Het reglement wordt voorgelegd omdat er naast sociale voordelen ook andere voordelen worden aan toegevoegd, met name een tussenkomst voor de meerdaagse schoolreis van lagere schoolkinderen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de aanpassingen goed te keuren.
Dankzij het flankerend onderwijsbeleid kunnen gemeenten een beleid voeren waarmee ze alle kinderen bereiken die op hun grondgebied school lopen.
Flankerend onderwijsbeleid wordt gedefinieerd als het geheel van acties van een lokaal bestuur om een onderwijsbeleid te ontwikkelen in samenwerking met de lokale actoren en legt een sterke focus op gelijke onderwijskansen.
Het kader werd vastgelegd in het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau.
Het Decreet bestaat uit twee onderdelen: de sociale voordelen en andere voordelen.
De sociale voordelen hebben een verplichtend karakter. Zodra de gemeente beslist een sociaal voordeel toe te kennen, is ze verplicht dit toe te kennen aan al de scholen binnen de gemeente.
De lijst met sociale voordelen is limitatief:
De andere voordelen zijn meer vrijblijvend. Ze moeten pas worden toegekend als de gemeente ze toekent aan één school, waarvan zijzelf niet de inrichter is.
Het gemeentebestuur mag ervoor kiezen om dit voordeel als inrichter alleen in de eigen scholen toe te kennen.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00288 van Johan Muyldermans van 04 december 2023
Artikel 1 - Heft met ingang van 01/01/2024 volgend besluit op:
Artikel 2 - Stelt met ingang van 01/01/2024 het kader voor maatregelen in het kader van flankerend onderwijsbeleid vast als volgt:
1. VISIE
Het idee achter de reglementering rond de sociale voordelen is dat een lokaal bestuur geen concurrentievoordeel mag creëren ten opzichte van de andere onderwijsnetten door vanuit het gemeentebudget, niet de werkingstoelagen of remgelden, uitsluitend voor de eigen scholen dingen te organiseren en te financieren.
Het gemeentebestuur wilt, binnen de budgettaire mogelijkheden, een beleid voeren waarmee ze alle kinderen bereiken die op hun grondgebied naar school gaan en het onderwijs steunen in zijn maatschappelijk taak om gelijke kansen te creëren.
2. TOEPASSINGSGEBIED
Dit reglement is van toepassing op alle basisscholen van andere schoolbesturen die gelegen zijn op het grondgebied van Bonheiden.
3. BEGRIPPEN EN ALGEMENE PRINCIPES
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° Sociale voordelen
Sociale voordelen zijn een onderdeel van het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau van 30/11/2007 en zijn latere wijzigingen.
Het gemeentebestuur is verplicht om dezelfde voordelen toe te kennen aan de scholen van andere schoolbesturen, gelegen op hun grondgebied, als die erom verzoeken. De andere scholen worden pas rechthebbend als zij zich minimaal aan dezelfde voorwaarden houden als door het gemeentebestuur opgelegd aan de eigen scholen.
2° Soorten sociale voordelen
3° Ochtend- en avondtoezicht: is elke vorm van toezicht die voor of na de normale aanwezigheid georganiseerd wordt. De ‘normale aanwezigheid van de leerlingen’ begint een kwartier voor het belsignaal tot een kwartier na het belsignaal. Dit geldt zowel voor ‘s morgens als ‘s avonds. Binnen deze periode vallen de leerlingen onder de hoede van de school.
4° Middagtoezicht: Dit betreft zowel middag-als middagmaaltoezicht gedurende één uur op volledige schooldagen. Woensdagmiddagtoezicht blijft dus buiten de scope van sociaal voordeel.
5° Andere voordelen: elk voordeel dat wordt toegekend dat niet opgenomen is in de lijst van de sociale voordelen. De voordelen zijn steeds kindgericht.
4. OCHTEND- EN AVONDTOEZICHT
Artikel 1 Voorwaarden
§1 Het toekennen van sociaal voordeel ochtend- en avondtoezicht is van toepassing zolang de gemeente dit sociaal voordeel toekent aan de gemeentescholen rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden.
§2 De schoolbesturen die gebruik willen maken van dit sociaal voordeel moeten:
De tarieven volgen vastgelegd in de buitenschoolse kinderopvang, De Wiebelboom, heden bepaald op € 1 per begonnen half uur .
§3 Dit sociaal voordeel heeft betrekking op de (bruto) vergoeding incl. vakantiegeld, eindejaartoelage, fietsvergoeding en maaltijdcheques van de toezichters.
§4 Toezichters worden aangeworven door het schoolbestuur die het voordeel geniet.
Artikel 2 Berekening
§1 Het beschikbare budget van € 100 per leerling per dienstjaar voor ochtend- en avondtoezicht toezicht wordt verdeeld op basis van het leerlingenaantal van de telling van 1 februari van het jaar waarin het sociaal voordeel wordt gerekend.
§2 Het toegekende bedrag mag nooit meer zijn dan de effectieve uitgave aan toezicht. De financiële dienst kan dit bekijken op basis van loonstaten of onkostennota’s.
§ 3 Er wordt toegestaan dat er een overheadkost van 5 % op de bewezen kosten wordt gerekend.
§4 De afrekening gebeurt twee keer op een jaar:
§5 De scholen bezorgen ten laatste eind maart een kopie van het document van de Vlaamse overheid waarin vermeld staat hoeveel leerlingen er zijn ingeschreven op 1 februari aan de financiële dienst.
§6 Bijkomend ontvangt elke vestiging van de scholen per jaar een budget van € 150 voor spelmateriaal. Dit wordt uitbetaald na voorlegging van aankoopbewijzen.
§7 De financiële dienst zorgt voor de uitbetaling na de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.
5. MIDDAGTOEZICHT
Artikel 3 Voorwaarden
§1 Het toekennen van sociaal voordeel middag toezicht is van toepassing zolang de gemeente dit sociaal voordeel toekent aan de gemeentescholen rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden.
§2 Het middagtoezicht gebeurt in de lokalen waar de leerlingen hun middagmaal nuttigen.
§3 Het middagtoezicht is kosteloos voor de ouders.
§4 Het personeel wordt minimaal vergoed ofwel via loonbarema 202 (onderwijs) ofwel niveau C (gemeente)
§5 Dit sociaal voordeel heeft enkel betrekking op de (bruto) vergoeding incl. vakantiegeld, eindejaartoelage, fietsvergoeding en maaltijdcheques van de toezichters.
§6 Toezichters worden aangeworven door het schoolbestuur die het voordeel geniet.
Artikel 4. Berekening
§1 Er wordt een toelage verleend per volledige schijf van 50 leerlingen.
§2 Het aantal rechthebbende leerlingen wordt bepaald op basis van het gemiddelde van tijdens de middagbewaking aanwezige leerlingen tijdens de maanden september, oktober en november. De gemeente doet hiervoor een steekproef.
§3 De vergoeding wordt als volgt berekend:
Minimaal bruto uurloon x aantal toezichters x 160 (dagen) = € …
Het minimaal bruto uurloon is gelijk aan B1 0de jaar anciënniteit of C1 0de jaar anciënniteit
(loonschaal gemeente).
Hiervan wordt het bedrag dat vervat zit in de werkingstoelagen afgetrokken: Aantal leerlingen op 01/02 x bedrag vervat in werkingstoelage € = € X.
§4 Het toegekende bedrag mag nooit meer zijn dan de effectieve uitgave aan toezicht. De personeelsdienst/financiële dienst kan dit bekijken op basis van loonstaten of onkostennota’s.
§5 De afrekening gebeurt in de maand maart van jaar X+1.
§6 De financiële dienst zorgt voor de uitbetaling na de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.
6. TOEGANG TOT HET ZWEMBAD
Artikel 5. Principe
§1 Dit sociaal voordeel omvat de vergoeding van € 1 voor de toegang tot het zwembad voor de leerlingen lager onderwijs.
§2 De kosten verbonden aan het verstrekken van één schooljaar gratis zwemmen, waar elke leerling lager onderwijs recht op heeft, worden niet als sociaal voordeel beschouwd.
§3 Het busvervoer van en naar het zwemmen valt niet onder toepassing van het sociaal voordeel.
§4 De schoolbesturen die gebruik willen maken van dit sociaal voordeel mogen dit niet door factureren aan de ouders.
§5 Het sociaal voordeel wordt uitgerekend op basis van het reëel aantal kinderen die gezwommen hebben.
§6 De afrekening gebeurt na voorleggen van de facturen en een schrijven tot terugbetaling aan de financiële dienst en dit tenminste jaarlijks in december.
§7 De financiële dienst zorgt voor de uitbetaling na de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.
7. LEERLINGENVERVOER
Artikel 6. Principe
§1 De gemeente voorziet 2 busritten ’s morgens en ’s avonds op de dagen dat de scholen geopend zijn.
§2 Eén busrit vindt plaats op grondgebied Bonheiden, de andere op grondgebied Rijmenam.
§3 Er wordt door de gemeente 1 toezichter aangesteld per begonnen schijf van 30 leerlingen.
8. ANDER VOORDEEL - SUBSIDIE VOOR VERVOER VOOR MEERDAAGSE SCHOOLREIS BINNEN BELGIE
Artikel 7. Principe
§1 De gemeente voorziet voor elke lagere school, onafhankelijk van het aantal vestigingen een financiële tussenkomst voor vervoer voor een meerdaagse schoolreis binnen België.
§2 Onder meerdaagse schoolreis wordt verstaan: een schoolreis georganiseerd voor leerlingen uit het lager onderwijs met minstens 1 overnachting.
§3 De school kan deze subsidie inzetten voor leerlingenvervoer of voor goederenvervoer naar de bestemming en voor de terugrit. Extra ritten zijn niet mogelijk.
§4 De financiële tussenkomst bedraagt maximaal €750 en kan slechts 1 keer per schooljaar worden aangevraagd.
§5 De subsidie wordt uitbetaald na voorleggen van de facturen en een schrijven tot terugbetaling aan de financiële dienst en dit tenminste jaarlijks in december.
§6 De financiële dienst zorgt voor de uitbetaling na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen
Artikel 3 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.