1983-05-16 |
2 maanden |
Groen |
179 |
23 |
Hilde De Ruysscher |
1960-07-05 | 0 maanden |
N-VA |
175 |
Artikel 2 - Door de eedaflegging als gemeenteraadslid is Hilde De Ruysscher van rechtswege ook lid van de raad voor maatschappelijk welzijn. De rangorde van de gemeenteraadsleden geldt ook voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
Karolien Huibers die als gemeenteraadslid ontslag nam, was namens de fractie N-VA ook vast lid van de gemeenteraadscommissies voor materies die overeenkomstig de interne taakverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen werden toegewezen aan de burgemeester en de tweede schepen.
Zij dient in deze gemeenteraadscommissies te worden vervangen. Deze vervanging gebeurt aan de hand van akten van voordracht, die door de fractie N-VA werden ingediend.
Elke fractie wijst de mandaten die haar toekomen toe door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt.
De door de N-VA-fractie ingediende akten van voordracht zijn ontvankelijk.
Enig artikel - Neemt kennis van de wijziging in afvaardiging als volgt in de:
gemeenteraadscommissies voor materies die overeenkomstig de interne taakverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen worden toegewezen aan de burgemeester: Karolien Huibers wordt vervangen door Geert Teughels;
gemeenteraadscommissies voor materies die overeenkomstig de interne taakverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen worden toegewezen aan de eerste schepen: Karl Theerens wordt vervangen door Hilde De Ruysscher;
gemeenteraadscommissies voor materies die overeenkomstig de interne taakverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen worden toegewezen aan de tweede schepen: Karolien Huibers wordt vervangen door Wim Van der Donckt;
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code dient vast te stellen.
De huidige deontologische code voor mandatarissen ('deontologische code gemeenteraad') dateert van 2013 en is dus aan een update toe.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de wijzigingen aan de deontologische code voor mandatarissen (1 code voor zowel de gemeenteraad, raad voor maatschappelijk welzijn als het bijzonder comité voor de sociale dienst) goed te keuren.
Een deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat moeten uitoefenen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. De deontologische code is in de eerste plaats dan ook niet gemaakt om te bestraffen, maar om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid.
Deze deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de mandatarissen, als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking en hun handelen als mandataris in het algemeen.
De mandatarissen dienen erover te waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of de waardigheid van het mandaat kunnen schaden.
Het Decreet over het lokaal bestuur (artikel 39).
De aanpassingen in de deontologische code voor mandatarissen zijn gebaseerd op de 'model-deontologische code voor lokale mandatarissen, regels voor een zuivere besluitvorming' van het VVSG.
Artikel 1 - Vervangt alle vorige versies van de deontologische code door onderstaande deontologische code voor lokale mandatarissen.
Artikel 2 - Stelt de deontologische code voor mandatarissen vast als volgt:
Deontologische code voor lokale mandatarissen gemeente Bonheiden
Regels voor een zuivere besluitvorming
1. Inleiding
Deze deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat moeten uitoefenen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. De deontologische code is in de eerste plaats dan ook niet gemaakt om te bestraffen, maar om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:
Deze deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de mandatarissen, bedoeld in artikel 1, als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking en hun handelen als mandataris in het algemeen.
De mandatarissen dienen erover te waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of de waardigheid van het mandaat kunnen schaden.
2. Toepassingsgebied
Artikel 1
§1. De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur van Bonheiden.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
§2. Voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) worden hieronder begrepen:
§3. Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
§4. Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
§5. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
§6. Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
§7. De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
3. Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is.
Artikel 3
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de individuele diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 4
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging kan spelen.
Artikel 5
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces en geeft hij/zij aan in hoeverre het onderwerp hem/haar persoonlijk aanbelangt als een onafhankelijke oordeelsvorming in het gedrang kan komen.
Artikel 6
§1. Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
§2. Zo zijn verboden:
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet over het lokaal bestuur genoemde functies niet uitoefenen;
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Artikel 8
Een lokale mandataris mag de in artikel 27,§2 en §3 van het Decreet over het lokaal bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan;
§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
Artikel 9
§1. In geen geval mag een bijkomend mandaat of dienstverlenende activiteit de eer een waardigheid van het ambt in het gedrang brengen.
§2. Een mandataris mag geen andere functies opnemen als die een structureel risico vormen voor een integere invulling van zijn/haar mandaat.
Artikel 10
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.
Artikel 11
De door een lokale mandataris gemelde substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
4. Corruptie en de schijn ervan
Artikel 12
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Artikel 13
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
4.1 Het aannemen van (persoonlijke) geschenken, voordelen en diensten
Artikel 14
Een lokale mandataris neemt geen geschenken, voordelen en diensten aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
4.2 Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Artikel 15
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen in het kader van zijn/haar mandaat (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
4.3 Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken in het kader van zijn/haar mandaat, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen, e.g. kosten die niet betaald worden door het gemeentebestuur, betaald worden, alleen bij uitzondering.
Conform artikel 39, §3 van het huishoudelijk regelement gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn:
§3. Reizen in het buitenland.
5. Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 17
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Artikel 18
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 19
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
6. Omgaan met informatie
Artikel 20
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 21
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/het OCMW zijn toevertrouwd (zoals bv. persoonlijke zaken uit personeelsdossier of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen). Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 22
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Artikel 23
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 24
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 25
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
7. Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 26
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, met de leden van het college van burgemeester en schepenen en met de personeelsleden van de gemeente.
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, met de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.
Onder niet respectvol omgaan met elkaar valt ook het onterecht, zonder effectieve aanleidingen, beschuldigen van anderen.
Artikel 27
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college van burgemeester en schepen/vast bureau/de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 28
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 29
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
8. Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Artikel 30
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Artikel 31
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin.
Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 32
§1. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
§2. Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 33
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
9. Aanvullende bepalingen voor de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
Artikel 34
De voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst beslissen over individuele maatschappelijke dienstverlening en integratie. In die specifieke en belangrijke rol krijgt men te maken met erg gevoelige informatie van kwetsbare mensen voor wie het OCMW vaak het allerlaatste vangnet is. Daarom zijn extra bepalingen die van toepassing zijn op de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst in deze artikelen onder punt 9 opgenomen.
Artikel 35
Het bijzonder comité voor de sociale dienst werkt onder het principe van beslotenheid.
Artikel 36
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn gebonden door het beroepsgeheim wanneer ze door hun mandaat kennis krijgen van geheimen die door personen aan het OCMW zijn toevertrouwd binnen het hulpverleningstraject. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 37
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor de leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens de vergadering (feiten, meningen, overwegingen…) van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst communiceren buiten de vergaderingen van het BCSD niet over de redenen en motieven op basis waarvan ze individueel gestemd hebben bij een individueel dossier.
De geheimhouding geldt niet wanneer het gaat over een beleidsadvies dat opgemaakt werd door het bijzonder comité voor de sociale dienst of over andere interne bestuurlijke beslissingen.
Artikel 38
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben naast een beroepsgeheim en een geheimhoudingsplicht ook een algemene discretieplicht. Ze gaan altijd op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hen toekomt in de uitoefening van hun functie.
Artikel 39
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst vertrekken bij de behandeling van cliëntendossiers niet vanuit partijpolitieke en ideologische belangen, maar ze stellen het algemeen belang en het belang van de cliënt centraal.
Artikel 40
Enkel de beëdigde maatschappelijk werkers voeren in alle onafhankelijkheid het sociaal onderzoek. De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben respect voor de wijze waarop de sociale dienst het sociaal onderzoek voert en voor de methodieken die gebruikt worden.
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst voeren zelf geen sociaal onderzoek en laten dat integraal over aan de maatschappelijk werkers van de sociale dienst. Dat betekent onder andere dat de leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zelf geen bevindingen uit het verslag onderzoeken of controleren.
Artikel 41
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben, buiten de vergaderingen van het BCSD, geen enkel contact met de maatschappelijk werkers over een specifiek dossier.
Wanneer een lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst tijdens de bespreking van de hulpaanvraag met zekerheid weet heeft van belangrijke relevante informatie die niet terug te vinden is in het sociaal onderzoek, of die in tegenspraak is met het sociaal onderzoek, dan brengt hij/zij dat in tijdens de bespreking op de vergadering van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan op basis van die inbreng beslissen om de sociale dienst de opdracht te geven om nader onderzoek te doen. Dat kan enkel als het bijzonder comité voor de sociale dienst meent dat die informatie een substantiële invloed kan hebben op de beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 42
Wanneer de leden of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst aangesproken worden door iemand die mogelijk hulp van het OCMW nodig heeft, dan gaat hij/zij het gesprek aan met deze persoon. Daarbij worden volgende principes gehanteerd:
Wordt een mandataris van het bijzonder comité voor de sociale dienst gecontacteerd door een burger over iemand anders die mogelijk hulp nodig heeft van het OCMW, dan gelden dezelfde principes.
Artikel 43
Als lid of voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst treedt men niet op als vertrouwenspersoon voor een cliënt.
Artikel 44
Wanneer een cliënt gehoord wordt, dan gebeurt dat met het nodige respect voor het verhaal en de persoon van de cliënt. De cliënt wordt gehoord, niet verhoord.
10. Naleving en handhaving van de deontologische code
Artikel 45
§1. De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
§2. Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
10.1 Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 46
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 47
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
10.2 Het signaleren van vermoedens van schendingen
Artikel 48
§1. Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan schriftelijk of per e-mail melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. De algemeen directeur of het door de algemeen directeur aangewezen personeelslid geeft de meldingen die hij/zij ontvangt niet door aan derden.
§2. Indien na een overleg met de algemeen directeur of met het door de algemeen directeur aangewezen personeelslid het vermoeden van een schending in hoofde van de mandataris blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
§3. Meldingen of klachten over mogelijke schendingen door mandatarissen van de deontologische code kunnen ook door een burger, al dan niet inwoner van de gemeente, worden geuit. Deze meldingen of klachten volgen dezelfde procedure als de meldingen of klachten geuit door de mandatarissen.
§4. Meldingen of klachten moeten op straffe van verval uiterlijk dertig dagen na kennisname van de feiten, schriftelijk of per e-mail worden meegedeeld aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het feit dat men binnen de termijn van 30 dagen meldt, wordt vermoed, behoudens bewijs van het tegendeel.
De melding of klacht bevat de identiteit van de melder of klager, het voorwerp van de melding of klacht, een dossier waarin de controleerbare feiten maximaal worden aangetoond, eventueel de aanduiding van de geschonden deontologische bepalingen en een uiteenzetting waaruit de schending volgens de klager of melder bestaat en de identiteit van de lokale mandataris waarover de melding of de klacht handelt.
Alleen klachten tegen individuele raadsleden worden behandeld. Klachten tegen gehele politieke fracties of tegen de hele gemeenteraad zijn niet ontvankelijk.
Anonieme meldingen of klachten worden door de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn onontvankelijk verklaard en gearchiveerd.
§5. De voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn verwijst de klacht of melding naar de algemeen directeur of naar de door de algemeen directeur aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen.
10.3 Deontologische commissie
Artikel 49
De voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn geeft bij ontvangst van een ontvankelijke melding of klacht aan de algemeen directeur de opdracht een deontologische commissie op te richten en samen te roepen.
De deontologische commissie opgericht in de schoot van de gemeenteraad is bevoegd voor:
De deontologische commissie opgericht in de schoot van de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:
10.3.1 Oprichting deontologische commissie
Artikel 50
§1. Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 8 personen. De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kent een aantal zetels toe aan elke fractie die in de gemeenteraad vertegenwoordigd is (zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn, artikel 37,§3, methode D'Hondt). De vergaderingen vinden in besloten zitting plaats. Enkel de leden die zetelen in deze commissie, mogen de vergaderingen bijwonen.
§2. De algemeen directeur vraagt per e-mail aan elke betrokken fractie om haar vertegenwoordigers voor te dragen. Dit gebeurt telkens de deontologische commissie dient te worden samengeroepen. Elke fractie dient binnen de tien kalenderdagen de mandaten die haar overeenkomstig de zeteltoekenning door de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn toekomen toe te wijzen, door middel van een e-mail gericht aan de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
10.3.2 Samenroeping deontologische commissie
Artikel 51
§1. De algemeen directeur roept de deontologische commissie samen zo snel als mogelijk na het ontvangen van de namen van de leden van de commissie van elke fractie.
§2. Bij de eerste vergadering van de deontologische commissie wordt een voorzitter gekozen en wordt de melding of klacht kort toegelicht.
Vanaf de verkiezing van de voorzitter wordt elke commissie voorgezeten door de voorzitter. De voorzitter moet een raadslid zijn. De voorzitter wordt gekozen bij gewone meerderheid, onder de leden van de commissie. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door het jongste lid in leeftijd van de commissie.
De leden van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau kunnen geen voorzitter zijn van een commissie.
§3. De algemeen directeur is secretaris van de deontologische commissie. Wanneer de algemeen directeur door de deontologische commissie wordt opgeroepen als getuige, laat de algemeen directeur zich vervangen door iemand anders van de administratie.
§4. Wanneer een lid van de commissie, hetzij als klager, hetzij als aangeklaagde, hetzij op een andere wijze betrokken is bij het onderzoek naar de melding of klacht, wordt dat lid in de commissie vervangen door iemand van dezelfde politieke fractie. Indien de klacht of melding gericht is tegen een mandataris van een éénmansfractie, dan heeft die mandataris de keuze: ofwel laat hij/zij zich niet vervangen, ofwel laat hij/zij zich vervangen door iemand van een andere politieke fractie.
Artikel 52
De leden van de commissie genieten per vergadering een vergoeding gelijk aan het presentiegeld dat wordt toegekend aan de leden van de commissies van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn overeenkomstig het huishoudelijk reglement.
10.4 Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 53
§1. Het vooronderzoek wordt zo kort mogelijk gehouden en wordt afgerond in maximum vijftien werkdagen. Het heeft enkel tot doel om uit te maken of er sprake is van een redelijk vermoeden van een mogelijke schending. Het is de deontologische commissie die zich hierover uitspreekt.
§2. De resultaten van het vooronderzoek worden voorgelegd aan de voorzitter van de deontologische commissie. Deze voorzitter roept de commissie zo snel als mogelijk samen en bezorgt aan ieder lid het omstandig dossier van het vooronderzoek.
Artikel 54
§1. De deontologische commissie kan beslissen dat een verder of grondiger onderzoek nodig is. Indien dat wordt beslist, wordt deze opdracht (met duidelijke omschrijving) doorgegeven aan de algemeen directeur of aan de door de algemeen directeur aangewezen persoon die ook het vooronderzoek deed.
§2. Het eventuele verdere onderzoek wordt zo snel als mogelijk uitgevoerd.
§3. Het resultaat van het eventuele verdere onderzoek wordt voorgelegd aan de voorzitter van de deontologische commissie die opnieuw de commissie zo snel als mogelijk samenroept.
10.5 Het zich uitspreken over schendingen
Artikel 55
§1. De deontologische commissie oordeelt over meldingen en klachten die als voorwerp inbreuken op de deontologische code omvatten.
De commissie ontvangt de rapporten van het vooronderzoek en van het eventuele verdere onderzoek.
De commissie kan bij alle mogelijke betrokken partijen inlichtingen en aanvullende ophelderingen vragen. De commissie kan de partijen en andere personen of deskundigen horen.
§2. De commissie onderzoekt de gegrondheid van de melding of klacht.
§3. De voorzitter geeft de betrokken partijen, namelijk de melder/klager en de mandataris die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, kennis van de plaats, dag en uur van de zitting. Hij/zij deelt hen mee dat zij het recht hebben om gehoord te worden en dat zij zich kunnen laten bijstaan om gehoord te worden.
§4. De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De voor de gemeenteraadscommissies geldende bepalingen inzake het quorum gelden tevens voor de deontologische commissie. De beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. Bij staking van stemmen wordt tot niet schending van de deontologische code besloten. Er wordt geheim gestemd, tenzij over de aangelegenheden die de werking van de deontologische commissie betreffen.
Artikel 56
§1. De deontologische commissie beslist eerst over de al dan niet overtreding van een regel van de deontologische code. Nadien beslist de deontologische commissie over het gevolg dat aan die overtreding wordt gegeven.
§2. De mogelijke gevolgen die aan de overtreding van de deontologische regel kunnen worden gegeven, zijn:
§3. De deontologische commissie kan geen andere straffen opleggen dan de blaam. Enkel de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse Minister voor Binnenlands Bestuur, kan een tuchtsanctie opleggen aan mandatarissen. Los van deze deontologische procedure of wanneer een blaam niet voldoende wordt geacht, kan de klacht dus alsnog worden neergelegd bij de provinciegouverneur. Hiertoe wordt verwezen naar de specifieke procedure van tuchtsanctie ten opzichte van mandatarissen die kan opgelegd worden door de Vlaamse Regering, zoals vervat in artikel 156 van het Decreet over het lokaal bestuur.
§4. De betrokken mandataris wordt onverwijld schriftelijk in kennis gesteld van de uitspraak van de deontologische commissie.
De melder/klager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de al dan niet gegrondheid van zijn klacht. Bovendien wordt er bij gegrondheid vermeld dat een passend gevolg hieraan wordt gegeven, zonder de effectief opgelegde ‘sanctie’ te benoemen.
§5. Ingeval van de uitspraak van een blaam, is de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn ertoe gehouden de uitspraak mee te delen aan de raad tijdens de volgende zitting; een openbare blaam in openbare zitting, een besloten blaam in besloten zitting. De titel en de samenvatting van het te agenderen punt wordt zo algemeen mogelijk gehouden.
§6. Het volledige verslag van de deontologische commissie wordt voorgelegd op de besloten zitting van de eerstvolgende gemeenteraad.
Het verslag vermeldt welke leden aanwezig zijn gedurende de vergadering en geeft een weerslag van de beraadslagingen, zonder de naam van de sprekers te vermelden, tenzij deze hierom uitdrukkelijk verzoeken.
11. Evalueren deontologische code
Artikel 57
Bij het begin van elke bestuursperiode dient deze deontologische code opnieuw te worden voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring. Op initiatief van de algemeen directeur wordt er een werkgroep opgericht met alle raadsleden.
Deze werkgroep evalueert deze deontologische code. Er wordt bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
Eventuele aanpassingen aan de code worden bij het begin van elke legislatuur voorgelegd aan de gemeenteraad/raad maatschappelijk welzijn.
Artikel 3 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.
De burgemeester was van woensdag 19/07/2023 tot en met vrijdag 25/08/2023 verhinderd zijn ambt uit te oefenen.
Deze verhindering en de beëindiging van de periode van verhindering wordt aan de gemeenteraad ter kennisneming voorgelegd.
Het Decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 62.
Overeenkomstig artikel 62 van het Decreet over het lokaal bestuur dient de gemeenteraad akte te nemen van de verhindering van de burgemeester en van de beëindiging van de periode van verhindering.
Enig artikel - Neemt er kennis van dat de burgemeester van woensdag 19/07/2023 tot en met vrijdag 25/08/2023 verhinderd was zijn ambt uit te oefenen.
In de gemeenteraad van 27/04/2022 werd volgende beslissing genomen:
Enig artikel - De raad vraagt het bestuur een grootschalig onderzoek te organiseren zowel op het niveau van de bevolking als op politiek niveau als op administratief niveau omtrent de toekomst van onze gemeente, en hiermee te starten in de loop van 2023.
Op 15/06/2023 vond de gemeenteraadscommissie algemeen beleid plaatst. Tijdens deze commissie werd een overzicht gegeven van de acties die het bestuur reeds genomen heeft om de bestuurskracht van de gemeente in de toekomst te vergroten.
Ten gevolge van deze bespreking wordt aan de gemeenteraad gevraagd de beslissing tot organisatie van een grootschalig bevraging bij de bevolking te annuleren.
Zowel op ambtelijk als op politiek niveau werd er al heel wat informatie vergaard en werd er al één en ander afgetoetst i.v.m. een mogelijke samenwerking tussen omliggende gemeenten. Zo kwam de heer Janssens een toelichting houden i.v.m. de regio-samenwerking en het fusievraagstuk. Binnen de BODUKAP-gemeenten werd op het niveau van de algemeen directeurs een aftoetsing naar mogelijke samenwerking gedaan. Er werden ambtelijke SWOT-analyses opgesteld. Er werd een politieke brainstorm gehouden binnen het college van burgemeester en schepenen aangaande samenwerkingen met andere gemeenten. De heer De Rynck hield een toelichting i.v.m. fusies en samenwerkingen op het schepencollege.
Op 15/06/2023 werd in een gemeenteraadscommissie een overzicht gegeven van de acties en werd er een debat gehouden. Tijdens dit debat bleek het niet opportuun om op dit moment een grootschalige bevraging bij de bevolking te houden, aangaande samenwerking met andere gemeenten. Zie ook het audioverslag van de gemeenteraadscommissie algemeen beleid dat op de gemeentelijke website te raadplegen is: https://www.bonheiden.be/product/2705/20230615-videoverslag-gemeenteraadscommissie-algemeen-beleid-15-juni-2023.
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Enig artikel - Beslist om geen grootschalige bevolkingsbevraging te organiseren i.h.k.v fusies en samenwerking met andere gemeenten.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de opvolgingsrapportering per 30/06/2023, zoals opgemaakt door de diensthoofden, met hierin een stand van zaken van de uitvoering van de prioritaire acties van het meerjarenplan.
27/06/2023: Mail van de financieel directeur aan de dienst- en celhoofden met handleiding en deadlines.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd. Dit is dus per 30/06/2023.
Belangrijk om te weten is dat deze rapportering gaat over de prioritaire acties, zoals bepaald bij de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025.
Enig artikel - Neemt kennis van de opvolgingsrapportering per 30/06/2023, zoals deze wordt voorgelegd.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de rapportering conform art. 177 van het Decreet over het lokaal bestuur per 30/06/2023, zoals opgemaakt door de financieel directeur, met hierin de rapportage over:
Art. 177 van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor:
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
2° het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau:
1° de vervulling van de opdrachten, vermeld in dit artikel;
2° de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten;
3° de financiële risico's.
Bovenstaande rapportage dient minimaal 1 keer per jaar te gebeuren.
De financieel directeur zal deze rapportage 2 keer per jaar uitvoeren, analoog aan de beleidsrapportage, nl. per 30/06 en per 31/12.
Dit is het rapport met de toestand op 30/06/2023.
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
2° het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.[...]
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau:
1° de vervulling van de opdrachten, vermeld in dit artikel;
2° de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten;
3° de financiële risico's.
Bovenstaande rapportage dient minimaal 1 keer per jaar te gebeuren.
Enig artikel - Neemt kennis van de rapportering conform art. 177 van het Decreet over het lokaal bestuur per 30/06/2023, zoals deze wordt voorgelegd.
De kerkraad van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw stelde op 02/06/2023 zijn rekening van 2022 vast.
De gewone exploitatietoelage bedroeg € 4.049,00. Er werd geen investeringstoelage voorzien.
De rekening sluit met een exploitatieoverschot van € 42.863,68 en een investeringsoverschot van € 0,00.
Aangezien het globale rekeningresultaat (exploitatie en investeringen) overeenstemt met het saldo vermeld op de rekeninguittreksels per 31/12/2022, wordt aan de gemeenteraad voorgesteld pro forma gunstig advies te verlenen aan deze rekening.
De rekening van een kerkfabriek dient in principe op 01/05/2023 gecoördineerd bij het bisdom en de gemeente te worden aangeleverd. Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw is echter overgestapt naar de software van ReligioPoint, waardoor de opmaak van de rekening 2022 vertraging heeft opgelopen.
Hierdoor was de agenda van de gemeenteraad van juni reeds afgesloten. Gezien in juli geen gemeenteraad is voorzien, kan de adviestermijn van 50 dagen waarover de gemeente beschikt, niet gehaald worden.
Het is evenwel een blijk van waardering en transparantie naar zowel de kerkfabriek als de gemeenteraad, deze rekening alsnog te agenderen.
Bij de cijfers is er een kleine afwijking geslopen in het resultaat van de rekening 2021, zoals goedgekeurd door toezicht financiën en de cijfers gebruikt door de kerkfabriek, nl. € 46.203,57 i.p.v. de goedgekeurde cijfers door ABB van € 46.203,28.
Hierdoor wijkt het resultaat licht af van de bijgevoegde documenten.
Het exploitatieresultaat van € 42.863,68 zal worden verrekend met de toelage aan de kerkfabriek van het dienstjaar 2024.
Enig artikel – Verleent gunstig advies, mits aanpassing, aan de rekening Onze-Lieve-Vrouw, dienstjaar 2022 met volgend resultaat:
Exploitatieontvangsten | 32.546,27 | Investeringsontvangsten | 0,00 | |
Exploitatieuitgaven | 39.934,87 | Investeringsuitgaven | 0,00 | |
Exploitatie voor overboekingen | -7.388,60 | Investeringen voor overboekingen | 0,00 | |
Overboekingen | Overboekingen | 0,00 | ||
Exploitatie eigen financieel boekjaar | -7.388,60 | Investeringen eigen financieel boekjaar | 0,00 | |
Overschot/tekort n-1 | 46.203,28 | Overschot/tekort n-1 | ||
Exploitatie voor toelage | 38.814,68 | Investeringen voor toelage | 0,00 | |
Exploitatietoelage | 4.049,00 | Investeringstoelage | 0,00 | |
Overschot/tekort exploitatie | 42.863,68 | Overschot/tekort investeringen | 0,00 |
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om voor de periode 01/09/2023-2025 het retributiereglement op de terbeschikkingstelling van allerhande materialen, aan te passen, waarin volgend tarief wordt aangepast:
Op 18/12/2019 stelde de gemeenteraad het retributiereglement op de terbeschikkingstelling van allerhande materialen 2020-2025 vast.
Op 19/02/2020, 24/02/2021 en 01/03/2023 keurde de gemeenteraad een aanpassing van dit retributiereglement goed in verband met de terbeschikkingstelling van CO-melders, rookmelders en bloemzaadbommetjes.
In het retributiereglement is de verkoop van compostvaten/bakken opgenomen. Deze worden aangekocht via een groepsaankoop van IVAREM en verkocht aan aankoopprijs. Echter, in het verleden bood IVAREM compostvaten en -bakken aan tegen een voordeliger tarief dan nu, omdat er destijds subsidies van OVAM waren. Nu bedraagt de kostprijs echter € 73 voor een compostvat (incl. beluchtingsstok), € 140 voor een compostbak en € 105 voor een aanbouwmodule, omdat het niet meer gesubsidieerd is door OVAM.
Voor het ter beschikking stellen van deze materialen past het een billijke vergoeding te vragen wegens het individueel voordeel dat geboden wordt aan de burger, die van deze diensten vrijwillig gebruik maakt.
In het meerjarenplan 2023-2025 zijn de ontvangsten van de hieronder vermelde retributies ingeschreven onder volgende acties:
Artikel 1 – Past het retributiereglement op de terbeschikkingstelling van allerhande materialen aan als volgt:
RETRIBUTIEREGLEMENT OP DE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ALLERHANDE MATERIALEN 2020-2025
Artikel 1
Heft voor de periode vanaf 01/09/2023-2025 een retributie op vermelde materialen;
De gemeente kan niet op om het even welk moment compostbakken of compostvaten bijbestellen. Indien de voorraad het niet toelaat om meerdere compostbakken per adres te verkopen, kan de gemeente beslissen dat er tijdelijk maar 1 compostbak per adres verkocht wordt, zodat zoveel mogelijk burgers de kans krijgen om een gesubsidieerde bak aan te kopen.
De compostvaten en –bakken worden pas na de betaling van de retributie ter beschikking gesteld op de technische uitvoeringsdienst in de Gestelhoflei, waar de koper de bakken kan afhalen na telefonisch contact.
Artikel 3
Stelt gratis één tot maximum twee dozen van 200 oordopjes per jaar ter beschikking per jeugdvereniging in Bonheiden en Rijmenam.
Artikel 4
Besluit dat de retributie contant wordt geïnd.
Artikel 2 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.
Notarissen en vastgoedmakelaars kunnen bij de gemeente informatie over onroerende goederen aanvragen. Tot op heden wordt deze informatie aangeleverd via de dienst omgeving. Vanuit Vlaanderen is het Vastgoedinformatieplatform (VIP) ontwikkeld, een centraal loket waar notarissen en vastgoedmakelaars deze informatie kunnen aanvragen.
De onboarding naar dit Vastgoedinformatieplatform (VIP) gebeurt in verschillende waves. Gemeente Bonheiden zit in wave 6 en zal onboarden tussen 12/09/2023 en 12/10/2023.
Hiertoe dienen een aantal administratieve stappen gezet worden, namelijk:
Notarissen en vastgoedmakelaars kunnen bij de gemeente informatie over onroerende goederen aanvragen. De gemeente vindt het dan ook belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.
Gemeenten zijn hiervoor op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen. Hiertoe is er een Besluit van de Vlaamse regering in de maak om de rechten en plichten in het kader van de verwerking van vastgoedinformatie over te dragen vanuit Digitaal Vlaanderen naar het Vlaams Datanutsbedrijf (athumi).
De gemeenten werkten samen met Digitaal Vlaanderen/athumi om een Vastgoedinformatieplatform (VIP) te ontwikkelen en om in een testfase te onderzoeken hoe informatie over onroerende goederen op een efficiënte wijze kan worden ter beschikking gesteld.
Het Vastgoedinformatieplatform (VIP) is een elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars.
De gemeente kan via het Vastgoedinformatieplatform (VIP) de door aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen en de vastgoeddossiers ontsluiten.
Het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform (VIP), van vastgoeddossiers op verzoek van aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, brengen voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich.
De gemeente Bonheiden wenst dan ook de kost voor het verzamelen van vastgoedinformatie en het ontsluiten van vastgoeddossiers op de aanvrager ervan te verhalen.
07/06/2023: Gunstig advies Rik Geerts, data protection officer, m.b.t. de verwerkingsovereenkomst.
Momenteel is de vergoeding voor aanvragen van stedenbouwkundige aanvragen, inlichtingen en attesten opgenomen in het belastingreglement omgevingsvergunningen en afgifte stedenbouwkundige aanvragen, inlichtingen en attesten 2020-2025, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 18/12/2019.
Het bedrag hiervan is € 75 per aanvraag.
Gezien de administratieve kosten voor de verzameling van de nodige gegevens (software) als personeelskosten ten laste van de gemeente blijven, zal de retributie via VIP € 75 bedragen.
De meerderheidsfracties wensen het punt als volgt te amenderen:
Bij de voorbereiding van het punt is er uitgegaan van een verkeerde werkwijze over de manier waarop Vlaanderen zijn kosten doorrekent i.h.k.v. het vastgoedinformatieplatform (VIP).
Bij argumentatie:
De zin:
Echter, voor iedere aanvraag via het VIP zal € 35 dienen doorgestort te worden naar Vlaanderen. Gezien de administratieve kosten voor de verzameling van de nodige gegevens (software) als personeelskosten ten laste van de gemeente blijven, zal de retributie via VIP € 110 bedragen, zodat de inkomsten voor de gemeente gelijk blijven.
is niet correct. Vlaanderen gaat dit onmiddellijk zelf aanrekenen bij de aanvrager. Wij als gemeente dienen deze bedragen niet aan Vlaanderen te betalen.
Dit dient als volgt gewijzigd te worden:
In argumentatie:
In artikel 3 van het besluit:
Dit amendement wordt met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
Gezien de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden, alsook de kosten die met het uitreiken van vastgoedinformatie gepaard gaan, wordt een retributie gevraagd.
Artikel 1 - Keurt de aansluiting bij het vastgoedinformatieplatform (VIP) goed.
Artikel 2 - Keurt de verwerkingsovereenkomst met het vastgoedinformatieplatform (VIP) goed.
Artikel 3 - Stelt het retributiereglement vastgoedinformatie vast als volgt:
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen/athumi wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Artikel 2 - Algemeen
De gemeente Bonheiden verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De gemeente Bonheiden doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De gemeente Bonheiden stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 12 september wordt ten voordele van gemeente Bonheiden een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Artikel 3 - Verschuldigde
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4 - Bedrag
Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag |
Retributiebedrag |
Vastgoeddossier |
75 EUR |
Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:
De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Artikel 5 - Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Artikel 6 - Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de gemeente Bonheiden voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
§4. De gemeente Bonheiden bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Bonheiden verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Bonheiden bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De gemeente Bonheiden doet een beroep op Digitaal Vlaanderen/athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Digitaal Vlaanderen/athumi treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente Bonheiden, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.
Artikel 7 – Ondertekening
De vastgoeddossiers die de gemeente Bonheiden via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 8 - Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf overgang naar het Vastgoedinformatieplatform tussen 12 september en 12 oktober alle retributiereglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Artikel 9 - Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Artikel 4 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.
De gemeente Bonheiden besliste op de gemeenteraad van 25/09/2019 over te gaan tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor het gebied in de omgeving van de Doornlaarstraat. De opmaak van dit RUP kadert in de uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Bonheiden.
Het RUP omvat de contour van het BPA 19 Meiboomstraat, aan de oostelijke gemeentegrens van Bonheiden. Het plangebied omvat 2 segmenten. Het ene segment betreft het bedrijventerrein gesitueerd aan de Doornlaarstraat. Deze bedrijvensite werd reeds in 2016 onderzocht in het kader van de subsidieopdracht activeringsteams. Het overige segment betreft het actualiseren en uitzuiveren van het BPA Meiboomstraat naar een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het college van burgemeester en schepenen keurde het voorontwerp van het RUP 'Doornlaarstraat' goed op 28/03/2023, waarna het ter advies werd voorgelegd aan de verplichte adviesinstanties. De adviezen en opmerkingen van de schriftelijke adviesronde werden verwerkt tot een ontwerp van het RUP 'Doornlaarstraat' dat nu ter voorlopige vaststelling aan de gemeenteraad van Bonheiden wordt voorgelegd.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het ontwerp RUP nr. 17 ‘Doornlaarstraat' voorlopig vast te stellen.
De gemeente Bonheiden besliste op de gemeenteraad van 25/09/2019 over te gaan tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor het gebied in de omgeving van de Doornlaarstraat. De opmaak van dit RUP kadert in de uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Bonheiden.
Het RUP omvat de contour van het BPA 19 Meiboomstraat, aan de oostelijke gemeentegrens van Bonheiden. Het plangebied omvat 2 segmenten. Het ene segment betreft het bedrijventerrein gesitueerd aan de Doornlaarstraat. Deze bedrijvensite werd reeds in 2016 onderzocht in kader van de subsidieopdracht activeringsteams. Het overige segment betreft het actualiseren en uitzuiveren van het BPA Meiboomstraat naar een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Op 28/03/2023 heeft het college van burgemeester en schepenen het voorontwerp van het RUP 'Doornlaarstraat' goedgekeurd, waarna een schriftelijke adviesronde (plenaire vergadering) gehouden werd. De resultaten van de adviesronde werden verwerkt in het ontwerp van het RUP 'Doornlaarstraat'.
Een ontwerp-RUP bestaat uit een plan huidige situatie en juridische toestand, een grafisch plan, een toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften.
Het ontwerp-RUP wordt volgens de te volgen procedure voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp-RUP onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 kalenderdagen. Tijdens het openbaar onderzoek dient er een infomoment georganiseerd te worden.
Tijdens de plenaire vergadering met de adviesverlenende instanties werden volgende schriftelijke adviezen bezorgd omtrent het voorontwerp-RUP nr. 17 ‘Doornlaarstraat’ en als bijlage bij het verslag van de plenaire vergadering gevoegd:
Na de voorlopige vaststelling van het ontwerp-RUP door de gemeenteraad onderwerpt het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aan een openbaar onderzoek dat binnen 30 dagen na de voorlopige vaststelling, minstens wordt aangekondigd door:
Deze aankondiging vermeldt minstens:
Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen tot een individuele kennisgeving van het openbaar onderzoek aan de eigenaars van percelen waarop het planningsinitiatief betrekking heeft. Na de aankondiging wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gedurende 60 dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis. Het openbaar onderzoek start uiterlijk op de dertigste dag na deze waarop de aankondiging ervan in het Belgisch Staatsblad verschenen is. Deze termijn is een termijn van orde. Opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van de termijn van het openbaar onderzoek schriftelijk of digitaal aan de GECORO bezorgd.
Tijdens het openbaar onderzoek organiseert het gemeentebestuur een informatievergadering betreffende het ontwerp RUP nr. 17 ‘Doornlaarstraat’ voor de bevolking.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikels 2.2.1. tot en met 2.2.6. en artikels 2.2.18 tot en met 2.2.25, met in bijzonder artikel 2.2.21.
Het ontwerp-RUP 'Doornlaarstraat' bestaat uit een plan huidige situatie en juridische toestand, een grafisch plan, een toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften.
In het ontwerp-RUP wordt zowel een plan huidige situatie als een plan huidige juridische toestand toegevoegd. Het plan huidige juridische toestand is een afdruk van het bestaande Bijzonder Plan van Aanleg nr. 19 'Meiboomstraat' en RUP nr. 8 'Doornlaar-Oost'. Het plan huidige situatie is een recente luchtfoto van het volledige plangebied.
Een grafisch plan is een plan waarbij zones worden aangeduid gekoppeld aan toegestane bestemmingen binnen die zone. De bestemmingen opgelegd op het grafisch plan kunnen enerzijds de huidige bestemmingen van het BPA herbevestigen, anderzijds kunnen de bestemmingen wijzigen. Binnen het RUP 'Doornlaarstraat' worden de volgende bestemmingen voorzien:
Naast de verschillende zones worden ook trage verbindingen, interne circulatie en ontsluitingen en een hoofdontsluitingsweg aangebracht.
Het ontwerp-RUP 'Doornlaarstraat' is een verdere uitwerking van het voorontwerp-RUP van 28/03/2023 met de ingekomen opmerkingen en adviezen tijdens de schriftelijke adviesronde.
De fractie N-VA stelt voor het punt te verdagen.
Er vindt een publieke stemming plaats.
Het amendement wordt met 6 stemmen voor (Guido Vaganée, De Ruysscher Hilde, Wim Van der Donckt, Geert Teughels, Karl Theerens, Marcel Claes), en 12 stemmen tegen (Julie De Clerck, Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Hilde Schueremans, Frans Uytterhoeven, Jan Fonderie, Luc De Weerdt, Annick Van den Broeck, Hilde Smets, Pascal Vercammen) niet aangenomen.
Enig artikel – Stelt het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 17 ‘Doornlaarstraat', bestaande uit een grafisch plan, een plan bestaande toestand, een plan juridische toestand, een toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften, voorlopig vast.
Op 05/03/2015 leverde het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning af voor de bouw van woongelegenheden en de aanleg van de wegenis langs de Poverstraat (nu Kasseiweg).
In de stedenbouwkundige vergunning werd er opgelegd dat de wegenis, na definitieve oplevering, kosteloos aan de gemeente moest worden afgestaan.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de kosteloze grondafstand te aanvaarden en de overeenkomstige akte goed te keuren.
Op 05/03/2015 werd de stedenbouwkundige vergunning nr. B/2014/165 voor de bouw van woongelegenheden en de aanleg van de wegenis afgeleverd. In deze stedenbouwkundige vergunning werden voorwaarden opgelegd hoe de wegenis moest worden aangelegd. De projectontwikkelaar heeft de wegenis volgens deze voorwaarden aangelegd, waarbij het college van burgemeester en schepenen deze werken definitief heeft aanvaard.
De over te dragen wegenis, met een totale oppervlakte van 940 m², wordt door de projectontwikkelaar kosteloos aan de gemeente afgestaan om te worden opgenomen in het openbaar domein.
Het perceel grond bestemd voor inlijving in de openbare wegenis, ter plaatse Kasseiweg genaamd, voorheen gekend als deel van de bronpercelen B 381 K2 P0000 en B 379 Z5 P0000 en thans ten kadaster gekend onder de gereserveerde perceelnummers:
hetzij tezamen een oppervlakte volgens kadaster en de hierna gemelde opmeting van negen aren veertig centiaren (9 a 40 ca).
Het Decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 41, 11° betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bij de projectontwikkeling in de Kasseiweg wordt grondafstand van de wegenis gedaan. Het over te dragen perceel is bestemd om te worden opgenomen in het openbaar domein. De grondafstand moet nog bij authentieke akte worden vastgelegd.
Aangezien het hierbij om een daad van beschikking met betrekking tot onroerende goederen gaat, is het aan de gemeenteraad de voorwaarden (akte) hiervan vast te stellen.
Aan de overdracht zelf van de onroerende goederen zijn geen kosten verbonden.
Artikel 1 - Hecht goedkeuring aan de notariële akte voor de kosteloze overdracht van de wegenis gelegen in de Kasseiweg met gereserveerde perceelidentificatie:
die als bijlage bij dit besluit is gevoegd, en er integrerend deel van uitmaakt.
Artikel 2 - Beslist dat de burgemeester en de algemeen directeur de gemeente zullen vertegenwoordigen bij het verlijden van de akte.
Bij de realisatie van het KJOC ( Kinder- en Jeugd Ontmoetings Centrum) zijn er tussen de architect en de gemeente meningsverschillen ontstaan, waarbij deze zodanig groot geworden zijn dat er geen vertrouwen meer is tussen beide partijen.
Om de verdere samenwerking stop te zetten, werd een dading opgesteld.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld hiermee akkoord te gaan.
Op 26/11/2019 werd de gemeente Bonheiden gedagvaard door Korlam NV, waarbij een rechtstreekse vordering werd ingesteld ten bedrage van € 150.000, gezien Convents Products NV haar betalingen aan haar onderaannemer eveneens had gestaakt.
De gemeente Bonheiden heeft de procedure met betrekking tot de rechtstreekse vordering aangegrepen om een gerechtsdeskundige te laten aanstellen, teneinde de gebrekkige uitvoering van de werken door Convents Products NV te laten onderzoeken.
Middels vonnis van 10/02/2020 werd gerechtsdeskundige Roger Honinckx aangesteld teneinde de gebrekkige uitvoering van de werken te onderzoeken.
De gerechtsdeskundige heeft op 23/02/2023 zijn eindverslag bij de rechtbank neergelegd.
In dit eindverslag stelt de gerechtsdeskundige dat de architect geen 'fouten' heeft gemaakt en dat de gemeente aan de architect nog een vergoeding van € 47.750,66 incl. 21% btw verschuldigd is.
GD&A Advocaten heeft in opdracht van de gemeente onderhandelingen opgestart met de architect met de intentie een dading op te stellen waarbij de opdracht verbroken wordt.
De gemeente betaalt aan Van Belle en Medina Architects BV, een eenmalig en forfaitair bedrag ten belope van € 40.000 (incl. 21% btw) en dit tot slot van alle rekeningen.
Visum:
Het visum van de financieel directeur wordt toegekend aan deze verbintenis. Daarmee wordt bevestigd dat er geen enkele aanwijzing is gevonden dat deze uitgave onwettig, onregelmatig of zonder voldoende krediet in het lopende boekjaar of zonder verbintenis mogelijk binnen het meerjarenplan, zou worden aangegaan.
Gunstig visum VISUM 23/0279 van Els Van Bever van 16 augustus 2023
Artikel 1 – Hecht goedkeuring aan de volgende dadingsovereenkomst met betrekking tot de regeling van een geschil met betrekking tot de overheidsopdracht "Opmaak van de volledige studieopdracht voor een kinder- en jeugdontmoetingscentrum":
Tussen enerzijds:
Gemeente Bonheiden, met maatschappelijke zetel te 2820 Bonheiden, Jacques Morrensplein 10, ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0207.534.171, vertegenwoordigd door haar gemeenteraad, waarvoor optreden de heer Lode Van Looy, burgemeester, en mevrouw Ethel Van den Wijngaert, algemeen directeur.
Hierna: Gemeente Bonheiden;
en anderzijds:
Van Belle & Medina Architects BV, met maatschappelijke zetel gevestigd te 2018 Antwerpen, Markgravelei 75, met ondernemingsnummer 0870.194.720, vertegenwoordigd door […].
Hierna: Van Belle & Medina
Verder gezamenlijk “Partijen” genoemd en elk afzonderlijk een “Partij”;
Wordt vooraf uiteengezet hetgeen volgt:
Voor de opmaak van de volledige studieopdracht voor een kinder- en jeugdontmoetingscentrum op het domein Krankhoeve te Bonheiden werd een open oproep via de Vlaamse Bouwmeester gepubliceerd in het Bulletin der Aanbestedingen op 11 juli 2008.
De architectenovereenkomst met Van Belle & Medina Architects BV werd ondertekend op 1 februari 2010.
De gemeente Bonheiden heeft voor de realisatie van het kinder- en jeugdontmoetingscentrum via een open aanbesteding, gekend onder referte VBM 038, een overheidsopdracht in drie percelen uitgeschreven, namelijk:
Na het doorlopen van de onderhandelingen en het indienen van een ‘Best And Final Offer’ (BAFO) werd bij besluit van 29 december 2017 de opdracht voor perceel 1 gegund aan Convents Products NV voor een bedrag van € 1.682.970,15.
De werken werden aangevat op 2 mei 2018 en dienden te worden uitgevoerd binnen een uitvoeringstermijn van 410 kalenderdagen.
Tijdens de uitvoering van de werken ontstonden verschillende problemen aangaande de overschrijding van de uitvoeringstermijn en problemen aan de dakstructuur. De dakwerken werden in onderaanneming van Convents Products NV uitgevoerd door Hafkon (Remco NL) BV.
Van Belle & Medina BV maakte de volgende facturen op voor een totaalbedrag van € 47.750,66 (incl. 21%btw) aan de gemeente Bonheiden:
Tussen partijen bestaat discussie over de betaling van deze facturen.
Volgens Van Belle & Medina BV mocht zij betaling vorderen van deze facturen op basis van haar prestaties.
De gemeente Bonheiden is van mening dat deze facturen niet betaald dienen te worden op grond van het feit dat de facturen geprotesteerd werden, nog niet gefactureerd werden en Van Belle & Medina BV tekort geschoten is aan haar ontwerptaak. Volgens de gemeente Bonheiden had Van Belle & Medina als ‘opvolgend’ architect het globale probleem van de dampdichtheid en isolatie strikt moeten opmerken en had zij herstellingen/ aanpassingen moeten eisen aan de betrokken aannemers.
Op 26 november 2019 werden Convents Products NV en de gemeente Bonheiden gedagvaard door Korlam NV, een andere onderaannemer van Convents Products NV. Hierop werd op 30 december 2019 Hafkon (Remco NL) gedagvaard in tussenkomst en vrijwaring door Convents Products NV.
Middels het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen van 10 februari 2020 werd de heer Roger Honinckx aangesteld als deskundige.
De gerechtsdeskundige bracht zijn voorverslag uit op 8 augustus 2022.
De gerechtsdeskundige stelt in zijn eindverslag dat het dampscherm in het initieel concept van de architect werd voorzien. Convents Products NV en/of Hafkon hebben een alternatief dakconcept voorgesteld waarbij een dampscherm werd voorzien doch dit dampscherm uiteindelijk niet werd uitgevoerd zoals op de tekeningen werd voorgesteld
Dienvolgens wordt de eventuele aansprakelijkheid voor het concept uitgebreid naar Convents Products NV (en/of diens onderaannemers) aangezien zij (mede)verantwoordelijk zijn voor het concept.
De gerechtsdeskundige weerhoudt geen aansprakelijkheid in hoofde van Van Belle en Medina Architects BV.
Partijen zijn het niet eens over de afrekening tussen hen met betrekking tot de facturen van Van Belle en Medina Architects BV in functie van dit deskundig verslag (= het Geschil).
***
Partijen sluiten onderhavige dadingsovereenkomst (verder: Dading) - zonder enige nadelige erkentenis of aanvaarding van fout of schuld – met het oog op de definitieve beëindiging van het Geschil, en mits het doen van wederzijdse toegevingen. De Dading wordt gesloten tot slot van alle rekeningen in de zin van de artikelen 2044 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek.
Deze Dading heeft tot doel de rechten en verplichtingen van de Partijen, vergoedingen inbegrepen, definitief te regelen, zonder enige nadelige erkenning.
Wordt thans overeengekomen hetgeen volgt:
Artikel 1
De gemeente Bonheiden betaalt aan Van Belle en Medina Architects BV, een eenmalig en forfaitair bedrag ten belope van € 40.000 (incl. 21% btw) en dit tot slot van alle rekeningen.
Het bedrag van 40.000 EUR zal binnen de vijftien (15) dagen na datum van ondertekening van deze Dading door alle Partijen worden overgeschreven op rekeningnummer […] en met vermelding “dadingsovereenkomst gemeente Bonheiden / Van Belle & Medina”.
Partijen gaan akkoord met de minnelijke beëindiging van de opdracht van diensten van Van Belle & Medina BV het een kinder- en jeugdontmoetingscentrum op het domein Krankhoeve te Bonheiden.
Partijen zijn akkoord om de zaak te laten doorhalen bij de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen, gekend onder het rolnummer 19/1248/A.
Artikel 2
Partijen doen middels onderhavige Dading definitief, onherroepelijk en onvoorwaardelijk afstand van alle eventuele rechten, vorderingen en eisen die zij heden of in de toekomst ten aanzien van elkaar hebben met betrekking tot het Geschil en het in dat kader geboden rechtsherstel, alles inbegrepen, niets uitgezonderd, huidige en toekomstige, zekere en onzekere betwistingen.
De rechten en verplichtingen uit deze Dading gelden tevens voor enige juridische dan wel feitelijke opvolgers van (een van) de Partijen. Partijen verbinden zich ertoe hun respectievelijke opvolgers op rechtsgeldige en afdwingbare wijze aan de gehele huidige Dading te onderwerpen.
Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat elke Partij zijn eigen kosten draagt met betrekking tot de totstandkoming en uitvoering van deze Dading.
Deze Dading heeft tussen Partijen kracht van gewijsde in hoogste aanleg overeenkomstig artikel 2052 van het oud Burgerlijk Wetboek.
Artikel
Deze Dading kan enkel in rechte uitwerking hebben en in rechte worden aangewend na ondertekening ervan door alle Partijen.
In het andere geval hernemen de Partijen hun volledige rechten.
Artikel 4
Partijen verbinden er zich toe noch het bestaan noch de inhoud van deze Dading aan derden mee te delen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partijen, behoudens wat noodzakelijk zou zijn om de naleving van de rechten en verplichtingen uit deze Dading af te dwingen, dan wel indien de mededeling van deze Dading verplicht is ingevolge enige wettige bepaling, dan wel een bevel van een rechterlijke of administratieve instantie.
Geen enkele Partij kan enig voorbehoud formuleren ten overstaan van de uitvoering van deze Dading, en waarbij de meest gerede Partij bij niet-uitvoering door de andere Partij van huidige Dading uitsluitend de gedwongen uitvoering ervan kan vorderen ten aanzien van de rechter.
Artikel 5
5.1. Partijen verklaren en waarborgen bekwaam te zijn om een Dading te sluiten en over de vereiste hoedanigheid te beschikken om deze aan te gaan. Zij verklaren en erkennen dat zij met volledige kennis van zaken hebben ingestemd met deze Dading.
5.2. Voorts ontslaan de Partijen elkaar wederzijds, onvoorwaardelijk en onherroepelijk van elke gebeurlijke aansprakelijkheid met betrekking tot de totstandkoming van deze Dading, en doen zij onvoorwaardelijk en onherroepelijk afstand van elke gebeurlijke vordering tot ontbinding van deze Dading uit hoofde van artikel 1184 van het oud Burgerlijk Wetboek, alsook van elke gebeurlijke vordering omtrent de geldige totstandkoming en/of de bindende kracht van deze Dading (of een gedeelte ervan).
5.3. Indien zou worden geoordeeld dat één of meerdere krachtens onderhavige Dading aangegane verbintenissen geheel of ten dele ongeldig, nietig of niet-afdwingbaar zou(den) zijn, zal dat geen invloed hebben op de andere (gedeelten van de) artikelen of bepalingen van onderhavige Dading. In voorkomend geval zullen Partijen te goeder trouw besprekingen met elkaar aanknopen teneinde de ongeldige, nietige of niet-afdwingbare verbintenis zowel qua inhoud als qua bedoeling te vervangen door een geldige, wettige en afdwingbare verbintenis die zo nauw als maar enigszins mogelijk is, aansluit bij de (rechts)gevolgen die door het ongeldig, nietig of niet-afdwingbaar verklaarde artikel en/of gedeelte van artikel zouden zijn tot stand gekomen.
5.4. De Partijen erkennen volledige kennis te hebben van de omvang van hun rechten en verplichtingen die uit deze Dading voortvloeien. Zij zullen geen enkel nieuw element dat niet zou zijn opgenomen in onderhavige Dading kunnen inroepen om de draagwijdte van de onderhavige Dading te betwisten of om terug te komen op de Dading.
5.5. Geen enkele Partij kan enig voorbehoud formuleren ten overstaan van de uitvoering van deze Dading. Deze Dading behelst derhalve overeenkomstig artikel 2052 oud Burgerlijk Wetboek onherroepelijk afstand vanwege Partijen van het recht zich te beroepen op enige dwaling in feite of in rechte of op welk verzuim dan ook met betrekking tot het bestaan of de draagwijdte van hun rechten en plichten. Partijen verklaren uitdrukkelijk voldoende informatie te hebben ontvangen, voldoende bedenktijd te hebben gehad en voldoende advies te hebben kunnen inwinnen omtrent hun rechten en plichten die voortkomen uit onderhavige Dading.
Artikel 6
6.1. Partijen verklaren dat onderhavige Dading tussen hen één onlosmakelijk geheel vormt, te goeder trouw en in het belang van alle Partijen rechtsgeldig gesloten.
Onderhavige Dading omvat volledig hetgeen tussen Partijen is overeengekomen en heeft voorrang op iedere voorafgaande schriftelijke of mondelinge, uitdrukkelijke of impliciete overeenkomst of afspraak in welke vorm ook met betrekking tot de uiteengezette betwisting.
6.2. Voor de interpretatie van onderhavige Dading zullen de Partijen zich baseren op de bewoordingen ervan.
6.3. Elke wijziging of aanvulling van onderhavige Dading gebeurt uitsluitend schriftelijk. Een gebeurlijke verzaking aan één of meerdere rechten uit onderhavige Dading kan uitsluitend schriftelijk en uitdrukkelijk plaatsvinden.
Artikel 7
Onderhavige Dading treedt in werking, na voorafgaande goedkeuring door de daartoe bevoegde organen van Partijen, op de datum van ondertekening ervan door alle Partijen.
Artikel 8
Onderhavige Dading wordt beheerst door het Belgisch recht, in het bijzonder door de artikelen 2044 en volgende van het oud Burgerlijk Wetboek en houdt voor beide Partijen wederzijdse toegiften in.
In geval van betwistingen met betrekking tot onderhavige Dading en de uitvoering daarvan, zullen de Partijen op ernstige wijze proberen om tot een redelijke minnelijke schikking te komen.
Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen geen minnelijke schikking kan worden bereikt, zal elk geschil betreffende de geldigheid, de interpretatie of de uitvoering van onderhavige Dading behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de hoven en rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Antwerpen.
Artikel 2 – Besluit dat de burgemeester en de algemeen directeur de gemeente zullen vertegenwoordigen bij het ondertekenen van de dadingsovereenkomst.
Als vooruitstrevend bestuur en in het kader van administratieve vereenvoudiging wordt ernaar gestreefd, indien het Decreet over het lokaal bestuur dit mogelijk maakt, om bevoegdheden zo dicht mogelijk bij de werking zelf te leggen, en om delegaties waar die al van toepassing waren op basis van het Gemeentedecreet, te continueren.
Vermits het bestuur voor een aantal belangrijke uitdagingen staat en er graag snel, efficiënt en flexibel ingespeeld wenst te worden op organisatorische noden, is het opportuun om de bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden (rechtspositieregeling en arbeidsreglement) en het bepalen van het organogram, die nu bij de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn berusten, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
Hiervoor wordt aan de gemeenteraad akkoord gevraagd.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de bevoegdheid voor de vaststelling van alle reglementen aangaande personeelsaangelegenheden, alsook het bepalen van het organogram, gedelegeerd kan worden van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn aan het college van burgemeester en schepenen/vast bureau.
Het Decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikels 41, 1ste en 2de lid, 161 en 186 m.b.t. de delegatie van bevoegdheden van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen voor wat betreft alle reglementen aangaande personeelsaangelegenheden en het bepalen van het organogram.
Vermits het bestuur voor een aantal belangrijke uitdagingen staat en er graag snel, efficiënt en flexibel ingespeeld wenst te worden op organisatorische noden, is het opportuun om de bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden (rechtspositieregeling en arbeidsreglement) en het bepalen van het organogram, die nu bij de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn berusten, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
Een van de uitdagingen momenteel is het aanpassen van de huidige rechtspositieregeling aan de bepalingen van het nieuwe besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen d.d. 20/01/2023. In samenspraak met de andere gemeenten van de regio Rivierenland wordt er hiervoor een gezamenlijke basis uitgewerkt. Om snel te kunnen schakelen is het aangewezen de bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden en het bepalen van het organogram, die bij de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn berusten, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau. Binnen de regio Rivierenland gingen Mechelen, Putte, Bornem, Berlaar en Willebroek de gemeente Bonheiden hierin al voor en ervaren ondertussen de voordelen van deze delegatie.
Artikel 1 - Delegeert de bevoegdheid voor het bepalen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden (o.m. de lokale rechtspositieregeling en het arbeidsreglement) van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 2 - Delegeert de bevoegdheid voor het vaststellen van het organogram van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen.
Op 25/09/2023 vindt een bijzondere algemene vergadering plaats van het Gemeentelijk Extern Verzelfstandigd Agentschap in privaatrechtelijke vorm vzw Berentrode op vraag van de gemeente Bonheiden.
Aangezien de vertegenwoordiger van de gemeente in de algemene vergadering van het Extern Verzelfstandigd Agentschap moet handelen volgens de instructies van de gemeenteraad moet de agenda van deze algemene vergadering vooraf aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de agendapunten goed te keuren.
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 1 - Hecht goedkeuring aan het agendapunt van de bijzondere algemene vergadering van vzw Berentrode die op 25/09/2023 plaatsvindt, en aan de daarbij horende documentatie nodig voor het onderzoek van dit agendapunt.
Enige agendapunt:
Artikel 2 - Verleent aan zijn afgevaardigde in de algemene vergadering van vzw Berentrode, met name Eddy Michiels, schepen van sport, het mandaat om te beraadslagen en te beslissen overeenkomstig voormeld besluit.
Artikel 3 - Zendt deze beslissing ter kennisgeving toe aan vzw Berentrode.
Dit punt werd geagendeerd door Guido Vaganée, fractieleider N-VA:
Ook het woonwerk verkeer in onze gemeente kan duurzamer. We maken nog te veel gebruik van de auto om ons naar het werk te verplaatsen en dit zonder een of meerdere collega's mee te nemen. In de nabije toekomst moet het aandeel van autosolisme in het woon-werkverkeer dalen. Het aandeel van fiets en openbaar vervoer in het woon-werkverkeer moet stijgen.
Om die doelstellingen te bereiken is onder meer het Pendelfonds opgericht. Het Pendelfonds subsidieert projecten die een duurzaam woon-werkverkeer bevorderen. Projecten die tot doel hebben om het aantal autoverplaatsingen op het vlak van woon-werkverkeer te verminderen kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring uit het fonds. Bedrijven of andere private instellingen, maar ook lokale of provinciale overheden of andere publieke instellingen (in samenwerking met een private partner) kunnen de subsidie aanvragen.
In het regionaal mobiliteitsplan van vervoerregio Mechelen waar onze gemeente deel van uitmaakt staat de mobiliteit switch naar meer en duurzamer vervoer ingeschreven.
In onze gemeente zijn 2 hoppinpunten voorzien. deze hoppinpunten faciliteren mee de combimobiliteit in onze gemeente en vergemakkelijken de overstap tussen Bus, deelwagen en (deel)fiets.
Onze bedrijven kunnen actief meewerken aan die mobiliteitsomslag. denken we maar onder andere aan het voorzien van bedrijfs(deel)fietsen voor hun werknemers of bezoekers of het faciliteren van fietsleasemogelijkheden voor de werknemers.
Dergelijke initiatieven kunnen het lokaal mobiliteitsaanbod versterken en aantrekkelijker maken.
De nieuwe subsidieoproep van het pendelfonds komt volledig tegemoet aan die vraag en kan helpen om de mobiliteit switch te realiseren.
De subsidie bedraagt maximaal de helft van de kosten die aan de projectuitvoering verbonden zijn, met een maximum van 200.000 euro wanneer een bedrijf alleen indient. Dit maximum bedrag verhoogt naargelang het project door twee of meer bedrijven wordt ingediend: 250.000 euro voor 2 bedrijven, 300.000 euro voor 3 bedrijven, 350.000 euro voor 4 en 400.000 voor 5 of meer bedrijven. De projectduur is minimaal 2 en maximaal 4 jaarNieuwe oproep
Op 18 september 2023 wordt de 14de oproep van het Pendelfonds opengezet. Bedrijven en overheden kunnen zich dan aanmelden om een dossier in te dienen. Met het Pendelfonds geeft de Vlaamse overheid subsidies aan initiatieven die het woon-werkverkeer duurzamer maken.
Bedrijven en organisaties die een project willen indienen, kunnen van 18 september tot 18 oktober een dossiernummer aanvragen. Daarna hebben ze tot 18 januari tijd om de subsidieaanvraag te vervolledigen. Hoe meer een ingediend project valt onder de focus van de oproep, hoe hoger de score van het project en hoe meer kans op subsidiëring.
De volgende instanties kunnen projectaanvragen indienen:
De indieners moeten:
Voor de 14de Pendelfondsoproep kunnen projecten worden ingediend voor de volgende maatregelen:
Artikel 1 - De gemeenteraad vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om de ondernemers aan te schrijven en de subsidieoproep van het pendelfonds toe te lichten.
Artikel 2 - De gemeenteraad vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om de raad lokale economie zo snel mogelijk bijeen te roepen (wegens de korte indieningsperiode) en samen met de raad actief op zoek te gaan naar een gezamenlijke project binnen de krijtlijnen van de 14de subsidieoproep van het pendelfonds.
De voorzitter sluit de zitting op 30/08/2023 om 21:57.
Namens Gemeenteraad,
Ethel Van den Wijngaert
algemeen directeur
Julie De Clerck
voorzitter gemeenteraad