De provincieraad stelde op 27/10/2022 het ontwerp van het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen voorlopig vast. Met het Beleidsplan Ruimte wil de provincie Antwerpen het ruimtegebruik op haar grondgebied herdefiniëren. Over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen loopt een openbaar onderzoek van 16/12/2022 tot en met 15/03/2023. Tijdens deze periode kan de gemeenteraad advies verlenen.
Het provinciebestuur heeft ervoor gekozen om enkele thema's te selecteren die mogelijk aanleiding geven tot strijdigheid tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. In de nota 'Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden - Adviesvraag met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn' worden de delen aangeduid van specifieke onderdelen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden die niet langer geldig zijn.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld advies te verlenen over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen en de adviesvraag met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden.
Een ruimtelijk beleidsplan bestaat uit een strategische visie en een of meer beleidskaders die samen het kader aangeven voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Het ruimtelijk beleidsplan is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen in de ruimtelijke ordening. Het is realisatiegericht. Een strategische visie omvat een langetermijnvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling. Een beleidskader bevat operationele beleidskeuzes voor de middellange termijn en actieprogramma's voor een thema of voor een gebiedsdeel. Beleidskaders beschrijven onder meer hoe en met wie de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd. De strategische visie kan niet worden opgeheven, ze kan alleen geheel of gedeeltelijk worden herzien. Een beleidskader kan worden opgeheven. Geen van de onderdelen van een beleidsplan heeft verordenende kracht. Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen vervangt het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen.
De strategische visie:
Bevat vier ruimtelijke principes en zeven strategieën die de basis zijn voor het te voeren ruimtelijke beleid in de provincie Antwerpen. Ze beschrijft daarnaast de algemene ambitie, het ruimtegebruik vandaag, de uitdagingen voor morgen en de manier waarop de provincie zelf aan de slag wil gaan. Volgende vier ruimtelijke principes die aan de basis liggen van zowel de strategische visie als van het provinciaal ruimtelijk beleid:
Deze ruimtelijke principes worden vertaald in zeven strategieën. Ze verwoorden ambities die iedereen samen moet realiseren. Ze zijn, net zoals de ruimtelijke principes, de basis voor het provinciaal ruimtelijk beleid op lange termijn:
Beleidskader 'Levendige kernen':
Door in te zetten op kernversterking kan de kwaliteit van de kern verbeteren en kan verdere versnippering van de open ruimte worden tegengegaan. Naast comfortabele, energiezuinige en hittebestendige gebouwen is het belangrijk dat mensen kunnen wonen in levendige kernen met de nabijheid van groen en water. Belangrijk is dat het klimaatbestendig inrichten van kernen steeds hand in hand gaat met de verbetering van de levenskwaliteit, multifunctionele inrichting van de publieke ruimte, het versterken van het ecologisch netwerk, bevorderen van waterinfiltratie enz. en dit op maat van de kern. Om meer te kunnen doen met minder ruimte in kernen is verweving een belangrijk middel om in te zetten op een kernversterkend beleid. Alle activiteiten die verweven kunnen worden, worden prioritair in de kern voorzien. De provincie wenst een beleid te voeren 'op maat' van een kern. Wat een kern nodig heeft om levendig te zijn en op welke manier kan ingespeeld worden op de verschillende uitdagingen, hangt af van de schaal, aantrekkingskracht, mate van bereikbaarheid, voorzieningenniveau en de ligging en samenhang ten opzichte van andere kernen. Dit is voor elke kern anders. Daarom wordt een kerntypering bepaald die een basis vormt voor een gedifferentieerde aanpak van de uitdagingen voor de kernen op provinciaal niveau. Deze kerntypering is een aanzet voor een bovengemeentelijk ruimtelijk beleid. Het is aan de gemeenten om, indien nodig, verdere differentiatie en verfijning van een kerntype uit te werken in hun Beleidsplan Ruimte. Bij de uitwerking van de kerntypering vertrekt men van een onderscheid tussen stedelijke en niet-stedelijke kernen. Volgende soorten niet-stedelijke 'dorpskernen' worden gedefinieerd:
In bijlage 1 van het beleidskader 'Levendige kernen' wordt de kerntypering toegepast. In Bonheiden worden twee kernen geselecteerd: Bonheiden en Rijmenam. Vervolgens wordt voor elke kern het stroomschema 'op maat van een kern' doorlopen. Bonheiden en Rijmenam krijgen het type 'Dorpskernen' toegekend.
In bijlage 2 wordt het regionaal woonprogramma 2021-2030 uitgewerkt voor de provincie Antwerpen. Daarin wordt een herverdeling van de huishoudensprognoses binnen de regionale woonmarkten uitgewerkt. Daarin wordt bepaald dat 'Dorpskernen' geschikt zijn om lokaal een beperkte huishoudenstoename op te vangen in verhouding tot hun profiel. Daarom kunnen ze de helft van de verwachte huishoudenstoename behouden. De andere helft van de toename wordt herverdeeld naar de stedelijke kernen en strategische dorpskernen.
De provincie wil woningen op de ruimtelijk meest verantwoorde plekken, rekening houdend met de toename van de huishoudens en de gewijzigde gezinssamenstelling. Dit betekent dat:
Er worden ontwikkelingsperspectieven voor bijkomende woningen vooropgesteld per kerntype. De 'Dorpskernen' zijn geschikt om de lokale huishoudensgroei op te vangen maar in verhouding tot hun profiel. Er is ook nog een beperkte opvang van huishoudens mogelijk om levendige kernen te behouden en om te vermijden dat er buiten de dorpskernen bijkomende huishoudens komen. Dit gebeurt door aan kernversterking te doen. Daarbij zal het evenwicht in deze kernen vooral liggen in enerzijds het behouden van de identiteit en anderzijds de mogelijkheden binnen het bestaand ruimtebeslag en binnen de bestemming 'woongebied'. Indien deze mogelijkheden zijn uitgeput en er een kwantitatieve en kwalitatieve motivatie is, kan het verantwoord zijn om op strategische locaties in de kern nieuwe uitbreidingsmogelijkheden te voorzien. Dit zijn grotere onbebouwde gebieden in woongebied, maar buiten het huidig ruimtebeslag. Het aansnijden van woonreservegebied is niet wenselijk.
Verder wil het provinciebestuur detailhandel maximaal kansen geven voor ontwikkeling in de kernen. Er wordt eveneens ingezet op het behoud en het stimuleren van bedrijvigheid in de kernen. Verweefbare bedrijvigheid hoort prioritair thuis in de kern. Nabijheid met andere functies zoals wonen of winkelen zal niet enkel de mobiliteitsnood verminderen, maar functies met elkaar kunnen versterken. De provincie streeft dan ook naar een maximaal behoud van de economische invulling in de kernen en wil daarnaast ook werklocaties (woon-werkgebouwen)toevoegen in de kern. Monofunctionele woonontwikkelingen worden de uitzondering. De provincie zal waken over de multifunctionaliteit van de omgeving.
Om bebouwde kernen kwaliteitsvol en klimaatbestendig te maken wordt ingezet op groenblauwe dooradering in de kern en net erbuiten. Men wil zuinig omspringen met de open ruimte in de kernen en streven naar ontharding binnen de kern.
De provincie zet zich mee in voor de energietransitie in de kernen. Inzetten op levendige kernen is ook inzetten op fossielvrije en energieneutrale of -positieve kernen. De provincie ondersteunt gemeenten bij de opmaak van warmtezoneringsplannen die inzicht geven welke gebieden kansen hebben naar een collectieve warmtevoorziening, via bijvoorbeeld warmtenetten. Door op regionale schaal heel wat data rond warmte in beeld te brengen kunnen gemeenten aan de slag gaan om een eigen warmtestrategie op te maken.
Beleidskader 'Sterke netwerken: ruimte en mobiliteit':
In dit beleidskader richt de provincie zich op de link tussen ruimtelijke ordening en mobiliteit. Het provinciebestuur stimuleert hoogdynamische functies die mobiliteit genereren enkel nog op multimodale vervoersknopen. In het provinciaal ruimtelijk beleid ligt de focus op ruimtelijke multimodale knopen. Dit zijn plekken waar meerdere vervoersnetwerken op een hoogwaardige manier met elkaar in verbinding staan en er eveneens ondersteunende diensten zijn die de overschakeling van het ene vervoersnetwerk op het andere vergemakkelijken. Om ruimtelijke ontwikkelingen op een degelijke manier naar goed gelegen plekken te sturen, zijn objectieve data over deze plekken nodig. Het provinciaal ruimtemodel en het ruimtekompas worden gebruikt bij afwegingen rond een goed gelegen locatie voor toekomstige (hoog) dynamische ontwikkelingen. De provincie wil bijdragen aan de Vlaamse doelstelling om in 2030 een modal split van 50% te bereiken: de helft van de verplaatsingen gebeurt dan via vervoersmiddelen anders dan de personenwagens.
Beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte':
Met dit beleidskader zorgt de provincie ervoor dat nieuwe ontwikkelingen in de schaarse ruimte niet langer versnipperd gebeuren. Door de beschikbare ruimte efficiënter te gebruiken zal de druk op de open ruimte verminderen. De provincie ondersteunt de Vlaamse ambitie om tegen 2040 het dagelijks bijkomend ruimtebeslag tot 0 te herleiden. Residentiële en niet-residentiële gebouwen in de provincie Antwerpen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de totale CO2-uitstoot. De stads- en dorpskernen in de provincie kennen een hoge verhardingsgraad en de bebouwde ruimte wordt slecht benut door een woonaanbod in woonlinten en verspreide bebouwing buiten de kernen. Door woningen te bundelen en werkplekken en voorzieningen op de meest geschikte locaties samen te brengen, kan meer open ruimte vrijgemaakt worden. Daarom wordt in een lokaal en provinciaal beleid gestreefd in klimaatneutrale en - bestendige compacte woon-, werk- en verblijfplekken. Het is belangrijk dat mensen kunnen wonen in levendige kernen met de nabijheid van groen. Tijdens perioden van hittestress is het belangrijk dat er in de kernen genoeg groen is om voor schaduw en verkoeling te zorgen. Voldoende contact met groen draagt bovendien bij tot de mentale en fysieke gezondheid. Er wordt vertrokken vanuit de ambitie om bijkomend ruimtebeslag en verharding te voorkomen en ook te verminderen. De provincie wil daarom inzetten op een aantal zaken: het beter gebruiken van het goed gelegen ruimtebeslag, het in beeld brengen van ecosysteemdiensten en er waarde aan toekennen, infiltreren in plaats van verharden, nadenken over de toekomst van leegstaande (agrarische) sites en het begeleiden van functies naar ruimtelijk meer verantwoorde locaties.
Adviesvraag met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden:
De provincie Antwerpen heeft ervoor gekozen om enkele thema's te selecteren die mogelijk aanleiding geven tot strijdigheid tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen. Dit zijn:
De provincie wenst volgende passages uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden aan te duiden die niet meer geldig zijn:
1. Richtinggevend deel - 4.2. Elementen van de gewenste ruimtelijke-economische structuur, p. 174-175:
Een beperkte economische activiteit blijft in de toekomst echter mogelijk, sterk verweven met wonen en groen.
Het openbaar onderzoek over het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen loopt van 16/12/2022 tot en met 15/03/2023.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 2.1.8 tot en met 2.1.10.
Wat de Meuropsite betreft betekent het schrappen van 'grootschalige en' en 'geen hinder (vervuiling, lawaai)' dat grootschalige economische activiteiten die hinder (vervuiling, lawaai) met zich meebrengen hier wel toelaatbaar zouden zijn. Voor de herbestemming van de site werd echter een gemeentelijk RUP 'Meurop' opgestart waarvan de scopingnota de doelstellingen van het RUP omschrijft. De eerste doelstelling is de site herbestemmen zodat vervuilende en sterk verkeersgenererende functies niet langer mogelijk zijn. De algemene visie voor het RUP is een levendige plek creëren die kernondersteunend moet zijn voor het centrum van Rijmenam. In tegenstelling tot de deels afgesloten en verlaten bedrijfssite die het vandaag is moet de herinvulling Rijmenam betrekken op de Dijlevallei en niet meer functioneren als een barrière zoals dat vandaag het geval is. Het plangebied moet daarom een doorwaadbare en meer groene site worden en de overgang maken van het centrum naar de Dijle en van het centrum naar de residentiële bewoning in het oosten. De site moet ruimte geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Het is zeker niet de bedoeling om hier grootschalige bedrijvigheid die hinder genereert toe te laten. De Meuropsite sluit aan bij de kern van Rijmenam-centrum, is slecht ontsloten voor zwaar verkeer en ligt op de grens van de Dijlevallei. Daarom adviseert de gemeenteraad om de voorgestelde passages niet te schrappen. Daarenboven verwijst de gemeenteraad naar het advies van de deputatie van de provincie Antwerpen van 26/08/2021 betreffende de startnota van het RUP 'Meurop'. Daarin vraagt de provincie om extra inrichtingsalternatieven te onderzoeken waarbij verwezen wordt naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden waarin wordt gesteld dat kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven op de Meuropsite een plaats krijgen. Er wordt eveneens gesteld dat de provincie achter de herbestemming van het gebied staat aangezien milieubelastende industrie op deze locatie inderdaad niet geschikt is, maar de provincie vraagt om nog wel aandacht te hebben voor bedrijven die nog wel geschikt kunnen zijn op deze locatie. De provincie stelde voor om een scenario op te nemen met enkel (lokale, niet vervuilende) bedrijvigheid. Vermits het schrappen van de desbetreffende delen niet overeenstemt met de doelstelling van het RUP 'Meurop' gaat de gemeenteraad niet akkoord met het voorstel tot schrapping.
In bindende bepaling 7 worden de bedrijventerreinen aangeduid voor kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven. Het provinciebestuur stelt voor om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' te schrappen.
Men verwijst daarbij naar het ontwerp beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte' waarin staat dat in de kern wordt ingezet op verweefbare bedrijvigheid waardoor de bedrijventerreinen maximaal kunnen gevrijwaard worden voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen. Als bedrijventerreinen maximaal moeten gevrijwaard worden voor bedrijven die niet verweefbaar zijn met een woonfunctie, dan worden er best geen bijkomende beperkingen opgelegd aan de type van bedrijvigheid op een bedrijventerrein. De gemeenteraad adviseert om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' niet te schrappen. De Meuropsite sluit immers aan bij de kleine kern van Rijmenam en ligt ingesloten tussen de residentiële bebouwing in het westen, noorden en oosten. Met het gemeentelijk RUP 'Meurop' wil de gemeente hier ruimte te geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Met andere woorden wil de gemeente hier inzetten op verweefbare bedrijvigheid in de kern van Rijmenam, hetgeen overeenstemt met de beleidskaders 'Verdichten en ontdichten' en 'Levendige kernen'. De gemeenteraad kan bijgevolg niet akkoord gaan met het voorstel het schrappen van 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop'.
Artikel 1 - Verleent volgend advies betreffende het ontwerp Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen:
Artikel 2 - Verleent volgend advies op het voorstel met betrekking tot het aanduiden van onderdelen die niet langer geldig zijn in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bonheiden:
Wat de Meuropsite betreft betekent het schrappen van 'grootschalige en' en 'geen hinder (vervuiling, lawaai)' dat grootschalige economische activiteiten die hinder (vervuiling, lawaai) met zich meebrengen hier wel toelaatbaar zouden zijn. Voor de herbestemming van de site werd echter een gemeentelijk RUP 'Meurop' opgestart waarvan de scopingnota de doelstellingen van het RUP omschrijft. De eerste doelstelling is de site herbestemmen zodat vervuilende en sterk verkeersgenererende functies niet langer mogelijk zijn. De algemene visie voor het RUP is een levendige plek creëren die kernondersteunend moet zijn voor het centrum van Rijmenam. In tegenstelling tot de deels afgesloten en verlaten bedrijfssite die het vandaag is moet de herinvulling Rijmenam betrekken op de Dijlevallei en niet meer functioneren als een barrière zoals dat vandaag het geval is. Het plangebied moet daarom een doorwaadbare en meer groene site worden en de overgang maken van het centrum naar de Dijle en van het centrum naar de residentiële bewoning in het oosten. De site moet ruimte geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Het is zeker niet de bedoeling om hier grootschalige bedrijvigheid die hinder genereert toe te laten. De Meuropsite sluit aan bij de kern van Rijmenam-centrum, is slecht ontsloten voor zwaar verkeer en ligt op de grens van de Dijlevallei. Daarom adviseert de gemeenteraad om de voorgestelde passages niet te schrappen. Daarenboven verwijst de gemeenteraad naar het advies van de deputatie van de provincie Antwerpen van 26/08/2021 betreffende de startnota van het RUP 'Meurop'. Daarin vraagt de provincie om extra inrichtingsalternatieven te onderzoeken waarbij verwezen wordt naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Bonheiden waarin wordt gesteld dat kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven op de Meuropsite een plaats krijgen. Er wordt eveneens gesteld dat de provincie achter de herbestemming van het gebied staat aangezien milieubelastende industrie op deze locatie inderdaad niet geschikt is, maar de provincie vraagt om nog wel aandacht te hebben voor bedrijven die nog wel geschikt kunnen zijn op deze locatie. De provincie stelde voor om een scenario op te nemen met enkel (lokale, niet vervuilende) bedrijvigheid. Vermits het schrappen van de desbetreffende delen niet overeenstemt met de doelstelling van het RUP 'Meurop' gaat de gemeenteraad niet akkoord met het voorstel tot schrapping.
In bindende bepaling 7 worden de bedrijventerreinen aangeduid voor kleinschalige en milieuvriendelijke bedrijven. Het provinciebestuur stelt voor om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' te schrappen.
Men verwijst daarbij naar het ontwerp beleidskader 'Verdichten en ontdichten van de ruimte' waarin staat dat in de kern wordt ingezet op verweefbare bedrijvigheid waardoor de bedrijventerreinen maximaal kunnen gevrijwaard worden voor bedrijvigheid die niet of moeilijk combineerbaar is met wonen. Als bedrijventerreinen maximaal moeten gevrijwaard worden voor bedrijven die niet verweefbaar zijn met een woonfunctie, dan worden er best geen bijkomende beperkingen opgelegd aan de type van bedrijvigheid op een bedrijventerrein. De gemeenteraad adviseert om 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop' niet te schrappen. De Meuropsite sluit immers aan bij de kleine kern van Rijmenam en ligt ingesloten tussen de residentiële bebouwing in het westen, noorden en oosten. Met het gemeentelijk RUP 'Meurop' wil de gemeente hier ruimte te geven aan wonen, werken, lokale bedrijvigheid en recreatie. Met andere woorden wil de gemeente hier inzetten op verweefbare bedrijvigheid in de kern van Rijmenam, hetgeen overeenstemt met de beleidskaders 'Verdichten en ontdichten' en 'Levendige kernen'. De gemeenteraad kan bijgevolg niet akkoord gaan met het voorstel het schrappen van 'de op lange termijn in omvang te beperken site Meurop'.