Tue 13/07/2021 - 14:30 schepenzaal
De notulen van de vergadering van het vast bureau van 06/07/2021 worden ter goedkeuring voorgelegd.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelde op 30/06/2021 de voorwaarden en de wijze van gunning van de overheidsopdracht “Aankoop bestelwagen OCMW”, vast.
Als wijze van gunning werd gekozen voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
In het kader van het principe van de mededinging stelt het college van burgemeester en schepenen de lijst van de aan te schrijven ondernemers vast.
De bestelbonnen vermeld op de goedkeuringslijst nr. O/2021/32 worden ter goedkeuring aan het vast bureau voorgelegd.
De te betalen bedragen ingevolge werken, leveringen, diensten, toelagen, prestaties of salarissen, vermeld op de lijst 2021/93 worden ter goedkeuring aan het vast bureau voorgelegd.
De te betalen bedragen ingevolge individuele maatschappelijke dienstverlening, vermeld op de lijst 2021/90 t.e.m. 2021/92 worden ter kennisgeving aan het vast bureau voorgelegd.
Op 30/07/2019 werd een maatschappelijk werker, werkzaam bij het OCMW Bonheiden bij besluit van het Vast Bureau, ontslagen om dringende reden. De maatschappelijk werkster startte een procedure voor de Arbeidsrechtbank tot het bekomen van een opzegvergoeding, pro rata eindejaarsvergoeding, schadevergoeding wegens misbruik van ontslagrecht, schadevergoeding wegens schending van de hoorplicht en schadevergoeding wegens kennelijk redelijk ontslag te verhogen met wettelijke c.q. vergoedende en gerechtelijke intresten.
Op 11/05/2021 deed de Arbeidsrechtbank uitspraak in deze zaak. De eis van de maatschappelijk werker werd ontvankelijk en in volgende mate gegrond verklaard: recht op een pro rata eindejaarsvergoeding en een schadevergoeding wegens schending van de hoorplicht. Het meer en anders gevorderde werd afgewezen.
De maatschappelijk werkster berust in het vonnis.
Aan het vast bureau wordt gevraagd hiervan kennis te nemen.
In 1990 werd met een architect een overeenkomst getekend tot opmaak van een voorontwerp in 4 fasen m.b.t. het verbeteren van de bejaardenwoningen gelegen langs de Olmenlaan te Bonheiden. In de tijdsspanne van oktober 1990 tot april 1993 werden 3 fasen afgewerkt door deze architect en betaald door OCMW Bonheiden. In oktober 1993 werd beslist tot zonder gevolg laten van de aanbesteding om "mogelijke ontsporing van de kosten" te vermijden. Er werd bijgevolg geen opdracht gegeven tot uitvoering van fase 4.
In april 2009 en nogmaals in 2015 werd door mevrouw de architect een ereloonnota overgemaakt aan OCMW Bonheiden, welke door OCMW Bonheiden niet werd voldaan wegens verjaring.
Na de verkoop van de bejaardenwoningen in 2017 werd het OCMW Bonheiden in gebreke gesteld tot betaling door de raadsman van deze architect.
De architect dagvaardt OCMW Bonheiden met een eis tot betaling. De Rechtbank van eerste aanleg verklaart in haar vonnis de eis onontvankelijk. De architect stelt hoger beroep in tegen dit vonnis. Het Hof van Beroep verklaart de vordering van de architect ongegrond.
Aan het vast bureau wordt gevraagd hiervan kennis te nemen.