Terug
Gepubliceerd op 30/03/2023

Besluit  Gemeenteraad

wo 01/03/2023 - 20:30

Omgeving - Ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen en nota m.b.t. het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden: Advies

Aanwezig: Julie De Clerck, voorzitter gemeenteraad
Lode Van Looy, burgemeester
Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Eddy Michiels, Hilde Schueremans, schepenen
Frans Uytterhoeven, Jan Fonderie, Guido Vaganée, Karolien Huibers, Barbara Maes, Annick Van den Broeck, Wim Van der Donckt, Hilde Smets, Daan Versonnen, Geert Teughels, Pascal Vercammen, Karl Theerens, Marcel Claes, gemeenteraadsleden
Ethel Van den Wijngaert, algemeen directeur
Verontschuldigd: Luc De Weerdt, Charlotte Pittevils, gemeenteraadsleden
Afwezig: Rudi Withaegels, gemeenteraadslid

De provincieraad stelde op 27/10/2022 het ontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen voorlopig vast. Met het Beleidsplan Ruimte wil de provincie Antwerpen het ruimtegebruik op haar grondgebied herdefiniëren. Over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen loopt een openbaar onderzoek van 16/12/2022 tot en met 15/03/2023. Tijdens deze periode kan de gemeenteraad advies verlenen.

Het provinciebestuur heeft ervoor gekozen om enkele thema's te selecteren die mogelijk aanleiding geven tot strijdigheid tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. In de nota 'Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden - Adviesvraag met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn' worden de delen aangeduid van specifieke onderdelen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden die niet langer geldig zijn.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld advies te verlenen over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen en de adviesvraag met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden.

Voorgeschiedenis
  • 23/05/2019: De provincieraad van de provincie Antwerpen keurt de conceptnota voor het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen goed.
  • 05/08/2019: Brief van het provinciebestuur van Antwerpen waarbij advies wordt gevraagd aan het college van burgemeester en schepenen betreffende de conceptnota Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.
  • 15/10/2019: Het college van burgemeester en schepenen verleent advies over de conceptnota voor het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.
  • 21/11/2022: Brief van het provinciebestuur van Antwerpen waarbij advies wordt gevraagd aan de gemeenteraad over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.
  • 21/11/2022: Brief van het provinciebestuur van Antwerpen waarbij advies wordt gevraagd op het voorstel van omschrijving of aanduiding van de onderdelen die niet langer geldig zijn in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden.
  • 16/12/2022 tot en met 15/03/2023: Openbaar onderzoek over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.
Feiten en context

Een ruimtelijk beleidsplan bestaat uit een strategische visie en een of meer beleidskaders die samen het kader aangeven voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Het ruimtelijk beleidsplan is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen in de ruimtelijke ordening. Het is realisatiegericht. Een strategische visie omvat een langetermijnvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling. Een beleidskader bevat operationele beleidskeuzes voor de middellange termijn en actieprogramma's voor een thema of voor een gebiedsdeel. Beleidskaders beschrijven onder meer hoe en met wie de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd. De strategische visie kan niet worden opgeheven, ze kan alleen geheel of gedeeltelijk worden herzien. Een beleidskader kan worden opgeheven. Geen van de onderdelen van een beleidsplan heeft verordenende kracht. Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen vervangt het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen. 

De strategische visie:

Bevat vier ruimtelijke principes en zeven strategieën die de basis zijn voor het te voeren ruimtelijke beleid in de provincie Antwerpen. Ze beschrijft daarnaast de algemene ambitie, het ruimtegebruik vandaag, de uitdagingen voor morgen en de manier waarop de provincie zelf aan de slag wil gaan. Volgende vier ruimtelijke principes die aan de basis liggen van zowel de strategische visie als van het provinciaal ruimtelijk beleid:

    • zuinig ruimtegebruik - meer doen met dezelfde ruimte;
    • veerkracht - ruimte die tegen een stoot kan;
    • nabijheid en bereikbaarheid - ruimte en mobiliteit versterken elkaar;
    • eigenheid - een open dialoog tussen de lokale eigenheid en nieuwe maatschappelijke trends.

Deze ruimtelijke principes worden vertaald in zeven strategieën. Ze verwoorden ambities die iedereen samen moet realiseren. Ze zijn, net zoals de ruimtelijke principes, de basis voor het provinciaal ruimtelijk beleid op lange termijn:

    • Offensieve open ruimte - Natuur, landbouw, water en recreatie vormen een samenhangend en functioneel geheel;
    • Samenhangend ecologisch netwerk - Onafgebroken netwerken doorheen open en bebouwde ruimte;
    • Van versnippering naar bundeling - De meerwaarde door bundeling investeren in de open ruimte;
    • Ruimtelijke multimodale knopen - Synergie tussen de uitbouw van ruimtelijke multimodale knopen en ruimtelijke ontwikkeling;
    • Sluitend locatiebeleid voor (hoog) dynamische functies - Voorzieningen en bedrijven op strategische rendementslocaties;
    • Levendige kernen - aangenaam leven in een netwerk van kwaliteitsvolle dorps- en stadskernen;
    • Energietransitie - een fundamentele bijdrage van het ruimtelijk beleid aan de energietransitie.

Beleidskader 'Levendige kernen':

Door in te zetten op kernversterking kan de kwaliteit van de kern verbeteren en kan verdere versnippering van de open ruimte worden tegengegaan. Naast comfortabele, energiezuinige en hittebestendige gebouwen is het belangrijk dat mensen kunnen wonen in levendige kernen met de nabijheid van groen en water. Belangrijk is dat het klimaatbestendig inrichten van kernen steeds hand in hand gaat met de verbetering van de levenskwaliteit, multifunctionele inrichting van de publieke ruimte, het versterken van het ecologisch netwerk, bevorderen van waterinfiltratie enz. en dit op maat van de kern. Om meer te kunnen doen met minder ruimte in kernen is verweving een belangrijk middel om in te zetten op een kernversterkend beleid. Alle activiteiten die verweven kunnen worden, worden prioritair in de kern voorzien. De provincie wenst een beleid te voeren 'op maat' van een kern. Wat een kern nodig heeft om levendig te zijn en op welke manier kan ingespeeld worden op de verschillende uitdagingen, hangt af van de schaal, aantrekkingskracht, mate van bereikbaarheid, voorzieningenniveau en de ligging en samenhang ten opzichte van andere kernen. Dit is voor elke kern anders. Daarom wordt een kerntypering bepaald die een basis vormt voor een gedifferentieerde aanpak van de uitdagingen voor de kernen op provinciaal niveau. Deze kerntypering is een aanzet voor een bovengemeentelijk ruimtelijk beleid. Het is aan de gemeenten om, indien nodig, verdere differentiatie en verfijning van een kerntype uit te werken in hun Beleidsplan Ruimte. Bij de uitwerking van de kerntypering vertrekt men van een onderscheid tussen stedelijke en niet-stedelijke kernen. Volgende soorten niet-stedelijke 'dorpskernen' worden gedefinieerd: 

    • Strategische dorpskernen
    • Dorpskernen met potenties
    • Dorpskernen
    • Kleine dorpskernen

In bijlage 1 van het beleidskader 'Levendige kernen' wordt de kerntypering toegepast. In Bonheiden worden twee kernen geselecteerd: Bonheiden en Rijmenam. Vervolgens wordt voor elke kern het stroomschema 'op maat van een kern' doorlopen. Bonheiden en Rijmenam krijgen het type 'Dorpskernen' toegekend.

In bijlage 2 wordt het regionaal woonprogramma 2021-2030 uitgewerkt voor de provincie Antwerpen. Daarin wordt een herverdeling van de huishoudensprognoses binnen de regionale woonmarkten uitgewerkt. Daarin wordt bepaald dat 'Dorpskernen' geschikt zijn om lokaal een beperkte huishoudenstoename op te vangen in verhouding tot hun profiel. Daarom kunnen ze de helft van de verwachte huishoudenstoename behouden. De andere helft van de toename wordt herverdeeld naar de stedelijke kernen en strategische dorpskernen.

De provincie wil woningen op de ruimtelijk meest verantwoorde plekken, rekening houdend met de toename van de huishoudens en de gewijzigde gezinssamenstelling. Dit betekent dat:

    • de grootste toename van bijkomende woningen zich situeren in de stedelijke kernen en de strategische dorpskernen.
    • het aansnijden van woonreservegebied is een uitzonderingsregel.
    • verhoging van het ruimtelijk rendement moet bij voorkeur in de centra: nabij de voorzieningen en/of aan ruimtelijke multimodale knopen. Het wonen buiten de kernen wordt niet gestimuleerd.
    • er wordt rekening gehouden met de vraag naar diverse en kleine woningtypes.

Er worden ontwikkelingsperspectieven voor bijkomende woningen vooropgesteld per kerntype. De 'Dorpskernen' zijn geschikt om de lokale huishoudensgroei op te vangen maar in verhouding tot hun profiel. Er is ook nog een beperkte opvang van huishoudens mogelijk om levendige kernen te behouden en om te vermijden dat er buiten de dorpskernen bijkomende huishoudens komen. Dit gebeurt door aan kernversterking te doen. Daarbij zal het evenwicht in deze kernen vooral liggen in enerzijds het behouden van de identiteit en anderzijds de mogelijkheden binnen het bestaand ruimtebeslag en binnen de bestemming 'woongebied'. Indien deze mogelijkheden zijn uitgeput en er een kwantitatieve en kwalitatieve motivatie is, kan het verantwoord zijn om op strategische locaties in de kern nieuwe uitbreidingsmogelijkheden te voorzien. Dit zijn grotere onbebouwde gebieden in woongebied, maar buiten het huidig ruimtebeslag. Het aansnijden van woonreservegebied is niet wenselijk.

Verder wil het provinciebestuur detailhandel maximaal kansen geven voor ontwikkeling in de kernen. Er wordt eveneens ingezet op het behoud en het stimuleren van bedrijvigheid in de kernen. Verweefbare bedrijvigheid hoort prioritair thuis in de kern. Nabijheid met andere functies zoals wonen of winkelen zal niet enkel de mobiliteitsnood verminderen, maar functies met elkaar kunnen versterken. De provincie streeft dan ook naar een maximaal behoud van de economische invulling in de kernen en wil daarnaast ook werklocaties (woon-werkgebouwen)toevoegen in de kern. Monofunctionele woonontwikkelingen worden de uitzondering. De provincie zal waken over de multifunctionaliteit van de omgeving.

Om bebouwde kernen kwaliteitsvol en klimaatbestendig te maken wordt ingezet op groenblauwe dooradering in de kern en net erbuiten. Men wil zuinig omspringen met de open ruimte in de kernen en streven naar ontharding binnen de kern.

De provincie zet zich mee in voor de energietransitie in de kernen. Inzetten op levendige kernen is ook inzetten op fossielvrije en energieneutrale of -positieve kernen. De provincie ondersteunt gemeenten bij de opmaak van warmtezoneringsplannen die inzicht geven welke gebieden kansen hebben naar een collectieve warmtevoorziening, via bijvoorbeeld warmtenetten. Door op regionale schaal heel wat data rond warmte in beeld te brengen kunnen gemeenten aan de slag gaan om een eigen warmtestrategie op te maken.

Beleidskader 'Sterke netwerken: ruimte en mobiliteit':

In dit beleidskader richt de provincie zich op de link tussen ruimtelijke ordening en mobiliteit. Het provinciebestuur stimuleert hoogdynamische functies die mobiliteit genereren enkel nog op multimodale vervoersknopen. In het provinciaal ruimtelijk beleid ligt de focus op ruimtelijke multimodale knopen. Dit zijn plekken waar meerdere vervoersnetwerken op een hoogwaardige manier met elkaar in verbinding staan en er eveneens ondersteunende diensten zijn die de overschakeling van het ene vervoersnetwerk op het andere vergemakkelijken. Om ruimtelijke ontwikkelingen op een degelijke manier naar goed gelegen plekken te sturen, zijn objectieve data over deze plekken nodig. Het provinciaal ruimtemodel en het ruimtekompas worden gebruikt bij afwegingen rond een goed gelegen locatie voor toekomstige (hoog) dynamische ontwikkelingen. De provincie wil bijdragen aan de Vlaamse doelstelling om in 2030 een modal split van 50% te bereiken: de helft van de verplaatsingen gebeurt dan via vervoersmiddelen anders dan de personenwagens.

Beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte':

Met dit beleidskader zorgt de provincie ervoor dat nieuwe ontwikkelingen in de schaarse ruimte niet langer versnipperd gebeuren. Door de beschikbare ruimte efficiënter te gebruiken zal de druk op de open ruimte verminderen. De provincie ondersteunt de Vlaamse ambitie om tegen 2040 het dagelijks bijkomend ruimtebeslag tot 0 te herleiden. Residentiële en niet-residentiële gebouwen in de provincie Antwerpen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de totale CO2-uitstoot. De stads- en dorpskernen in de provincie kennen een hoge verhardingsgraad en de bebouwde ruimte wordt slecht benut door een woonaanbod in woonlinten en verspreide bebouwing buiten de kernen. Door woningen te bundelen en werkplekken en voorzieningen op de meest geschikte locaties samen te brengen, kan meer open ruimte vrijgemaakt worden. Daarom wordt in een lokaal en provinciaal beleid gestreefd in klimaatneutrale en - bestendige compacte woon-, werk- en verblijfplekken. Het is belangrijk dat mensen kunnen wonen in levendige kernen met de nabijheid van groen. Tijdens perioden van hittestress is het belangrijk dat er in de kernen genoeg groen is om voor schaduw en verkoeling te zorgen. Voldoende contact met groen draagt bovendien bij tot de mentale en fysieke gezondheid. Er wordt vertrokken vanuit de ambitie om bijkomend ruimtebeslag en verharding te voorkomen en ook te verminderen. De provincie wil daarom inzetten op een aantal zaken: het beter gebruiken van het goed gelegen ruimtebeslag, het in beeld brengen van ecosysteemdiensten en er waarde aan toekennen, infiltreren in plaats van verharden, nadenken over de toekomst van leegstaande (agrarische) sites en het begeleiden van functies naar ruimtelijk meer verantwoorde locaties.

Adviesvraag met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden:

De provincie Antwerpen heeft ervoor gekozen om enkele thema's te selecteren die mogelijk aanleiding geven tot strijdigheid tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. Dit zijn:

    • Bedrijvigheid
    • Verweving in kernen
    • Detailhandel
    • Huishoudenstransitie

De provincie wenst volgende passages uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden aan te duiden die niet meer geldig zijn:

1. Richtinggevend deel - 4.2. Elementen van de gewenste ruimtelijke-economische structuur, p. 174-175: 

    • Op de site Meurop zijn, vanwege de gebrekkige ontsluiting naar regionale wegen en de belasting van de woongebieden, grootschalige en verkeersaantrekkende activiteiten niet langer gewenst. De invulling van deze site wordt bepaald door de draagkracht van de kern van Rijmenam en de vallei van de Dijle. Dit houdt in dat de activiteiten op de site moeten voldoen aan volgende randvoorwaarden:
      •  geen hinder (vervuiling, lawaai)
      • minimale extra belasting van het bestaande wegennet
      • aandacht voor het uitzicht zowel van openbaar domein als architectuur
      • respect voor de natuurlijke waarden.

         Een beperkte economische activiteit blijft in de toekomst echter mogelijk, sterk verweven met wonen en groen.

    • Het milieubelastend bedrijventerrein Van Hoop, gelegen aan Gestelhoflei wordt herbestemd naar een gebied voor KMO. Een beperkte uitbreiding in westelijke richting is mogelijk.
2. Bindend deel - 2.3. Ruimtelijk-economische structuur - p. 200:
    • 7. De gemeente duidt volgende bedrijventerreinen aan voor kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven:
      • de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop
      • de in omvang te beperken ambachtelijke zone aan Doornlaarstraat
      • het om te vormen en beperkt uit te breiden bedrijventerrein aan de Gestelhoflei.
In de nota wordt gesteld dat de doorstreepte passages niet in overeenstemming zijn met de bepalingen uit het ontwerp-beleidsplan Ruimte van de provincie Antwerpen. In het ontwerp-beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte' - Bedrijvigheid, p. 45-46 staat namelijk dat in de kern wordt ingezet op verweefbare bedrijvigheid waardoor de bedrijventerreinen maximaal kunnen gevrijwaard worden voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen.
Bovendien wordt gesteld dat ook op de bedrijventerreinen men voldoende waakzaam moet blijven voor de noden van specifieke ruimtevragers zoals het vrijwaren van grote kavels voor grootschalige ruimtevragers, of het voorbehouden van kavels langsheen de bevaarbare waterwegen voor watergebonden bedrijvigheid, of ruimte voor bedrijven die belang hechten aan de nabijheid van specifieke vestigingsmilieus zoals de haven, het spoor, ...
Er wordt gesteld dat, als men bedrijventerreinen maximaal wil vrijwaren voor bedrijven die niet verweefbaar zijn met een woonfunctie, er dan best geen bijkomende beperkingen worden opgelegd aan de type bedrijvigheid op een bedrijventerrein. Uiteraard gaat de provincie bij het bepalen van de ontwikkelingsmogelijkheden (stimuleren of ontmoedigen van bijkomend economisch aanbod), altijd uit van de kenmerken van de ruimte en omgeving (mobiliteit, draagkracht,...) en de karakteristieken van de bedrijvigheid (activiteit, energievraag, ...).
Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen loopt van 16/12/2022 tot en met 15/03/2023.

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 2.1.8 tot en met 2.1.10.

Argumentatie
  • Betreffende beleidskader 'Sterke netwerken: ruimte en mobiliteit':
Het provinciaal ruimtekompas bestaat uit 4 kwartdranten: knoopwaarde, plaatswaarde, gebruikersintensiteit en ruimtelijke context. Er wordt vastgesteld dat de doorwerking van het ruimtekompas een vertekend beeld geeft. Dit is te wijten aan de verouderde data van 2016 en 2017 die werden gebruikt om het ruimtekompas op te stellen. Het ruimtekompas is een statistische weergave van de werkelijkheid. De provincie geeft aan dat het ruimtekompas doorheen de tijd kan evolueren. Echter ligt het ruimtekompas mee aan de basis van de kerntypering, uitgewerkt in het beleidskader 'Levendige kernen'.
Daarom vraagt de gemeente om de data die achter de ruimtekompassen schuilt te actualiseren. Bovendien moet het beslist beleid van de Vervoerregio meegenomen worden in de data. Een beleidsplan enten op gedateerde data, zonder het in rekening brengen van beslist beleid, brengt grote risico's met zich mee. Aangezien het ruimtekompas aan de basis ligt van het provinciale beleid geeft de incorrectheid van data aanleiding tot een grote discrepantie tussen de beleidsintenties die naar voren worden geschoven en de te verwachten resultaten bij de toepassing van het ruimtekompas. Op het grondgebied van Bonheiden is het Imeldaziekenhuis een regionale voorziening met een groot aantal personeelsleden en bezoekers. Dit maakt dat de gebruiksintensiteit en de plaatswaarde duidelijk hoger scoren dan een dorpskern zonder ziekenhuis dat een ruime regio bedient. Dit blijkt niet in de doorwerking van het ruimtekompas in het bepalen van de verschillende typen van dorpskernen. Daarenboven komen veel gebruikers wandelen in de vele groengebieden die Bonheiden heeft (Mispeldonk, Mechels Broek,...) en trekt het Cultureel Centrum 't Blikveld veel bezoekers uit de regio aan. 
Er wordt in dit beleidskader gesteld dat de ruimtelijke multimodale knooppunten bepaald zijn op basis van de regionale mobiliteitsplannen van de Vervoerregio's. Er wordt echter vastgesteld dat na een vergelijking met de eindnota van het regionaal mobiliteitsplan van de vervoerregio Mechelen een discrepantie is tussen beide beleidsplannen. Daar waar het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen vertrekt van de bestaande situatie, vertrekt het regionaal mobiliteitsplan vanuit ambities. Door het beslist beleid van de Vervoerregio worden bepaalde kernen in de nabije toekomst interessant om op in te zetten. Er zijn momenteel verschillende plannen in uitvoering en in opmaak die niet zijn opgenomen in het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. Het verschil in perceptie is dan ook merkwaardig, zeker wanneer er gesteld wordt dat de ruimtelijke multimodale knooppunten bepaald zijn op basis van de regionale mobiliteitsplannen. Daarenboven wordt het regionaal mobiliteitsplan van de vervoerregio Mechelen aanzien als de maatstaf. Bij de opmaak ervan is er zeer veel overleg gepleegd tussen de lokale besturen en de vervoerregio. Bijgevolg kan er dan ook niet akkoord gegaan worden bij de aanduiding en classificatie van verschillende multimodale knooppunten omtrent personenvervoer. Er wordt gevraagd om de aanduiding en classificatie van de multimodale knooppunten omtrent personenvervoer te herzien en te spiegelen aan het regionaal mobiliteitsplan van de vervoerregio Mechelen. Het regionaal mobiliteitsplan omvat beslist beleid en houdt rekening met de ontwikkeling van de afgelopen 7 jaar. Dit laatste omvat het PBRA niet.
Net zoals bij het personenvervoer dient het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen omtrent multimodale knooppunten goederenvervoer gespiegeld te worden aan het regionaal mobiliteitsplan van de Vervoerregio Mechelen.
  • Betreffende beleidskader 'Levendige kernen':
Bonheiden en Rijmenam krijgen het type 'Dorpskernen' toegekend. 
Daarvoor worden een aantal kenmerken van de dorpskernen in rekening genomen met onder meer de mate waarin de kern gebruikt wordt door bewoners en bezoekers en in welke mate ze tewerkstelling biedt, alsook het voorzieningenniveau. Het resultaat daarvan wordt uitgewerkt in een stroomschema 'op maat van een kern'. Voor 'Dorpskernen' wordt volgend stroomschema gevolgd:
'Is de kern gelegen in stedelijk gebied, zoals afgebakend in gewRUP's en PRUP's?': Nee
'Heeft de kern een minimale grootte van 500 inwoners?': Ja
'Heeft de kern een hoge knoopwaarde en plaatswaarde en gebruikersintensiteit?': Nee. Indien hier 'ja' zou geantwoord worden, onder meer het Imeldaziekenhuis in rekening genomen, zou Bonheiden een Strategische dorpskern zijn.
'Heeft de kern een hoge multimodale of gemiddelde tot hoge plaatswaarde of centraliteit t.o.v. zijn omgeving?': Nee
In het regionaal woonprogramma 2021-2030 wordt bepaald dat 'Dorpskernen' geschikt zijn om lokaal een beperkte huishoudenstoename op te vangen in verhouding tot hun profiel. Daarom kunnen ze de helft van de verwachte huishoudenstoename behouden. De andere helft van de toename moet herverdeeld worden naar de stedelijke kernen en strategische dorpskernen. Er is een beperkte opvang van huishoudens mogelijk om levendige kernen te behouden en om te vermijden dat er buiten de dorpskernen bijkomende huishoudens komen. Dit gebeurt door aan kernversterking te doen. Daarbij zal het evenwicht in deze kernen vooral liggen in enerzijds het behouden van de identiteit en anderzijds de mogelijkheden binnen het bestaand ruimtebeslag en binnen de bestemming woongebied. Indien deze mogelijkheden zijn uitgeput en er een kwantitatieve (aantonen dat het woonprogramma niet is opgevangen door stedelijke kerntypes, strategische dorpskernen of dorpskernen met potenties) en kwalitatieve motivatie is, kan het verantwoord zijn om op strategische locaties in de kern nieuwe uitbreidingsmogelijkheden te voorzien. Dit zijn grotere onbebouwde gebieden in woongebied, maar buiten het huidig ruimtebeslag. Bovendien wordt voor de 'Dorpskernen' gesteld dat het aansnijden van woonreservegebieden niet wenselijk is.
De gemeente Bonheiden wenst in het woonuitbreidingsgebied 'Grote Heide' een woonontwikkeling te realiseren en hier een aanbod aan betaalbare koopwoningen en sociale huurwoningen aan te bieden. Het op 31/10/2018 definitief vastgesteld gemeentelijk RUP 'Grote Heide - herneming' werd in 2021 door de Raad van State vernietigt. Het is echter nog steeds de wens van het gemeentebestuur om hier betaalbare woningen te realiseren en ook sociale huurwoningen met het oog op het behalen van het bindend sociaal objectief. Bonheiden heeft immers een grote achterstand in te halen ten overstaan van het Vlaams gemiddelde. Het woonuitbreidingsgebied 'Grote Heide' sluit aan bij de kern van Bonheiden en is op loopafstand gelegen van het handelscentrum, de scholen, gemeenschapsfuncties, sport- en recreatieterreinen en publiek toegankelijke groenzones. Met andere woorden, de plek bij uitstek voor een woonontwikkeling. De gemeente wenst hier een duurzame woonwijk te realiseren met energiezuinige woningen voor jonge gezinnen. Nieuwe woonvormen zoals intergenerationeel wonen moeten hier een plaats krijgen met respect voor bestaande natuur- en landschapswaarden. Het is evenmin zo dat op het grondgebied van Bonheiden nog grote (delen) woonuitbreidingsgebied kunnen ontwikkeld worden. Met het oog op het beschermen van natuur- en landschapswaarden werden een aantal woonuitbreidingsgebieden reeds herbestemd naar een openruimtebestemming. Het woonuitbreidingsgebied d' Elst in Rijmenam werd in het gemeentelijk RUP 'd'Elst' herbestemd naar natuurgebied en agrarisch gebied met ecologische waarde, het woonuitbreidingsgebied 'Langveld' werd in het gewestelijk RUP 'Dijlevallei van Werchter tot Bonheiden' herbestemd naar bosgebied. Verder zal het woonuitbreidingsgebied 'Vennebosschen' in het gemeentelijk RUP 'Bonheiden-centrum' herbestemd worden naar bosgebied. De gemeenteraad gaat niet akkoord met het feit dat de provincie de helft van de groeipotenties van Bonheiden afgeeft aan andere kernen. Met de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Bonheiden wenst de gemeente zelf nog te onderzoeken waar op middellange en lange termijn nog groei mogelijk is indien dit noodzakelijk blijkt.
  • Betreffende beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte':
De provincie wil slecht gelegen activiteiten op de juiste plaats krijgen door deze te verplaatsen of te ruilen. Het is echter onduidelijk welke instrumenten, projecten of afwegingskaders de provincie zal uitvoeren of toepassen. Het is dan ook niet eenvoudig om te evalueren wat dit betekent voor de lokale besturen. De intentie om partnerschappen op te zetten lijkt een evidentie, maar is niet bepaald. De rol die de provincie wil opnemen moet duidelijker verwoord worden zodat ook duidelijk is wat de rol nog kan zijn voor het lokaal bestuur en hoe die samenwerking desgevallend kan verlopen. De ambitie om met ecosysteemdiensten aan de slag te gaan is zeker waardevol, maar het toekennen van waarden vraagt een afwegingskader. Wie bepaalt dat en wat zijn de gevolgen daarvan? Het is niet duidelijk hoe ecosysteemdiensten zullen worden opgenomen in een ruimtelijk beleid van de provincie en wat dit betekent voor de lokale besturen. De exploitatiewoning dient met het landbouwbedrijf als één eenheid beschikbaar te blijven voor landbouw. Indien agrarische herontwikkeling niet mogelijk is, zullen deze infrastructuren moeten verdwijnen om bij te dragen aan het versterken van het landbouwgebied. Dit heeft verregaande gevolgen voor de eigenaars, denk aan de boer op rust. Aan de provincie wordt duidelijkheid gevraagd om te weten wie dit zal concretiseren en wat de rol is voor het gemeentebestuur. Het beleidskader voorziet een grote inmenging van de provincie over het lokaliseren van bedrijven en de ruimte voor bedrijvigheid, wat impliceert dat de gemeente niet meer zal kunnen beslissen waar ze met haar ruimte voor bedrijvigheid naartoe wil. Dit heeft vergaande implicaties op het lokaal beleid en dient minstens in samenwerking te gebeuren met de lokale besturen. Wat in de kern kan, moet verweven worden in de kern als het enigszins combineerbaar is met wonen. Herlokaliseren van bedrijven uit de kern om bijvoorbeeld andere ontwikkelingen mogelijk te maken zal niet meer mogelijk zijn. Dit druist in op de visie van vele lokale besturen en is in voorkomend geval moeilijk combineerbaar met groenblauwe dooradering en doorwaadbaarheid.
  • Betreffende het voorstel met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden:
    • Richtinggevend deel - 4.2. Elementen van de gewenste ruimtelijke-economische structuur, p. 174-175: In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gesteld dat de gemeente streeft naar een betere integratie van de bedrijven met de omringende open ruimte.

Wat de Meuropsite betreft betekent het schrappen van 'grootschalige en' en 'geen hinder (vervuiling, lawaai)' dat grootschalige economische activiteiten die hinder (vervuiling, lawaai) met zich meebrengen hier wel toelaatbaar zouden zijn. Voor de herbestemming van de site werd echter een gemeentelijk RUP 'Meurop' opgestart waarvan de scopingnota de doelstellingen van het RUP omschrijft. De eerste doelstelling is de site herbestemmen zodat vervuilende en sterk verkeersgenererende functies niet langer mogelijk zijn. De algemene visie voor het RUP is een levendige plek creëren die kernondersteunend moet zijn voor het centrum van Rijmenam. In tegenstelling tot de deels afgesloten en verlaten bedrijfssite die het vandaag is moet de herinvulling Rijmenam betrekken op de Dijlevallei en niet meer functioneren als een barrière zoals dat vandaag het geval is. Het plangebied moet daarom een doorwaadbare en meer groene site worden en de overgang maken van het centrum naar de Dijle en van het centrum naar de residentiële bewoning in het oosten. De site moet ruimte geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Het is zeker niet de bedoeling om hier grootschalige bedrijvigheid die hinder genereert toe te laten. De Meuropsite sluit aan bij de kern van Rijmenam-centrum, is slecht ontsloten voor zwaar verkeer en ligt op de grens van de Dijlevallei. Daarom adviseert de gemeenteraad om de voorgestelde passages niet te schrappen. Daarenboven verwijst de gemeenteraad naar het advies van de deputatie van de provincie Antwerpen van 26/08/2021 betreffende de startnota van het RUP 'Meurop'. Daarin vraagt de provincie om extra inrichtingsalternatieven te onderzoeken waarbij verwezen wordt naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden waarin wordt gesteld dat kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven op de Meuropsite een plaats krijgen. Er wordt eveneens gesteld dat de provincie achter de herbestemming van het gebied staat aangezien milieubelastende industrie op deze locatie inderdaad niet geschikt is, maar de provincie vraagt om nog wel aandacht te hebben voor bedrijven die nog wel geschikt kunnen zijn op deze locatie. De provincie stelde voor om een scenario op te nemen met enkel (lokale, niet vervuilende) bedrijvigheid.  Vermits het schrappen van de desbetreffende delen niet overeenstemt met de doelstelling van het RUP 'Meurop' gaat de gemeenteraad niet akkoord met het voorstel tot schrapping.

    • Bindend deel - 2.3. Ruimtelijk-economische structuur, p.200:

In bindende bepaling 7 worden de bedrijventerreinen aangeduid voor kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven. Het provinciebestuur stelt voor om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' te schrappen.

Men verwijst daarbij naar het ontwerp beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte' waarin staat dat in de kern wordt ingezet op verweefbare bedrijvigheid waardoor de bedrijventerreinen maximaal kunnen gevrijwaard worden voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen. Als bedrijventerreinen maximaal moeten gevrijwaard worden voor bedrijven die niet verweefbaar zijn met een woonfunctie, dan worden er best geen bijkomende beperkingen opgelegd aan de type van bedrijvigheid op een bedrijventerrein. De gemeenteraad adviseert om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' niet te schrappen. De Meuropsite sluit immers aan bij de kleine kern van Rijmenam en ligt ingesloten tussen de residentiële bebouwing in het westen, noorden en oosten. Met het gemeentelijk RUP 'Meurop' wil de gemeente hier ruimte te geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Met andere woorden wil de gemeente hier inzetten op verweefbare bedrijvigheid in de kern van Rijmenam, hetgeen overeenstemt met de beleidskaders 'Verdichten en ontdichten' en 'Levendige kernen'. De gemeenteraad kan bijgevolg niet akkoord gaan met het voorstel het schrappen van 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop'.

Publieke stemming
Aanwezig: Julie De Clerck, Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Eddy Michiels, Hilde Schueremans, Frans Uytterhoeven, Jan Fonderie, Guido Vaganée, Karolien Huibers, Barbara Maes, Annick Van den Broeck, Wim Van der Donckt, Hilde Smets, Daan Versonnen, Geert Teughels, Pascal Vercammen, Karl Theerens, Marcel Claes, Ethel Van den Wijngaert
Voorstanders: Julie De Clerck, Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Eddy Michiels, Hilde Schueremans, Frans Uytterhoeven, Jan Fonderie, Guido Vaganée, Karolien Huibers, Barbara Maes, Annick Van den Broeck, Wim Van der Donckt, Hilde Smets, Daan Versonnen, Geert Teughels, Pascal Vercammen, Karl Theerens, Marcel Claes
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1 - Verleent volgend advies betreffende het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen:

  • Betreffende beleidskader 'Sterke netwerken: ruimte en mobiliteit':
De gemeente vraagt om de data die achter de ruimtekompassen schuilt, te actualiseren. Bovendien moet het beslist beleid van de Vervoerregio meegenomen worden in de data. Op het grondgebied van Bonheiden is het Imeldaziekenhuis een regionale voorziening met een groot aantal personeelsleden en bezoekers. Dit maakt dat de gebruiksintensiteit en de plaatswaarde duidelijk hoger scoren dan een dorpskern zonder ziekenhuis dat een ruime regio bedient. Dit blijkt niet in de doorwerking van het ruimtekompas in het bepalen van de verschillende typen van dorpskernen. Daarenboven komen veel gebruikers wandelen in de vele groengebieden die Bonheiden heeft (Mispeldonk, Mechels Broek,...) en trekt het Cultureel Centrum 't Blikveld veel bezoekers uit de regio aan. 
De gemeente gaat niet akkoord met de aanduiding en classificatie van verschillende multimodale knooppunten omtrent personenvervoer. Er wordt gevraagd om de aanduiding en classificatie van de multimodale knooppunten omtrent personenvervoer te herzien en te spiegelen aan het regionaal mobiliteitsplan van de vervoerregio Mechelen, ook wat het goederenvervoer betreft.
  • Betreffende beleidskader 'Levendige kernen':
De gemeenteraad gaat niet akkoord met het feit dat de provincie de helft van de groeipotenties van Bonheiden afgeeft aan andere kernen. Met de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Bonheiden wenst de gemeente zelf nog te onderzoeken waar op middellange en lange termijn nog groei mogelijk is indien dit noodzakelijk blijkt.
  • Betreffende beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte':
De provincie wil slecht gelegen activiteiten op de juiste plaats krijgen door deze te verplaatsen of te ruilen. Het is echter onduidelijk welke instrumenten, projecten of afwegingskaders de provincie zal uitvoeren of toepassen. De rol die de provincie wil opnemen moet duidelijker verwoord worden zodat ook duidelijk is wat de rol nog kan zijn voor de gemeente en hoe die samenwerking desgevallend kan verlopen.
Het toekennen van waarden aan ecosysteemdiensten vraagt een afwegingskader. De gemeente vraagt zich af wie dat bepaalt en wat de gevolgen daarvan zijn. Het is niet duidelijk hoe ecosysteemdiensten zullen worden opgenomen in een ruimtelijk beleid van de provincie en wat dit betekent voor de gemeente. De gemeente vraagt om dit te verduidelijken.
De exploitatiewoning dient met het landbouwbedrijf als één eenheid beschikbaar te blijven voor landbouw. Indien agrarische herontwikkeling niet mogelijk is, zullen deze infrastructuren moeten verdwijnen om bij te dragen aan het versterken van het landbouwgebied. Aan de provincie wordt duidelijkheid gevraagd om te weten wie dit zal concretiseren en wat de rol is voor het gemeentebestuur.
Het beleidskader voorziet een grote inmenging van de provincie over het lokaliseren van bedrijven en de ruimte voor bedrijvigheid. Dit dient minstens in samenwerking met de gemeente te gebeuren.
Herlokaliseren van bedrijven uit de kern om bijvoorbeeld andere ontwikkelingen mogelijk te maken zal niet meer mogelijk zijn. Dit is moeilijk combineerbaar met groenblauwe dooradering en doorwaadbaarheid. De gemeente gaat niet akkoord met het feit dat de provincie dit zelf bepaalt in haar beleidsplan en wil bij de uitwerking van het ruimtelijk beleid zelf bepalen welke functies al dan niet verweefbaar zijn in haar kernen.

Artikel 2 - Verleent volgend advies op het voorstel met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden:

  • Richtinggevend deel - 4.2. Elementen van de gewenste ruimtelijke-economische structuur, p. 174-175: In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gesteld dat de gemeente streeft naar een betere integratie van de bedrijven met de omringende open ruimte.

Wat de Meuropsite betreft betekent het schrappen van 'grootschalige en' en 'geen hinder (vervuiling, lawaai)' dat grootschalige economische activiteiten die hinder (vervuiling, lawaai) met zich meebrengen hier wel toelaatbaar zouden zijn. Voor de herbestemming van de site werd echter een gemeentelijk RUP 'Meurop' opgestart waarvan de scopingnota de doelstellingen van het RUP omschrijft. De eerste doelstelling is de site herbestemmen zodat vervuilende en sterk verkeersgenererende functies niet langer mogelijk zijn. De algemene visie voor het RUP is een levendige plek creëren die kernondersteunend moet zijn voor het centrum van Rijmenam. In tegenstelling tot de deels afgesloten en verlaten bedrijfssite die het vandaag is moet de herinvulling Rijmenam betrekken op de Dijlevallei en niet meer functioneren als een barrière zoals dat vandaag het geval is. Het plangebied moet daarom een doorwaadbare en meer groene site worden en de overgang maken van het centrum naar de Dijle en van het centrum naar de residentiële bewoning in het oosten. De site moet ruimte geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Het is zeker niet de bedoeling om hier grootschalige bedrijvigheid die hinder genereert toe te laten. De Meuropsite sluit aan bij de kern van Rijmenam-centrum, is slecht ontsloten voor zwaar verkeer en ligt op de grens van de Dijlevallei. Daarom adviseert de gemeenteraad om de voorgestelde passages niet te schrappen. Daarenboven verwijst de gemeenteraad naar het advies van de deputatie van de provincie Antwerpen van 26/08/2021 betreffende de startnota van het RUP 'Meurop'. Daarin vraagt de provincie om extra inrichtingsalternatieven te onderzoeken waarbij verwezen wordt naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden waarin wordt gesteld dat kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven op de Meuropsite een plaats krijgen. Er wordt eveneens gesteld dat de provincie achter de herbestemming van het gebied staat aangezien milieubelastende industrie op deze locatie inderdaad niet geschikt is, maar de provincie vraagt om nog wel aandacht te hebben voor bedrijven die nog wel geschikt kunnen zijn op deze locatie. De provincie stelde voor om een scenario op te nemen met enkel (lokale, niet vervuilende) bedrijvigheid.  Vermits het schrappen van de desbetreffende delen niet overeenstemt met de doelstelling van het RUP 'Meurop' gaat de gemeenteraad niet akkoord met het voorstel tot schrapping.

  • Bindend deel - 2.3. Ruimtelijk-economische structuur, p.200:

In bindende bepaling 7 worden de bedrijventerreinen aangeduid voor kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven. Het provinciebestuur stelt voor om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' te schrappen.

Men verwijst daarbij naar het ontwerp beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte' waarin staat dat in de kern wordt ingezet op verweefbare bedrijvigheid waardoor de bedrijventerreinen maximaal kunnen gevrijwaard worden voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen. Als bedrijventerreinen maximaal moeten gevrijwaard worden voor bedrijven die niet verweefbaar zijn met een woonfunctie, dan worden er best geen bijkomende beperkingen opgelegd aan de type van bedrijvigheid op een bedrijventerrein. De gemeenteraad adviseert om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' niet te schrappen. De Meuropsite sluit immers aan bij de kleine kern van Rijmenam en ligt ingesloten tussen de residentiële bebouwing in het westen, noorden en oosten. Met het gemeentelijk RUP 'Meurop' wil de gemeente hier ruimte te geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Met andere woorden wil de gemeente hier inzetten op verweefbare bedrijvigheid in de kern van Rijmenam, hetgeen overeenstemt met de beleidskaders 'Verdichten en ontdichten' en 'Levendige kernen'. De gemeenteraad kan bijgevolg niet akkoord gaan met het voorstel het schrappen van 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop'.