Terug
Gepubliceerd op 09/04/2025

Besluit  Vast Bureau 2019

di 01/04/2025 - 14:30

Wijziging artikel 64 §2, hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden van de lokale rechtspositieregeling: Akkoord

Aanwezig: Lode Van Looy, voorzitter vast bureau
Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Pascal Vercammen, schepenen
Ethel Van den Wijngaert, algemeen directeur
Verontschuldigd: Lola Vanderweyen, schepen

Aan het vast bureau wordt gevraagd om met onmiddellijke ingang akkoord te gaan met de wijziging van de lokale rechtspositieregeling voor wat betreft artikel 64 §2 (Vervroegd pensioen wegens definitieve ongeschiktheid), hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden.

Voorgeschiedenis
  • 20/01/2023: Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.
  • 30/06/2023: Visienota kerngroep regionale rechtspositieregeling Rivierenland.
  • Mei 2023 tot en met maart 2024: Werksessies HR-managers en personeelsmedewerkers uit regio Rivierenland.
  • 29/02/2024: Gunstig advies van het managementteam m.b.t. wijzigingen van de rechtspositieregeling betreffende het luik “Verloven en afwezigheden”.
  • 25/03/2024: Protocol van de vakbonden m.b.t. wijzigingen van de rechtspositieregeling betreffende het luik “Verloven en afwezigheden”.
  • 23/04/2024: Besluit van het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau houdende akkoord m.b.t. de wijzigingen van de rechtspositieregeling betreffende het luik “Verloven en afwezigheden”.
  • 18/05/2024: Wet tot invoering van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren (B.S. 13/06/2024).
Feiten en context
  • Op 20/01/2023 heeft de Vlaamse Regering het nieuwe rechtspositiebesluit definitief goedgekeurd. Het nieuwe Rechtspositiebesluit werd op 08/03/2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en trad in werking op 18/03/2023. 
  • Op 23/04/2024 werd hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden door het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau goedgekeurd en trad op 01/05/2024 in werking.
  • Door de wet van 18/05/2024 tot invoering van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren (B.S. 13/06/2024) dient een wijziging van de lokale rechtspositieregeling zich op, meer bepaald van artikel 64 §2, hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden.
Juridische grond
  • 24/06/2020: Besluit van de gemeenteraad houdende het begrip "dagelijks personeelsbeheer".
  • 20/01/2023: Besluit Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besluiten.
  • 30/08/2023: Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn, houdende de delegatie van bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden en het bepalen van het organogram door de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau.
  •  23/04/2024: Besluit van hetcollege van burgemeester en schepenen en het vast bureau, houdende akkoord m.b.t. de wijzigingen van de rechtspositieregeling betreffende het luik “Verloven en afwezigheden”.
  • 24/03/2025: Protocol van niet akkoord van de vakbonden, houdende de wijziging van artikel 64 §2, hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden van de lokale rechtspositieregeling, wegens principieel niet-akkoord van comité C1.
Argumentatie
  • Door de Wet van 18/05/2024 tot invoering van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren (B.S. 13/06/2024) dient een wijziging van de lokale rechtspositieregeling zich op, meer bepaald van artikel 64 §2, in Hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden.
  • Het huidige artikel 64 §2 stelt: “Zodra de aanstellende overheid heeft vastgesteld dat een statutair personeelslid zijn ziektekrediet heeft opgebruikt, en als het betrokken personeelslid nog altijd arbeidsongeschikt is, kan het personeelslid doorverwezen worden naar de federale medische dienst Medex, die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot definitieve ongeschiktheid, met het oog op een eventuele vervroegde pensionering om gezondheidsredenen.”
  • Deze bepaling blijft bestaan voor beslissingen t.e.m. 31/12/2024. Vanaf 01/01/2025 wordt het definitief pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid afgeschaft. Tijdens de overgangsperiode, die loopt van 01/01/2025 tot en met 31/12/2027 kunnen statutaire personeelsleden enkel nog met tijdelijk pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid worden gesteld, en dit gedurende een periode van maximaal 3 jaar. Vanaf 01/01/2028 treedt het nieuwe stelsel van tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren (TAVA) in werking. Tijdens die periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid kan het statutaire personeelslid aanspraak maken op een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren. Statutaire personeelsleden die gedurende de overgangsregeling 2025-2027 tijdelijk op pensioen werden gesteld wegens lichamelijke ongeschiktheid, zullen vanaf 01/01/2028 automatisch in tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren (TAVA) worden geplaatst.
  • Door deze wijziging in regelgeving dient artikel 64 §2 van de bestaande lokale rechtspositieregeling met onmiddellijke ingang als volgt te worden aangepast: 

"Zodra de aanstellende overheid heeft vastgesteld dat een statutair personeelslid zijn ziektekrediet heeft opgebruikt, en als het betrokken personeelslid nog altijd arbeidsongeschikt is, kan het personeelslid doorverwezen worden naar de federale medische dienst Medex die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot definitieve ongeschiktheid, met het oog op een eventuele vervroegde pensionering om gezondheidsredenen. Deze bepaling blijft bestaan voor beslissingen t.e.m. 31/12/2024.

Vanaf 01/01/2025 wordt het definitief pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid afgeschaft. Tijdens de overgangsperiode, die loopt van 01/01/2025 tot en met 31/12/2027 kan het statutaire personeelslid, waarvan de aanstellende overheid heeft vastgesteld dat het ziektekrediet is opgebruikt en waarbij het betrokken personeelslid nog altijd arbeidsongeschikt is, doorverwezen worden naar de federale medische dienst Medex, die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot tijdelijk pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid, en dit gedurende een periode van maximaal 3 jaar. 

Vanaf 01/01/2028 treedt het nieuwe stelsel van tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren (TAVA) in werking. Zodra de aanstellende overheid heeft vastgesteld dat een statutair personeelslid zijn ziektekrediet heeft opgebruikt, en als het betrokken personeelslid nog altijd arbeidsongeschikt is, kan het personeelslid doorverwezen worden naar de federale medische dienst Medex die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren (TAVA).

Statutaire personeelsleden die gedurende de overgangsregeling 2025-2027 tijdelijk op pensioen werden gesteld wegens lichamelijke ongeschiktheid, zullen vanaf 01/01/2028 automatisch in tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren (TAVA) worden geplaatst."

Publieke stemming
Aanwezig: Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Pascal Vercammen, Ethel Van den Wijngaert
Voorstanders: Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Yves Goovaerts, Pascal Vercammen
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Enig artikel - Gaat akkoord, met onmiddellijke ingang, met de aanpassing van artikel 64 §2 hoofdstuk 4. Verloven en afwezigheden van de lokale rechtspositieregeling, conform herformulering in argumentatie.