De voorzitter opent de zitting op 30/08/2023 om 21:58.
De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21/06/2023 worden ter goedkeuring voorgelegd.
21/06/2023: Vergadering raad voor maatschappelijk welzijn waarvan de notulen ter goedkeuring worden voorgelegd.
Enig artikel - Keurt de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21/06/2023 goed.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn een deontologische code dient vast te stellen.
De huidige deontologische code voor mandatarissen ('deontologische code Raad voor Maatschappelijk Welzijn en Vast Bureau') dateert van 2013 en is dus aan een update toe.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de wijzigingen aan de deontologische code voor mandatarissen (1 code voor zowel de gemeenteraad, raad voor maatschappelijk welzijn als het bijzonder comité voor de sociale dienst) goed te keuren.
Een deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat moeten uitoefenen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. De deontologische code is in de eerste plaats dan ook niet gemaakt om te bestraffen, maar om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid.
Deze deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de mandatarissen, als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking en hun handelen als mandataris in het algemeen.
De mandatarissen dienen erover te waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of de waardigheid van het mandaat kunnen schaden.
Het Decreet over het lokaal bestuur (artikel 39 en 74).
De aanpassingen in de deontologische code voor mandatarissen zijn gebaseerd op de 'model-deontologische code voor lokale mandatarissen, regels voor een zuivere besluitvorming' van het VVSG.
Artikel 1 - Vervangt alle vorige versies van de deontologische code door onderstaande deontologische code voor lokale mandatarissen.
Artikel 2 - Stelt de deontologische code voor mandatarissen vast als volgt:
Deontologische code voor lokale mandatarissen gemeente Bonheiden
Regels voor een zuivere besluitvorming
1. Inleiding
Deze deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat moeten uitoefenen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. De deontologische code is in de eerste plaats dan ook niet gemaakt om te bestraffen, maar om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:
Het handelen van een lokale mandataris is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Het handelen van een lokale mandataris heeft een herkenbaar verband met de functie die hij/zij vervult in het bestuur.
Het handelen van een lokale mandataris wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een lokale mandataris is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de lokale mandataris en zijn/haar beweegredenen daarbij.
Op een lokale mandataris moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn/haar afspraken. Kennis en informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, wendt hij/zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een lokale mandataris is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze deontologische code is het geheel van beginselen, gedragsregels en gebruiken die de mandatarissen, bedoeld in artikel 1, als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking en hun handelen als mandataris in het algemeen.
De mandatarissen dienen erover te waken dat zij, ook buiten hun politieke activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of de waardigheid van het mandaat kunnen schaden.
2. Toepassingsgebied
Artikel 1
§1. De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen van het lokaal bestuur van Bonheiden.
Voor de gemeente worden hieronder begrepen:
§2. Voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) worden hieronder begrepen:
§3. Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
§4. Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
§5. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
§6. Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
§7. De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
3. Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is.
Artikel 3
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de individuele diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 4
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging kan spelen.
Artikel 5
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces en geeft hij/zij aan in hoeverre het onderwerp hem/haar persoonlijk aanbelangt als een onafhankelijke oordeelsvorming in het gedrang kan komen.
Artikel 6
§1. Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
§2. Zo zijn verboden:
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet over het lokaal bestuur genoemde functies niet uitoefenen;
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Artikel 8
Een lokale mandataris mag de in artikel 27,§2 en §3 van het Decreet over het lokaal bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan;
§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.
Artikel 9
§1. In geen geval mag een bijkomend mandaat of dienstverlenende activiteit de eer een waardigheid van het ambt in het gedrang brengen.
§2. Een mandataris mag geen andere functies opnemen als die een structureel risico vormen voor een integere invulling van zijn/haar mandaat.
Artikel 10
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.
Artikel 11
De door een lokale mandataris gemelde substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
4. Corruptie en de schijn ervan
Artikel 12
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Artikel 13
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
4.1 Het aannemen van (persoonlijke) geschenken, voordelen en diensten
Artikel 14
Een lokale mandataris neemt geen geschenken, voordelen en diensten aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
4.2 Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Artikel 15
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen in het kader van zijn/haar mandaat (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
4.3 Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken in het kader van zijn/haar mandaat, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen, e.g. kosten die niet betaald worden door het gemeentebestuur, betaald worden, alleen bij uitzondering.
Conform artikel 39, §3 van het huishoudelijk regelement gemeenteraad / raad voor maatschappelijk welzijn:
§3. Reizen in het buitenland.
5. Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 17
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Artikel 18
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 19
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
6. Omgaan met informatie
Artikel 20
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 21
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/het OCMW zijn toevertrouwd (zoals bv. persoonlijke zaken uit personeelsdossier of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen). Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 22
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Artikel 23
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 24
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 25
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
7. Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 26
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, met de leden van het college van burgemeester en schepenen en met de personeelsleden van de gemeente.
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, met de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.
Onder niet respectvol omgaan met elkaar valt ook het onterecht, zonder effectieve aanleidingen, beschuldigen van anderen.
Artikel 27
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college van burgemeester en schepen/vast bureau/de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 28
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 29
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
8. Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Artikel 30
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Artikel 31
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin.
Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 32
§1. Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
§2. Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 33
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
9. Aanvullende bepalingen voor de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst
Artikel 34
De voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst beslissen over individuele maatschappelijke dienstverlening en integratie. In die specifieke en belangrijke rol krijgt men te maken met erg gevoelige informatie van kwetsbare mensen voor wie het OCMW vaak het allerlaatste vangnet is. Daarom zijn extra bepalingen die van toepassing zijn op de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst in deze artikelen onder punt 9 opgenomen.
Artikel 35
Het bijzonder comité voor de sociale dienst werkt onder het principe van beslotenheid.
Artikel 36
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn gebonden door het beroepsgeheim wanneer ze door hun mandaat kennis krijgen van geheimen die door personen aan het OCMW zijn toevertrouwd binnen het hulpverleningstraject. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 37
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor de leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens de vergadering (feiten, meningen, overwegingen…) van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst communiceren buiten de vergaderingen van het BCSD niet over de redenen en motieven op basis waarvan ze individueel gestemd hebben bij een individueel dossier.
De geheimhouding geldt niet wanneer het gaat over een beleidsadvies dat opgemaakt werd door het bijzonder comité voor de sociale dienst of over andere interne bestuurlijke beslissingen.
Artikel 38
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben naast een beroepsgeheim en een geheimhoudingsplicht ook een algemene discretieplicht. Ze gaan altijd op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hen toekomt in de uitoefening van hun functie.
Artikel 39
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst vertrekken bij de behandeling van cliëntendossiers niet vanuit partijpolitieke en ideologische belangen, maar ze stellen het algemeen belang en het belang van de cliënt centraal.
Artikel 40
Enkel de beëdigde maatschappelijk werkers voeren in alle onafhankelijkheid het sociaal onderzoek. De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben respect voor de wijze waarop de sociale dienst het sociaal onderzoek voert en voor de methodieken die gebruikt worden.
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst voeren zelf geen sociaal onderzoek en laten dat integraal over aan de maatschappelijk werkers van de sociale dienst. Dat betekent onder andere dat de leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zelf geen bevindingen uit het verslag onderzoeken of controleren.
Artikel 41
De leden en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hebben, buiten de vergaderingen van het BCSD, geen enkel contact met de maatschappelijk werkers over een specifiek dossier.
Wanneer een lid of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst tijdens de bespreking van de hulpaanvraag met zekerheid weet heeft van belangrijke relevante informatie die niet terug te vinden is in het sociaal onderzoek, of die in tegenspraak is met het sociaal onderzoek, dan brengt hij/zij dat in tijdens de bespreking op de vergadering van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan op basis van die inbreng beslissen om de sociale dienst de opdracht te geven om nader onderzoek te doen. Dat kan enkel als het bijzonder comité voor de sociale dienst meent dat die informatie een substantiële invloed kan hebben op de beslissing van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Artikel 42
Wanneer de leden of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst aangesproken worden door iemand die mogelijk hulp van het OCMW nodig heeft, dan gaat hij/zij het gesprek aan met deze persoon. Daarbij worden volgende principes gehanteerd:
Wordt een mandataris van het bijzonder comité voor de sociale dienst gecontacteerd door een burger over iemand anders die mogelijk hulp nodig heeft van het OCMW, dan gelden dezelfde principes.
Artikel 43
Als lid of voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst treedt men niet op als vertrouwenspersoon voor een cliënt.
Artikel 44
Wanneer een cliënt gehoord wordt, dan gebeurt dat met het nodige respect voor het verhaal en de persoon van de cliënt. De cliënt wordt gehoord, niet verhoord.
10. Naleving en handhaving van de deontologische code
Artikel 45
§1. De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
§2. Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
10.1 Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 46
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 47
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
10.2 Het signaleren van vermoedens van schendingen
Artikel 48
§1. Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan schriftelijk of per e-mail melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. De algemeen directeur of het door de algemeen directeur aangewezen personeelslid geeft de meldingen die hij/zij ontvangt niet door aan derden.
§2. Indien na een overleg met de algemeen directeur of met het door de algemeen directeur aangewezen personeelslid het vermoeden van een schending in hoofde van de mandataris blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
§3. Meldingen of klachten over mogelijke schendingen door mandatarissen van de deontologische code kunnen ook door een burger, al dan niet inwoner van de gemeente, worden geuit. Deze meldingen of klachten volgen dezelfde procedure als de meldingen of klachten geuit door de mandatarissen.
§4. Meldingen of klachten moeten op straffe van verval uiterlijk dertig dagen na kennisname van de feiten, schriftelijk of per e-mail worden meegedeeld aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het feit dat men binnen de termijn van 30 dagen meldt, wordt vermoed, behoudens bewijs van het tegendeel.
De melding of klacht bevat de identiteit van de melder of klager, het voorwerp van de melding of klacht, een dossier waarin de controleerbare feiten maximaal worden aangetoond, eventueel de aanduiding van de geschonden deontologische bepalingen en een uiteenzetting waaruit de schending volgens de klager of melder bestaat en de identiteit van de lokale mandataris waarover de melding of de klacht handelt.
Alleen klachten tegen individuele raadsleden worden behandeld. Klachten tegen gehele politieke fracties of tegen de hele gemeenteraad zijn niet ontvankelijk.
Anonieme meldingen of klachten worden door de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn onontvankelijk verklaard en gearchiveerd.
§5. De voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn verwijst de klacht of melding naar de algemeen directeur of naar de door de algemeen directeur aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen.
10.3 Deontologische commissie
Artikel 49
De voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn geeft bij ontvangst van een ontvankelijke melding of klacht aan de algemeen directeur de opdracht een deontologische commissie op te richten en samen te roepen.
De deontologische commissie opgericht in de schoot van de gemeenteraad is bevoegd voor:
De deontologische commissie opgericht in de schoot van de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:
10.3.1 Oprichting deontologische commissie
Artikel 50
§1. Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 8 personen. De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kent een aantal zetels toe aan elke fractie die in de gemeenteraad vertegenwoordigd is (zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn, artikel 37,§3, methode D'Hondt). De vergaderingen vinden in besloten zitting plaats. Enkel de leden die zetelen in deze commissie, mogen de vergaderingen bijwonen.
§2. De algemeen directeur vraagt per e-mail aan elke betrokken fractie om haar vertegenwoordigers voor te dragen. Dit gebeurt telkens de deontologische commissie dient te worden samengeroepen. Elke fractie dient binnen de tien kalenderdagen de mandaten die haar overeenkomstig de zeteltoekenning door de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn toekomen toe te wijzen, door middel van een e-mail gericht aan de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
10.3.2 Samenroeping deontologische commissie
Artikel 51
§1. De algemeen directeur roept de deontologische commissie samen zo snel als mogelijk na het ontvangen van de namen van de leden van de commissie van elke fractie.
§2. Bij de eerste vergadering van de deontologische commissie wordt een voorzitter gekozen en wordt de melding of klacht kort toegelicht.
Vanaf de verkiezing van de voorzitter wordt elke commissie voorgezeten door de voorzitter. De voorzitter moet een raadslid zijn. De voorzitter wordt gekozen bij gewone meerderheid, onder de leden van de commissie. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door het jongste lid in leeftijd van de commissie.
De leden van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau kunnen geen voorzitter zijn van een commissie.
§3. De algemeen directeur is secretaris van de deontologische commissie. Wanneer de algemeen directeur door de deontologische commissie wordt opgeroepen als getuige, laat de algemeen directeur zich vervangen door iemand anders van de administratie.
§4. Wanneer een lid van de commissie, hetzij als klager, hetzij als aangeklaagde, hetzij op een andere wijze betrokken is bij het onderzoek naar de melding of klacht, wordt dat lid in de commissie vervangen door iemand van dezelfde politieke fractie. Indien de klacht of melding gericht is tegen een mandataris van een éénmansfractie, dan heeft die mandataris de keuze: ofwel laat hij/zij zich niet vervangen, ofwel laat hij/zij zich vervangen door iemand van een andere politieke fractie.
Artikel 52
De leden van de commissie genieten per vergadering een vergoeding gelijk aan het presentiegeld dat wordt toegekend aan de leden van de commissies van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn overeenkomstig het huishoudelijk reglement.
10.4 Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 53
§1. Het vooronderzoek wordt zo kort mogelijk gehouden en wordt afgerond in maximum vijftien werkdagen. Het heeft enkel tot doel om uit te maken of er sprake is van een redelijk vermoeden van een mogelijke schending. Het is de deontologische commissie die zich hierover uitspreekt.
§2. De resultaten van het vooronderzoek worden voorgelegd aan de voorzitter van de deontologische commissie. Deze voorzitter roept de commissie zo snel als mogelijk samen en bezorgt aan ieder lid het omstandig dossier van het vooronderzoek.
Artikel 54
§1. De deontologische commissie kan beslissen dat een verder of grondiger onderzoek nodig is. Indien dat wordt beslist, wordt deze opdracht (met duidelijke omschrijving) doorgegeven aan de algemeen directeur of aan de door de algemeen directeur aangewezen persoon die ook het vooronderzoek deed.
§2. Het eventuele verdere onderzoek wordt zo snel als mogelijk uitgevoerd.
§3. Het resultaat van het eventuele verdere onderzoek wordt voorgelegd aan de voorzitter van de deontologische commissie die opnieuw de commissie zo snel als mogelijk samenroept.
10.5 Het zich uitspreken over schendingen
Artikel 55
§1. De deontologische commissie oordeelt over meldingen en klachten die als voorwerp inbreuken op de deontologische code omvatten.
De commissie ontvangt de rapporten van het vooronderzoek en van het eventuele verdere onderzoek.
De commissie kan bij alle mogelijke betrokken partijen inlichtingen en aanvullende ophelderingen vragen. De commissie kan de partijen en andere personen of deskundigen horen.
§2. De commissie onderzoekt de gegrondheid van de melding of klacht.
§3. De voorzitter geeft de betrokken partijen, namelijk de melder/klager en de mandataris die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, kennis van de plaats, dag en uur van de zitting. Hij/zij deelt hen mee dat zij het recht hebben om gehoord te worden en dat zij zich kunnen laten bijstaan om gehoord te worden.
§4. De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De voor de gemeenteraadscommissies geldende bepalingen inzake het quorum gelden tevens voor de deontologische commissie. De beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. Bij staking van stemmen wordt tot niet schending van de deontologische code besloten. Er wordt geheim gestemd, tenzij over de aangelegenheden die de werking van de deontologische commissie betreffen.
Artikel 56
§1. De deontologische commissie beslist eerst over de al dan niet overtreding van een regel van de deontologische code. Nadien beslist de deontologische commissie over het gevolg dat aan die overtreding wordt gegeven.
§2. De mogelijke gevolgen die aan de overtreding van de deontologische regel kunnen worden gegeven, zijn:
§3. De deontologische commissie kan geen andere straffen opleggen dan de blaam. Enkel de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse Minister voor Binnenlands Bestuur, kan een tuchtsanctie opleggen aan mandatarissen. Los van deze deontologische procedure of wanneer een blaam niet voldoende wordt geacht, kan de klacht dus alsnog worden neergelegd bij de provinciegouverneur. Hiertoe wordt verwezen naar de specifieke procedure van tuchtsanctie ten opzichte van mandatarissen die kan opgelegd worden door de Vlaamse Regering, zoals vervat in artikel 156 van het Decreet over het lokaal bestuur.
§4. De betrokken mandataris wordt onverwijld schriftelijk in kennis gesteld van de uitspraak van de deontologische commissie.
De melder/klager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de al dan niet gegrondheid van zijn klacht. Bovendien wordt er bij gegrondheid vermeld dat een passend gevolg hieraan wordt gegeven, zonder de effectief opgelegde ‘sanctie’ te benoemen.
§5. Ingeval van de uitspraak van een blaam, is de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn ertoe gehouden de uitspraak mee te delen aan de raad tijdens de volgende zitting; een openbare blaam in openbare zitting, een besloten blaam in besloten zitting. De titel en de samenvatting van het te agenderen punt wordt zo algemeen mogelijk gehouden.
§6. Het volledige verslag van de deontologische commissie wordt voorgelegd op de besloten zitting van de eerstvolgende gemeenteraad.
Het verslag vermeldt welke leden aanwezig zijn gedurende de vergadering en geeft een weerslag van de beraadslagingen, zonder de naam van de sprekers te vermelden, tenzij deze hierom uitdrukkelijk verzoeken.
11. Evalueren deontologische code
Artikel 57
Bij het begin van elke bestuursperiode dient deze deontologische code opnieuw te worden voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring. Op initiatief van de algemeen directeur wordt er een werkgroep opgericht met alle raadsleden.
Deze werkgroep evalueert deze deontologische code. Er wordt bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
Eventuele aanpassingen aan de code worden bij het begin van elke legislatuur voorgelegd aan de gemeenteraad/raad maatschappelijk welzijn.
Artikel 3 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd kennis te nemen van de opvolgingsrapportering per 30/06/2023, zoals opgemaakt door de diensthoofden, met hierin een stand van zaken van de uitvoering van de prioritaire acties van het meerjarenplan.
27/06/2023: Mail financieel directeur aan de dienst- en celhoofden met handleiding en deadlines.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd. Dit is dus per 30/06/2023.
Belangrijk om te weten is dat deze rapportering gaat over de prioritaire acties, zoals bepaald bij de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025.
Enig artikel - Neemt kennis van de opvolgingsrapportering per 30/06/2023, zoals deze wordt voorgelegd.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd kennis te nemen van de rapportering conform art. 177 van het Decreet over het lokaal bestuur per 30/06/2023, zoals opgemaakt door de financieel directeur, met hierin de rapportage over:
Art. 177 van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor:
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
2° het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.[...]
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad; aan de raad voor maatschappelijk welzijn; aan het college van burgemeester en schepenen en aan het vast bureau:
1° de vervulling van de opdrachten, vermeld in dit artikel;
2° de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten;
3° de financiële risico's.
Bovenstaande rapportage dient minimaal 1 keer per jaar te gebeuren.
De financieel directeur zal deze rapportage 2 keer per jaar uitvoeren, analoog aan de beleidsrapportage, nl. per 30/06 en per 31/12.
Dit is het rapport met de toestand op 30/06/2023.
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
2° het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau:
1° de vervulling van de opdrachten, vermeld in dit artikel;
2° de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten;
3° de financiële risico's.
Bovenstaande rapportage dient minimaal 1 keer per jaar te gebeuren.
Enig artikel - Neemt kennis van de rapportering conform art. 177 van het Decreet over het lokaal bestuur per 30/06/2023, zoals deze wordt voorgelegd.
Als vooruitstrevend bestuur en in het kader van administratieve vereenvoudiging wordt ernaar gestreefd, indien het Decreet over het lokaal bestuur dit mogelijk maakt, om bevoegdheden zo dicht mogelijk bij de werking zelf te leggen, en om delegaties waar die al van toepassing waren op basis van het Gemeentedecreet, te continueren.
Vermits het bestuur voor een aantal belangrijke uitdagingen staat en er graag snel, efficiënt en flexibel ingespeeld wenst te worden op organisatorische noden, is het opportuun om de bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden (rechtspositieregeling en arbeidsreglement) en het bepalen van het organogram, die nu bij de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn berusten, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
Hiervoor wordt aan de raad voor maatschappelijk welzijn akkoord gevraagd.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de bevoegdheid voor de vaststelling van alle reglementen aangaande personeelsaangelegenheden, alsook het bepalen van het organogram gedelegeerd kan worden van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn aan het college van burgemeester en schepenen/vast bureau.
Het Decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikels 78, 1ste en 2de lid, 161 en 186 m.b.t. de delegatie van bevoegdheden van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen voor wat betreft alle reglementen aangaande personeelsaangelegenheden en het bepalen van het organogram.
Vermits het bestuur voor een aantal belangrijke uitdagingen staat en er graag snel, efficiënt en flexibel ingespeeld wenst te worden op organisatorische noden, is het opportuun om de bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden (rechtspositieregeling en arbeidsreglement) en het bepalen van het organogram, die nu bij de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn berusten, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.
Een van de uitdagingen momenteel is het aanpassen van de huidige rechtspositieregeling aan de bepalingen van het nieuwe besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen d.d. 20/01/2023. In samenspraak met de andere gemeenten van de regio Rivierenland wordt er hiervoor een gezamenlijke basis uitgewerkt. Om snel te kunnen schakelen is het aangewezen de bevoegdheden tot het vaststellen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden en het bepalen van het organogram, die bij de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn berusten, te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau. Binnen de regio Rivierenland gingen Mechelen, Putte, Bornem, Berlaar en Willebroek de gemeente Bonheiden hierin al voor en ervaren ondertussen de voordelen van deze delegatie.
Artikel 1 - Delegeert de bevoegdheid voor het bepalen van reglementen inzake personeelsaangelegenheden (o.m. de lokale rechtspositieregeling en het arbeidsreglement) van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau.
Artikel 2 - Delegeert de bevoegdheid voor het vaststellen van het organogram van de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau.
Systeem i-rekening is een door Belfius aangereikte oplossing voor het beheer van tegoeden van bewoners (oudere personen, personen met een beperking, ...) in een instelling of rusthuis, die het OCMW van Bonheiden toestemming hebben gegeven om in hun naam te handelen en alle financiële verrichtingen te verwezenlijken.
Hiertoe dient de raad voor maatschappelijk welzijn de beslissing goed te keuren tot toetreding in dit product, alsook tot het openen van een groeperingsrekening.
Systeem i-rekening is een door Belfius aangereikte oplossing voor het beheer van tegoeden van bewoners (oudere personen, personen met een beperking, ...) in een instelling of rusthuis, die het OCMW van Bonheiden toestemming hebben gegeven om in hun naam te handelen en alle financiële verrichtingen te verwezenlijken.
De voordelen voor het OCMW zijn:
De voordelen voor de gebruikers:
Tot op heden werkt het OCMW Bonheiden met de standaard sociale rekening van Belfius voor zowel budgetbeheer als betalingsverbintenissen.
Voor cliënten met een betalingsverbintenis is het aangewezen om over te stappen naar een Systeem i-rekening, welke specifiek hiervoor door Belfius werd ontwikkeld.
Bij de standaard sociale rekeningen dient de cliënt ook steeds te handtekenen. Bij rusthuisbewoners is dit niet altijd even voor de hand liggend. Dit wordt bij Systeem i-rekening opgevangen door een soepeler volmachtensysteem.
Belfius NV is de enige bank met een uitgebreid gamma aan sociale producten.
De Systeem i-rekening is gratis voor de instelling en voor de bewoner.
Artikel 1 - Treedt toe tot het product Systeem i-rekening.
Artikel 2 - Opent een groeperingsrekening met het oog op het beheren van het gekozen Systeem i-rekening.
Artikel 3 - Machtigt de financieel directeur om de eventuele kosten inherent aan het Systeem i-rekening te betalen.
Aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt akkoord gevraagd voor een samenwerking met het Begeleidingscentrum voor Personen met Autisme in het kader van Begeleid Werken in het tweede buurtrestaurant van het dienstencentrum De Metteberg.
Daar de huidige buurtrestaurants de volledige capaciteit van 50 deelnemers per keer bereiken, kan men stellen dat dit concept goed loopt en dat de uitbreiding naar een tweede buurtrestaurant per maand kan gerealiseerd worden. Deze realisatie is mogelijk dankzij:
Afspraken met betrekking tot het takenpakket:
Afspraken met betrekking tot de samenwerking:
Het tweede buurtrestaurant zal doorgaan telkens op een donderdag op volgende data:
Er zijn geen financiële gevolgen verbonden aan deze samenwerking.
Enig artikel - Keurt onderstaande overeenkomst goed:
RAAMOVEREENKOMST TUSSEN BCPA EN LOKAAL BESTUUR BONHEIDEN
Doel van de overeenkomst:
Deze overeenkomst schept een kader waarbinnen het Begeleidingscentrum voor Personen met Autisme en de werkpost zich samen engageren om concreet invulling te geven aan de doelstelling van Begeleid Werken.
Alle partijen erkennen uitdrukkelijk dat dit GEEN arbeidsovereenkomst is en dus NIET onderworpen is aan de reglementering betreffende arbeidsovereenkomsten.
De ondertekenende partijen:
De organisatie:
Begeleidingscentrum voor Personen met Autisme (BCPA)
Adres: Leuvensesteenweg 212, 2800 Mechelen
De werkpost:
Lokaal Bestuur Bonheiden, Dienstencentrum ‘De Metteberg’
Adres: Sint-Maartensberg 2, 2820 Bonheiden
Hierbij vertegenwoordigd door:
Functie Jobcoach: Ilse De Laet, Anne-Laure Delatter
Functie Werkpostbegeleider: Nel Heylen
Afspraken met betrekking tot de samenwerking:
Afspraken met betrekking tot het takenpakket:
Afspraken met betrekking tot veiligheid en verzekeringen:
Afspraken met betrekking tot problemen op het werk/ het afhandelen van klachten:
Als een probleem niet rechtstreeks tussen de jobcoach en de werkpost kan geregeld worden, kan men steeds de coördinator jobcoaching binnen BCPA contacteren:
Anne Vervisch 0490 58 40 70, anne.vervisch@begeleidingcentrum-autisme.be
Als ook dit niet tot een oplossing leidt, kan de zaak worden voorgelegd aan de directie:
An De Ridder, 0476 89 19 20, an.deridder@begeleidingcentrum-autisme.be
Zij behandelen de klacht dan volgens hun eigen klachtenprocedure.
Afspraken over de start, duur en beëindiging van de samenwerking:
Opgemaakt te Bonheiden op 30 augustus 2023
in twee exemplaren, waarvan beide partijen erkennen 1 exemplaar te hebben ontvangen.
Namens de werkpost Namens de jobcoach,
Algemeen Directeur, Ethel Van den Wijngaert Ilse De Laet
Voorzitter vast bureau, Lode Van Looy
De Federale Regering wil de OCMW’s stimuleren om op basis van het REMI-systeem, aanvullende financiële steun te voorzien voor huishoudens die over een ontoereikend inkomen beschikken, of dat nu gaat over een inkomen uit bijstand, uitkering of arbeid. De aanvullende financiële steun veronderstelt het meewerken aan een activeringstraject op maat (al dan niet via het bestaande GPMI).
In het kader hiervan werd het toetredingsdocument, dat verwijst naar de raamovereenkomst, door de leden van het vast bureau goedgekeurd onder voorbehoud van de goedkeuring van de raamovereenkomst op de raad voor maatschappelijk welzijn.
Aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de goedkeuring gevraagd van de raamovereenkomst.
10/08/2023: Positief advies van Rik Geerts, Data Protection Officer (DPO), in verband met de verwerkingsovereenkomst (zie bijlage).
Het OCMW Bonheiden krijgt een bedrag toegewezen van € 1.667,38 voor de kostprijs van de licentie en € 15.273,65 voor aanvullende financiële steun te kunnen verlenen.
Financieel advies:
Gunstig mits aanpassing visum FA 2023/00166 van Financiele dienst van 07 augustus 2023
Artikel 1 - Keurt de toetreding tot het REMI goed.
Artikel 2 - Keurt de verwerkingsovereenkomst in het kader van toetreding tot REMI goed.
Artikel 3 - Keurt de raamovereenkomst 'aankoop van een licentie voor de gebruiksklare REMI-applicatie' goed als volgt:
- RAAMOVEREENKOMST -
inzake REMI (Referentiebudgetten Menswaardig Inkomen)
DEEL I. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
De Partijen zijn:
OCMW’s die intekenen op deze Overeenkomst door middel van het toetredingsdocument.
Hierna elk afzonderlijk genoemd: “Afnemer”.
en
Thomas More Kempen vzw, Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn (voorheen CEBUD) met
ondernemingsnummer BE0409.667.028 gevestigd te Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. Stijn Coenen in zijn functie van Algemeen Directeur.
hierna genoemd: “Leverancier” of “Thomas More”.
hierna individueel te noemen “Partij” en gezamenlijk te noemen “Partijen”.
VOORAFGAANDELIJK
Thomas More Kempen – Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn, heeft op 29 augustus 2022 een offerte ingediend bij de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie (hierna “POD MI"), dewelke optreedt als aankoopcentraletussenpersoon voor de OCMW’s voor wat betreft hun aankoop van de licentie voor de gebruiksklare REMI-applicatie. De POD MI heeft de opdracht aan Thomas More gegund op 08 februari 2023. De OCMW’s worden hiervoor betoelaagd door de POD MI wanneer zij overgaan tot aankoop van de licentie voor de REMI-applicatie, op voorwaarde dat het inschrijvingsformulier "aanvraag van een subsidie in het kader van het project "terbeschikkingstelling van het REMI-systeem aan de OCMW's", beschikbaar op de website van POD MI, uiterlijk op 31 maart 2023 werd ingezonden. Het besluit tot toekenning van deze subsidie (koninklijk besluit) dateert van 22 januari 2023. Het koninklijk besluit van 22 januari 2023 betreffende een subsidie voor het gebruik van de REMI-applicatie om aanvullende financiële steun te verlenen aan de OCMW's beschrijft de modaliteiten voor het verkrijgen van deze subsidie en wordt aangevuld met het ministerieel besluit van 18 april 2023 dat voor elk deelnemend OCMW het bedrag zal bepalen dat beschikbaar wordt gesteld voor de aankoop van de REMI-applicatie. Deze subsidie dekt het gebruik van de licentie voor een periode van 10 maanden. Deze subsidie wordt nadien met nog eens 10 maanden verlengd, op voorwaarde dat de REMI-applicatie doeltreffend wordt gebruikt1.
OVERWEGENDE DAT:
a. Leverancier een Webapplicatie en haar Functionaliteit aanbiedt genaamd “REMI” welke de Afnemer in staat stelt om een volledig dossier in te vullen en op te slaan wat betreft de financiële situatie van een cliënt om tot een maandbudget te komen. Dit vergelijkt de financiële situatie met de referentiebudgetten2 die aanpasbaar zijn aan de noden en de leefsituatie van iedere cliënt en zijn gezin. De Webapplicatie en haar Functionaliteit houdt in dat elk OCMW dossiers kan ingeven, wijzigen en opslaan. Op basis van deze data berekent de Webapplicatie en haar Functionaliteit een maandbudget. Dit geeft aan in welke mate het gezinsinkomen toereikend is om een leven te leiden in menselijke waardigheid. Op basis van deze behoeftediagnose bepaalt het OCMW autonoom de aanvullende financiële steun die het passend acht. In dit verband is de Afnemer de verwerkingsverantwoordelijke en treedt de Leverancier op als onderaannemer van de Afnemer.
b. Afnemer interesse heeft in de Functionaliteit en derhalve de hiervoor bedoelde Webapplicatie en haar Functionaliteit wenst af te nemen.
c. Afnemer en Leverancier hieromtrent afspraken wensen te maken welke in deze Overeenkomst neergelegd zijn.
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT
Artikel 1 Definities
In de Overeenkomst worden een aantal begrippen gehanteerd, in enkelvoud of meervoud, die aanvangen met een hoofdletter en die de betekenis hebben van de woorden zoals in dit artikel schuingedrukt gedefinieerd zijn.
1.1 Beschikbaarheid: het percentage van de tijd van het Service Window waarin Afnemer gebruik kan maken van de Webapplicatie en haar Functionaliteit.
1.2 Documentatie: het door Leverancier aan Afnemer ter beschikking te stellen didactische materiaal met betrekking tot de Webapplicatie en/of Functionaliteit.
1.3 Functionaliteit: de gebruiksfuncties en –mogelijkheden van de aan de Webapplicatie ten grondslag liggende computerprogrammatuur, al dan niet onderverdeeld in deelfunctionaliteiten en/of modules.
1.4 Gebrek: het niet, of slechts gedeeltelijk, voldoen van Webapplicatie en haar Functionaliteit aan de overeengekomen specificaties.
1.5 Gegevens: "persoonsgegevens": iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (hierna "betrokkene" genoemd); een "identificeerbare natuurlijke persoon" is iemand die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificatiemiddel, zoals een naam, een identificatienummer, adresgegevens, een online identificatiemiddel, of van een of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor zijn of haar fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit.
1.6 Geanonimiseerde gegevens: persoonsgegevens die zodanig geanonimiseerd zijn dat de betrokkene niet of niet meer identificeerbaar is.
1.7 Gebruiker: een door Afnemer toegewezen persoon die van de Webapplicatie en haar Functionaliteit gebruik maakt, meer bepaald het personeel van het OCMW.
1.8 Opleiding: dienst, bestaande uit het verzorgen van een vorming met als doel de Gebruikers bekend te maken met de door Leverancier te leveren Webapplicatie en haar Functionaliteit en het trainen in het gebruik ervan, zodat zij er voor hun specifieke werkzaamheden op een adequate wijze mee kunnen werken.
1.9 Overeenkomst: onderhavig document.
1.10 Service Window: tijd dat Webapplicatie en haar Functionaliteit online beschikbaar is.
1.11 Support: het tijdens Werkuren door Leverancier door middel van een helpdesk, verstrekken van informatie en adviezen over problemen bij het gebruik van Webapplicatie en haar Functionaliteit, alsmede het verlenen van hulp bij het opsporen van oorzaken, daar onder mede begrepen Gebreken, die het ongehinderd gebruik van Webapplicatie en haar Functionaliteit belemmeren en het oplossen van deze problemen. Deze bijstand zal in hoofdorde gebeuren via helpdesk. In subsidiaire orde zal Leverancier telefonisch of via e-mail opnemen met de Afnemer indien dit nodig is voor de verduidelijking van de vraag of het antwoord.
1.12 Webapplicatie: dienst bestaande uit het ter beschikking stellen van Functionaliteit op afstand via elektronische weg door Leverancier, onder de dienst is mede begrepen Support en Documentatie.
1.13 Werkdagen: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van wettelijke feestdagen.
1.14 Werkuren: uren op Werkdagen tussen 09:00 en 16:00 uur.
Artikel 2 Samenwerking
2.1 Zoals hierna verder vermeld onder artikel 4. en 6., stelt de Leverancier al het mogelijke in het werk om overeengekomen data, termijnen e.d. zorgvuldig en naar best vermogen na te komen. Evenwel zijn alle data en termijnen en dergelijke naar beste weten vastgelegd en geeft overschrijding van deze data en/of termijnen door uitzonderlijke omstandigheden of overmacht geen aanleiding tot een schadevergoeding.
2.2 In geval Afnemer nalatig is in het verschaffen van informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van de Overeenkomst, met inbegrip van die informatie waarvan Afnemer kan vermoeden dat deze noodzakelijk is voor de uitvoering, is Leverancier voor de duur van deze nalatigheid niet gehouden meer dan naar best vermogen te presteren, mits hij de Afnemer daarvan vooraf in kennis heeft gesteld.
2.3 Afnemer en Leverancier verplichten zich bij de uitvoering van de Overeenkomst de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te nemen.
Artikel 3 Verplichtingen Afnemer
3.1 Het is Afnemer niet toegestaan zodanig gebruik te maken van de Webapplicatie en haar Functionaliteit dat daardoor schade kan ontstaan aan de Webapplicatie en haar Functionaliteit, aan Leverancier en/of aan derden, of waardoor een verstoring in de Beschikbaarheid ontstaat.
3.2 Leverancier biedt haar Webapplicatie en haar Functionaliteit aan op basis van “fair use”, dat wil zeggen dat zij in beginsel geen beperkingen oplegt aan de door Afnemer veroorzaakte systeem- en netwerkbelasting. Leverancier behoudt zich nochtans het recht voor om bij kwaadwillig excessief gebruik (bijvoorbeeld gebruik gestuurd via softwareprogramma’s gemaakt om een constante belasting te veroorzaken van de server) maatregelen (een tijdelijke beperking wat het gebruik van de Webapplicatie en haar Functionaliteit betreft, de Afnemer wordt hierover gecontacteerd zodat Afnemer de mogelijkheid heeft het excessief gebruik te identificeren en te verhelpen) te treffen.
3.3 Afnemer verbindt er zich toe erop toe te zien dat de Gebruikers zorgvuldig zal omgaan met de verstrekte inloggegevens.
3.4 Afnemer zal bij de gebruikmaking van de Webapplicatie en haar Functionaliteit zich bedienen van door Leverancier gespecificeerde (browser)programmatuur zoals vermeld in punt 9.2 van deze Overeenkomst.
3.5 Afnemer vrijwaart Leverancier tegen aanspraken van derden op grond van handelingen van Afnemer die in strijd zijn met de artikelen 3.1 en 3.3.
3.6 Afnemer is verantwoordelijk voor het tijdig selecteren en verwerven van een geschikte telecommunicatievoorziening zoals gespecificeerd in punt 9.2 om daadwerkelijk van de Webapplicatie en haar Functionaliteit gebruik te kunnen maken.
Artikel 4 Verplichtingen Leverancier
4.1. De Leverancier zal:
4.2. De Leverancier zal omwille van contractuele noodzaak, o.a. voor de uitvoering van technische support, ingevoerde persoonsgegevens door Afnemer verwerken. Een dossier met deze persoonsgegevens wordt aangemaakt en op basis van de persoonsgegevens in dit dossier berekent de Webapplicatie en haar Functionaliteit een correct maandbudget. Partijen verbinden zich ertoe om een verwerkersovereenkomst af te sluiten conform de geldende privacy-regelgeving. Deze verwerkersovereenkomst maakt integraal deel uit van onderhavige raamovereenkomst (cfr. II. Verwerkersovereenkomst).
4.3. De Leverancier zal om de veiligheid, van de persoonsgegevens die de Afnemer middels de Webapplicatie en haar Functionaliteit heeft ingevoerd, te waarborgen al de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de gegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, tegen toevallig verlies, datalek, evenals tegen de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens. De Leverancier houdt hierbij steeds rekening met de stand van de techniek ter zake.
4.4. De Leverancier onthoudt zich van het raadplegen van de gegevens die de Afnemer via de Webapplicatie en haar Functionaliteit bij hem heeft geplaatst. Hij mag alleen toegang hebben tot deze gegevens ten behoeve van technische ondersteuning bij het oplossen van een probleem.
4.5. De Leverancier zal geen gegevens aan derden ter beschikking stellen, tenzij daartoe verplicht door de wet of een gerechtelijk bevel en met uitzondering van de exclusieve toegang van de POD MI. De POD MI heeft exclusieve toegang tot de gegevens om zijn taken te kunnen uitvoeren, waaronder het toezicht op het correcte gebruik van REMI-subsidies en het uitvoeren van studies om dit beleid te analyseren in het kader van het REMI-project, al dan niet in samenhang met zijn andere opdrachten en beleid.
4.6. De Leverancier, alsmede elke instelling die gebruik wenst te maken van de geanonimiseerde gegevens die voortvloeien uit het gebruik van de Webapplicatie en haar Functionaliteit, kunnen een verzoek indienen bij POD MI, dat exclusieve toegang heeft tot de gegevens zoals bepaald in de bestekvoorwaarden. De POD MI anonimiseert de in het kader van zijn taken ontvangen gegevens en kan besluiten deze mee te delen aan elke instelling, met inbegrip van CEBUD (Thomas More), die toegang tot deze gegevens wenst. Deze mededeling van geanonimiseerde gegevens vindt plaats overeenkomstig de voorwaarden van een standaardovereenkomst inzake de mededeling van geanonimiseerde gegevens die door de POD MI, vertegenwoordigd door de minister voor Maatschappelijke Integratie, worden verzameld in het kader van het gebruik van de REMI-applicatie door de OCMW's. Deze overeenkomst zal worden gesloten tussen de minister voor Maatschappelijke Integratie en de instelling die toegang wenst tot deze geanonimiseerde gegevens.
Artikel 5 Intellectuele eigendomsrechten
5.1. Leverancier garandeert dat Afnemer over alle benodigde rechten voor het gebruiken van Webapplicatie en haar Functionaliteit beschikt, waaronder alle rechten met betrekking tot de onderliggende computerprogrammatuur.
5.2. De intellectuele eigendomsrechten, met inbegrip van databankrechten en/of auteursrechten, blijven volledig eigendom van de Leverancier. De intellectuele eigendomsrechten op gegevens die Afnemer zelf opbouwt middels het gebruik van de Webapplicatie en haar Functionaliteit komen toe aan Afnemer (hierna de “Data”).
5.3. De Klant zal via de Leverancier aan de POD MI toegang verlenen tot de Gegevens die tijdens de subsidieperiode zijn verzameld (artikel 8.2), teneinde de POD MI in staat te stellen zijn taken uit te voeren en derhalve alleen voor niet-commerciële doeleinden. De uitoefening van zijn taken omvat elk gebruik met het oog op de verbetering van de praktijk en het systeem van sociale integratie, de strijd tegen armoede en de sociale economie, de creatie, evaluatie en/of uitvoering van een beleid of programma's met betrekking tot deze toepassingsgebieden of daarmee verband houdend, alsook de taak van toezicht op het gebruik van subsidies. De mogelijkheid voor de POD MI om op basis van de Gegevens studies en onderzoek uit te voeren en om geanonimiseerde gegevens door te geven aan instellingen voor onderzoeks- en studiedoeleinden maakt ook deel uit van zijn taken. De overdracht van persoonsgegevens aan de POD MI zal gebeuren in overeenstemming met
de toepasselijke wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.
Artikel 6 Webapplicatie
6.1. De Webapplicatie en haar Functionaliteit worden als volwaardig en ongestoord aangemerkt bij een Beschikbaarheid van 90% per maand (tellende met kalenderdagen). Bij een eventuele niet-beschikbaarheid is het mogelijk om tijdens de Werkuren contact op te nemen met Leverancier (via de helpdesk) om een stand van zaken te krijgen (cfr.art. 4.1.).
6.2. Leverancier zal er naar streven dat alle uit te voeren activiteiten, met betrekking tot een door Afnemer gedaan beroep op Support, zonder onnodige vertraging zullen worden behandeld zodat het Gebrek/ de Gebreken zo snel als mogelijk worden opgelost zoals bepaald in de "Service Level Agreement", die als bijlage aan de verwerkersovereenkomst is toegevoegd
6.3. Het in behandeling nemen van een Gebrek gebeurt alleen indien en voor zover dit Gebrek aantoonbaar en door Leverancier herhaald/ gesimuleerd kan worden. Indien en voor zover de tijd die het oplossen van een Gebrek in beslag neemt, of wordt vermoed in beslag zal nemen, van dusdanige duur is, dat vermoed wordt dat de Beschikbaarheid van de Webapplicatie en haar Functionaliteit zal worden aangetast, zal Leverancier trachten te voorzien in een tijdelijke, toereikende oplossing, zoals bepaald in de "Service Level Agreement", die als bijlage aan de verwerkersovereenkomst is toegevoegd.
6.4. Gebreken in Beschikbaarheid welke zijn veroorzaakt door:
a. onoordeelkundig gebruik door Gebruiker (bijvoorbeeld inloggegevens doorgeven aan derden, …);
b. het werken met apparatuur en/of (browser)programmatuur welke niet voldoen aan de vooraf door Leverancier goedgekeurde specificaties;
vallen nimmer binnen de reikwijdte van de Overeenkomst.
6.5. Leverancier kan, in het geval dat Gebruikers niet over adequate kennis van de Webapplicatie en haar Functionaliteit beschikken, van Afnemer eisen dat deze Opleidingen van Leverancier volgt teneinde de kennis van de Gebruikers op een dusdanig niveau te brengen dat zij niet langer een onevenredig beroep op Support doen, dan wel Gebruikers anderszins benodigde kennis zullen opdoen. Leverancier zal de redelijkheid van deze eis gronden op basis van haar (Support)historie. Indien Afnemer hieraan geen gehoor geeft, en na een gemotiveerde beslissing waaruit blijkt dat de inhoud van de opleiding beantwoordt aan de verzoeken die de Afnemer aan de leverancier richt, heeft Leverancier het recht haar verplichtingen in het kader van Support op te schorten totdat de kennis van Gebruikers op voldoende niveau is gebracht, zonder dat Afnemer recht heeft op teruggave van reeds betaalde gelden of enige schadevergoeding.
6.6. Leverancier bepaalt zelfstandig en zonder raadpleging van Afnemer het versiebeleid en zorgt ervoor dat telkens indien en voor zover dat mogelijk is de meest recente Webapplicatie en haar Functionaliteit beschikbaar is voor Afnemer. Leverancier zal aan de hand van de COIPCOP-codes geüpdatete referentiebudgetten gebruiken om geprijsde budgetten in de Webapplicatie en haar Functionaliteit minimaal twee keer per jaar aan te passen aan de evolutie van de koopkracht. Ook wordt het onderzoek naar referentiebudgetten up-to-date gehouden door een heruitvoering van het onderzoek (op basis van een multi-method aanpak). De volgende uprate zal plaatsvinden in 2024. De wijzigingen in het versiebeleid en de referentiebudgetten worden gecommuniceerd aan Afnemer via de applicatie zelf. De resultaten van de uitgebreide update (heruitvoering onderzoek, ook wel uprate genoemd) worden meegedeeld aan de Afnemer via een nieuwsbrief.
6.7. Leverancier zal voorafgaand aan de implementatie van updates en/of andere wijzigingen van de Webapplicatie en haar Functionaliteit in overleg treden met Afnemer, indien deze naar verwachting een verlies van de prestatievermogens van de Webapplicatie en/of verlies van Functionaliteit en/of een verminderde Beschikbaarheid met zich mee zullen brengen.
6.8. Het bepaalde van artikel 6.7 is niet van toepassing in het geval de betreffende updates om beveiligingsredenen toegepast dienen te worden.
Artikel 7 Prijzen, facturering en betaling
7.1 Alle prijzen zijn exclusief btw.
7.2 De licentieprijzen die gelden tijdens de duurtijd van het contract, worden vastgelegd op basis van het aantal Afnemers.
Tijdens de twee periodes van betoelaging door de Federale regering (te weten twee periodes van telkens tien (10) maanden: 1/5/2023 tot en met 29/02/2024 en van 1/3/2024 tot en met 31/12/2024) wordt het aantal Afnemers bepaald op 1/5/2023 en op 1/4/2024.
7.3. Vanaf 1 mei 2025: voor de OCMW’s die hebben aangegeven de REMI-applicatie ook na de subsidieperiode te willen blijven gebruiken, wordt een prijs bepaald aan de hand van dezelfde criteria als in beide hierboven vermelde periodes (jaar 1 en jaar 2). Hiervoor wordt een beroep gedaan op de cijfers weergegeven in de tabellen zoals weergegeven in art. 7.1., geïndexeerd op basis van de vooropgestelde formule in art. 7.4.
7.4. De licentieprijzen kunnen éénmaal per jaar worden aangepast, telkens op 1 mei, waarbij de herziene prijs (P) gelijk is aan: Po x Sr/So, waarbij:
Deze wijziging wordt gemeld aan Afnemer via e-mail (contactgegevens in bijlage) en gaat in voor de daaropvolgende contractperiode (van 1 mei tot en met 30 april).
7.5 Leverancier zal op de facturen aan Afnemer datum, periode van de dienstverlening en het totaal verschuldigde bedrag (incl. btw) in euro vermelden.
7.6 De prijs voor het gebruik van de Webapplicatie en haar Functionaliteit wordt voor de eerste periode gefactureerd op 1 juni 2023, en voor de tweede periode op 1 juni 2024. Voor Afnemers die de Overeenkomst wensen te verlengen na 1 mei 2025, dus na de tweede subsidieperiode gedekt door het Ministerieel Besluit, zal de prijs jaarlijks worden gefactureerd binnen de 30 dagen na de afsluiting van de Overeenkomst.
7.7 Afnemer zal de door hem op basis van de Overeenkomst verschuldigde prijs bij inhoudelijke juistheid van de fact(u)ur(en) binnen dertig (30) dagen na factuurdatum aan Leverancier betalen.
7.8 Indien Afnemer zich op inhoudelijke onjuistheid van de fact(u)ur(en) beroept via aangetekend schrijven, laat dit onverlet diens verplichting om tenminste het onbetwiste deel van de fact(u)ur(en) te betalen.
7.9 Indien Afnemer de verschuldigde prijs niet binnen de betalingstermijn heeft voldaan, behoudens indien hij zich binnen dertig (30) dagen heeft beroepen op inhoudelijke onjuistheid van de factuur, zal Afnemer zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, de wettelijke rente over het openstaande bedrag verschuldigd zijn. Indien Afnemer na ingebrekestelling nalatig blijft de vordering te voldoen, is Leverancier gerechtigd naast de verschuldigde wettelijke rente tevens aanspraak te maken op vergoeding van buitengerechtelijke kosten, waarvan de hoogte wordt bepaald op maximum 15% van het totale factuurbedrag.
7.10 Indien Afnemer een betalingsachterstand heeft van meer dan twee (2) maanden, is Leverancier gerechtigd haar dienstverlening op te schorten, mits Afnemer van dat voornemen schriftelijk in kennis is gesteld en Afnemer tenminste tien (10) Werkdagen is gegund alsnog en volledig aan alle betalingsverplichtingen, dus inclusief wettelijk rente, buitengerechtelijke en andere kosten, te voldoen.
Artikel 8 Looptijd, beëindiging, verlenging
8.1 De looptijd van deze Overeenkomst is twee jaar, te weten:
De looptijd van deze Overeenkomst voor deze twee jaren geldt alleen voor de OCMW's die de REMI-applicatie tijdens de eerste periode effectief hebben gebruikt en die zich bereid hebben verklaard het instrument na afloop van de eerste periode blijven gebruiken.
8.2 De POD MI voorziet een betoelaging tijdens de duur van de subsidieperiode, d.w.z. voor twee keer 10 maanden, te weten van 1 mei 2023 tot en met 29 februari 2024 en van 1 maart 2024 tot en met 31 december 2024.
8.3 Alleen de OCMW's die hebben gereageerd op de oproep van de POD MI betreffende hun bereidheid om de Webapplicatie en de Functionaliteit ook na de eerste periode te blijven gebruiken, zullen dus tot 30 april 2025 aan dit contract gebonden zijn.
8.4 Deze Overeenkomst zal nadien voor de Afnemer worden verlengd, aan dezelfde voorwaarden als op het einde van de federale subsidieperiode en dit voor een periode van vijf (5) jaren, te weten tot en met 30 april 2030. Om van deze verlenging gebruik te kunnen maken, moet de Afnemer - op verzoek van de Leverancier - dit uiterlijk één (1) maand voor de einddatum van het contract aangeven, ten laatste op 31 maart 2025.
8.5 De Overeenkomst wordt na de periode van vijf (5) jaren telkens automatisch verlengd voor opeenvolgende periodes van één (1) jaar indien geen der Partijen uiterlijk 1 maand voor vervaldag de Overeenkomst middels aangetekend schrijven aan de andere Partij heeft opgezegd.
8.6 Behoudens anders bepaald in de Overeenkomst is:
a. de ene Partij gerechtigd de Overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden door middel van een aangetekend schrijven indien de andere Partij in de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de Overeenkomst tekortschiet en daarin ook na ingebrekestelling, waarbij aan de andere Partij een redelijke termijn is gesteld om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen, volhardt.
b. de ene Partij gerechtigd zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist buiten rechte de Overeenkomst door middel van een Aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang te ontbinden indien de andere Partij bescherming tegen schuldeisers onder de wet van de continuïteit van ondernemingen aanvraagt of hem bescherming tegen schuldeisers onder de wet van de continuïteit van ondernemingen is verleend; het faillissement van de andere Partij wordt aangevraagd of dat hij in staat van faillissement is verklaard; de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd of beëindigd anders dan ten behoeve van samenvoeging van ondernemingen; op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere Partij dan wel op de bij de uitvoering van de Overeenkomst betrokken infrastructuur en/of computerprogrammatuur beslag wordt gelegd, dan wel de andere partij niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de Overeenkomst na te kunnen komen.
8.7 Indien de Overeenkomst door Afnemer wordt ontbonden op grond artikel 8.5., heeft Afnemer op eerste verzoek het recht om voor een periode van twee (2) opeenvolgende maanden de Webapplicatie en haar Functionaliteit te blijven gebruiken, één en ander tegen een door Leverancier te bepalen en door Afnemer vooruit te betalen redelijke vergoeding.
8.8 Alle rechten die Afnemer ingevolge Overeenkomst heeft verkregen met betrekking tot het gebruik van Webapplicatie en haar Functionaliteit vervallen bij beëindiging van Overeenkomst, met uitzondering van het gestelde in artikel 8.7.
8.9 Tenzij anders bepaald blijven verplichtingen uit deze Overeenkomst welke naar hun aard bestemd zijn om ook na beëindiging van de Overeenkomst voort te duren, na beëindiging daarvan bestaan. De beëindiging van de Overeenkomst ontslaat Partijen uitdrukkelijk niet van het bepaalde met betrekking tot geheimhouding, aansprakelijkheid, intellectuele eigendomsrechten, toepasselijk recht en rechtbank.
8.10 Partijen treden in geval van ontbinding of vereffening van de Leverancier in overleg omtrent de (wijze van) overdracht van data, de dienstverlening en/of overige beheersmaatregelen, benodigd voor een ongestoorde voortgang van het gebruik door Afnemer van haar data en/of Webapplicatie en haar Functionaliteit.
Artikel 9 Garanties
9.1. Leverancier garandeert dat de dienstverlening inzake de Webapplicatie en haar Functionaliteit op vakbekwame wijze wordt uitgevoerd.
9.2. Leverancier garandeert de Beschikbaarheid conform Overeenkomst. Leverancier is niet verantwoordelijk voor de telecommunicatieverbindingen vanaf haar infrastructuur, daar mede onder begrepen de telecommunicatieverbindingen van Afnemer als bedoeld in artikel 3.6. Om gebruik te maken van de Webapplicatie en haar Functionaliteit dient Afnemer een goed werkende internetverbinding (constante connectie, minimum 0,5 MB/sec) te hebben. Een computer is vereist waarop een recente versie van een moderne webbrowser zoals Chrome, FireFox of een Chromium-based browser functioneert, met javascript ingeschakeld.
Artikel 10 Aansprakelijkheid
10.1 De Partij die toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichting(en) is aansprakelijk voor vergoeding van de door de andere Partij geleden, dan wel te lijden schade.
10.2 Ingeval er zich toch een tekortkoming door de Leverancier voordoet, is de totale aansprakelijkheid van Leverancier beperkt tot de vergoeding van de directe vermogensschade geleden door Afnemer met maximaal de door Afnemer betaalde prijs voor het gebruik van de Webapplicatie en haar Functionaliteit (exclusief BTW en andere van overheidswege opgelegde heffingen) over zes (6) maanden. Onder directe vermogensschade wordt uitsluitend verstaan:
a. redelijke kosten die Afnemer zou moeten maken om de prestatie van Leverancier aan de Overeenkomst te laten beantwoorden; deze kosten worden nochtans niet vergoed indien de Overeenkomst door of op vordering van Afnemer is of wordt ontbonden.
b. redelijke kosten die Afnemer heeft gemaakt voor het noodgedwongen langer operationeel houden van zijn oude systeem of systemen en daarmee samenhangende voorzieningen;
c. redelijke kosten, gemaakt ter vaststelling van de oorzaak en de omvang van de schade, voor zover de vaststelling betrekking heeft op directe vermogensschade in de zin van deze voorwaarden;
d. redelijke kosten, gemaakt ter voorkoming of beperking van schade, voor zover Afnemer aantoont dat deze kosten hebben geleid tot beperking van directe schade in de zin van deze voorwaarden.
10.3 Behalve in geval van fraude, grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag, is geen van de partijen aansprakelijk voor enige indirecte schade en/of gevolgschade, zoals maar niet beperkt tot verlies van verwachte besparingen, verlies van kansen, verlies van goodwill van derden en reputatieschade.
10.4 Niets in deze Overeenkomst beperkt of sluit elke aansprakelijkheid van elke partij uit voor overlijden of lichamelijk letsel, verlies of beschadiging van gegevens, inbreuken op de Algemene Wet Bescherming Persoonsgegevens en/of voor enige andere Schade waarvoor aansprakelijkheid niet kan worden uitgesloten of beperkt in overeenstemming met toepasselijke wet.
10.5 De aansprakelijkheid van een Partij wegens tekortkoming in de nakoming van de Overeenkomst ontstaat pas nadat de nalatige Partij door de andere Partij in gebreke is gesteld, tenzij nakoming van de betreffende verplichtingen reeds blijvend onmogelijk is, in welk geval de nalatige Partij onmiddellijk in gebreke is. De ingebrekestelling zal schriftelijk via aangetekend schrijven geschieden, waarbij aan de nalatige Partij een redelijke termijn wordt gegund om alsnog zijn verplichtingen na te komen.
Artikel 11 Overmacht
11.1 In geval van overmacht wordt de nakoming van de Overeenkomst en alle daarmee samenhangende verplichting(en) geheel of gedeeltelijk opgeschort voor de duur van de overmachtssituatie, zonder dat Partijen over en weer tot enige schadevergoeding terzake gehouden zijn. Een Partij kan zich jegens de andere Partij alleen op overmacht beroepen indien de zich op overmacht beroepende Partij zo spoedig mogelijk, onder overlegging van verklaring en bewijsstukken, de andere Partij via aangetekend schrijven van zijn beroep op overmacht in kennis stelt.
11.2 Als een Partij door overmacht tekortschiet in de nakoming van enige verplichting voortvloeiend uit de Overeenkomst kan de andere Partij, indien vaststaat dat nakoming blijvend onmogelijk zal zijn, dan wel indien een periode van meer dan dertig (30) Werkdagen is verstreken, de Overeenkomst geheel of gedeeltelijk, door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang buiten rechte ontbinden, zonder dat Partijen over en weer tot enige schadevergoeding te zijn gehouden. Hetgeen reeds is gepresteerd door Leverancier zal door Afnemer terstond worden betaald. Het bedrag dat door Afnemer reeds is betaald voor diensten die door Leverancier als gevolg van dergelijke overmacht niet zijn verleend, zal door Leverancier volledig en onmiddellijk worden terugbetaald.
Artikel 12 Geheimhouding en beveiliging
12.1 Beide Partijen zullen strikte vertrouwelijkheid in acht nemen voor de informatie over elkaars organisatie, Functionaliteit, de Webapplicatie etc. Partijen zullen hun personeel verplichten deze geheimhoudingsbepalingen na te leven.
12.2 Met betrekking tot gegevens afkomstig van de andere Partij, die in welke vorm of op welke informatiedrager dan ook bij een Partij berusten of aan hem zijn verstrekt, verbindt een Partij zich:
a. alle redelijke maatregelen in acht te nemen voor een veilige berging of opslag;
b. de gegevens niet te gebruiken voor enig ander dan het overeengekomen doel;
c. de gegevens niet langer in haar bezit te houden dan voor het uitvoeren van de overeengekomen verplichtingen redelijkerwijs noodzakelijk is en deze gegevens, inclusief gemaakte kopieën onmiddellijk na volledige nakoming van genoemde verplichtingen weer ter beschikking te stellen van andere Partij, dan wel na verkregen toestemming van andere Partij te vernietigen tenzij de Afnemer de gegevens in het sociaal dossier moet bewaren gedurende de periode die nodig is voor de uitoefening van zijn taken, mag de Afnemer door deze overeenkomst niet gebonden zijn aan de bepaling van de bewaartermijn van de gegevens in zijn sociaal dossier;
d. de overeengekomen verplichtingen uitsluitend te doen uitvoeren door personen waarvan de Partij op wie de verplichting rust in redelijkheid meent dat zij betrouwbaar zijn;
e. medewerking te verlenen aan het uitoefenen van toezicht door of namens de andere Partij op bewaring en gebruik van gegevens.
12.3 Elke Partij draagt er zorg voor dat zijn bij de werkzaamheden betrokken werknemers en/of derden tot geheimhouding met betrekking tot hetgeen in dit artikel is gesteld zullen zijn verplicht.
12.4 Data uitgewisseld via de Webapplicatie en haar Functionaliteit van Afnemer naar Leverancier en omgekeerd, gebeuren via een beveiligde verbinding, met name een Secure Sockets Layer (SSL) met certificaat. Dit houdt in dat de verbinding beveiligd is met encryptie zodat informatie veilig van de ene naar de andere partij wordt bezorgd. Het certificaat voor deze SSL wordt up to date gehouden door Leverancier. Kosten verbonden met deze vorm van encryptie zijn volledig ten laste van Leverancier.
Artikel 13 Overdracht van rechten en verplichtingen
13.1 Afnemer is niet gerechtigd de rechten en verplichtingen uit Overeenkomst zonder schriftelijke toestemming van Leverancier aan een derde over te dragen.
13.2 Leverancier is bevoegd om bij de uitvoering van de Overeenkomst gebruik te maken van de diensten van derden, hetzij in onderaanneming, hetzij door tijdelijke inhuur van personeel.
Artikel 14 Toepasselijk recht en geschillen
14.1 Op de Overeenkomst en nadere, daaruit voortvloeiende Overeenkomsten is Belgisch recht van toepassing.
14.2 In geval van een geschil, geeft de meest gerede Partij aan de andere Partij via aangetekend schrijven te kennen, dat er sprake is van een geschil, alsmede een summiere opgave van hetgeen naar het oordeel van die Partij het onderwerp van het geschil is. Alle geschillen welke naar aanleiding van of ten gevolge van de Overeenkomst mochten ontstaan, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de Leverancier.
14.3 Het in het artikel 14.2 bepaalde laat onverlet de verplichting van beide Partijen zich maximaal in te spannen om geschillen, verband houdende met de Overeenkomst, zoveel mogelijk in onderling overleg op te lossen.
Artikel 15 Algemene bepalingen
15.1 In de gevallen waarin de Overeenkomst niet voorziet, dan wel indien wijziging van de Overeenkomst noodzakelijk is, treden Partijen hiertoe in overleg. Wijzigingen en/of aanvullingen zijn slechts geldig voor zover deze schriftelijk zijn overeengekomen.
15.2 Het nalaten door een Partij om binnen een in de Overeenkomst genoemde termijn nakoming van enige bepaling te verlangen, tast het recht om alsnog nakoming te eisen niet aan, tenzij deze Partij uitdrukkelijk en schriftelijk met de niet-nakoming akkoord is gegaan.
15.3 Indien één van de bepalingen van de Overeenkomst nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van de Overeenkomst van kracht blijven en treden Partijen in overleg om een vervangende bepaling overeen te komen.
Noot:
1 In de praktijk zal de applicatie beschikbaar zijn voor een eerste periode van twaalf maanden, gevolgd door een tweede periode van twaalf maanden indien de OCMW's voldoen aan de voorwaarden van de tweede subsidieperiode.
2 Voor meer informatie omtrent referentiebudgetten zie: https://www.remiredi.be/
Er is een samenwerkingsovereenkomst met het CAW en de lokale besturen van de welzijnskoepel Rivierenland in het kader van ketenaanpak dak- en thuisloosheid.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het addendum, wat betreft de verdeelsleutel, aan deze samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.
In september 2020 nam de Welzijnskoepel met het CAW Boom Mechelen Lier het initiatief om de lokale besturen in de zorgregio te bevragen naar hun noden en behoeften m.b.t. opvang en begeleiding van dak- en thuislozen. In de periode tussen oktober 2020 en januari 2021 werden 9 werkgroepen georganiseerd met vertegenwoordigers van alle 19 lokale besturen uit de zorgregio, met maatschappelijk werkers, beleids- en stafmedewerkers, directeurs sociale zaken, lokaal mandatarissen en bevoegde schepenen. Deze werkgroepen hadden tot doel:
De output uit deze werkgroepen vormde de basis voor het uitwerken van concrete doelstellingen en een aanbod voor een nieuwe bovenlokale ketenaanpak dak- en thuisloosheid voor de zorgregio. Het doel is dat deze nieuwe ketenaanpak dak- en thuisloosheid het de lokale besturen de komende jaren mogelijk maakt, niet alleen opvang en begeleiding aan te bieden aan de steeds groeiende groep van dak- en thuislozen, maar ook meer structurele oplossingen te bieden, zowel lokaal als op niveau van de zorgregio.
Het CAW werkte tezamen met de besturen een visie uit, met name de ketenaanpak met volgende 5 doelstellingen:
De samenwerking tussen het lokaal bestuur/OCMW en hulp-zorgverlening (CAW) vertaalt zich ook naar het gezamenlijk bundelen van de krachten en financiële mogelijkheden. Vanuit de hulpverlening (CAW) worden de financiële middelen vanuit de Vlaamse overheid in maximale transparantie ingezet in een regionaal aanbod voor de lokale besturen/OCMW’s.
Voor het jaar 2022 wordt een gemengd financieringsmodel voor de lokale besturen voorgesteld, net zoals in 2019. Volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
Ondertussen heeft de werkgroep Ketenaanpak een voorstel voor een nieuw financieringsmodel voorbereid en is het voorstel goedgekeurd op de stuurgroep Keten- en dakloosheid d.d. 22/06/2023. Dit vertaalt zich in een nieuw addendum.
In bijlage bevindt zich het addendum, alsook de goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst.
Concreet wijzigt het volgende vanaf 01/01/2024 in de verdeelsleutel:
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Voor 2023 bedraagt de bijdrage € 8.596,00. De toelage voor 2024 is nog niet gekend.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00165 van Financiele dienst van 04 augustus 2023
Enig artikel - Keurt onderstaand addendum aan de samenwerkingsovereenkomst goed:
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST KETENOPVANG DAK- EN THUISLOOSHEID WELZIJNSREGIO BOOM MECHELEN LIER - ADDENDUM
Deze overeenkomst regelt de gezamenlijke uitvoering van een ketenaanpak dak- en thuisloosheid tussen enerzijds CAW Boom Mechelen Lier en anderzijds alle 17 gemeenten van haar zorggebied, de duur van de overeenkomst en de verdeling van de kosten.
Dit addendum heeft betrekking op de financiering en de inzet van middelen voor deze actie.
Voor het jaar 2022 vond de financiering o.a. plaats op basis van de principes (geïndexeerde bedragen en verdeelsleutel) van 2017, te weten
De OCMW’s engageerden zich om solidair de financiering (331.839,00 Euro) van de ketenaanpak gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst op zich te nemen. De OCMW ’s engageerden zich tevens om uiterlijk eind 2022 een nieuwe verdeelsleutel op te maken voor de verdeling van het aandeel van de OCMW ‘s over de jaren 2023-2025.
Er werd bepaald dat het basisbedrag voor de komende jaren wordt bepaald op 331.839 euro en dat op dit bedrag jaarlijks een indexaanpassing zal gebeuren op basis van het indexcijfer van de maand december (gezondheidsindex/basis 2013).
A. INDEXAANPASSING
1/Voor het kalenderjaar 2023 geeft dit volgende berekening:
(331.839 euro x 127,89 (gezondheidsindex december 2022)) / 115,74 (indexbasis 2013-gezondheidsindex dec 2021) = 366.674,35 euro
331.839 euro x 127,89
115,74
Voor de volgende kalenderjaren zal het bedrag 331.839 euro als basisbedrag worden genomen en 115,74 als indexbasis. De breuk wordt voltooid met het de gezondheidsindex van de voorafgaande maand december van het daaropvolgende kalenderjaar.
2/Voor het kalenderjaar 2024 zou dit de volgende berekening geven:
(331.839 euro x ? (gezondheidsindex december 2023)) / 115,74 (indexbasis 2013-gezondheidsindex dec 2021) = XXX euro
331.839 euro x index dec 2023
115,74
3/Voor het kalenderjaar 2025 zou dit de volgende berekening geven:
(331.839 euro x jQuery152039475804128315284_1690873474797 (gezondheidsindex december 2024)) / 115,74 (indexbasis 2013-gezondheidsindex dec 2021) = XX euro
331.839 euro x index dec 2024
115,74
B. VERDEELSLEUTELS
Voor het kalenderjaar 2023 zal voor het aandeel ‘effectief gebruik’ nog gerekend worden met het aantal unieke cliënten 2022.
Verdeelsleutel 2024:
Er wordt overeengekomen tussen alle betrokken partijen om vanaf 1 januari 2024 de verdeelsleutel aan te passen aan de volgende 2 criteria, welke ieder gelden voor 50%.
Met bovenstaande formulering zou er duidelijkheid moeten zijn m.b.t. de indexering en kostenverdeling voor de verdere looptijd van de overeenkomst.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd de wijzigingen in het reglement voor de Minder Mobielen Centrale goed te keuren.
De laatste prijsstijging dateert van 01/09/2022. Toen werd de kilometervergoeding van € 0,37/km opgetrokken naar € 0,41/km, omwille van de jaarlijkse prijsindexering.
Vanaf 01/07/2023 is de kilometervergoeding voor het overheidspersoneel opgetrokken naar € 0,4237/km, omwille van de indexering. De kilometervergoeding van de chauffeurs van de Minder Mobielen Centrale volgt gelijke tred met de vergoeding voor het overheidspersoneel. Elke organisatie kan zelf kiezen om de prijzen te wijzigen binnen de wettelijke bepaalde maximumbedragen. De kilometervergoeding kan maximum € 0,4237/km bedragen.
De voorbije jaren werd er vanuit de organisatie steeds voor gekozen om deze indexering van het derde kwartaal te volgen ( zie bijlage e-mail Mpact kilometervergoeding). Daarom wordt er ook nu geopteerd om vanaf 01/09/2023 de kilometervergoeding te verhogen:
Hierdoor worden er dezelfde prijzen gehanteerd als de Minder Mobielen Centrales uit de regio (Mechelen, Sint-Katelijne-Waver en Heist-op-den-Berg) en andere vervoersdiensten vanuit de mutualiteiten (CM en I-mens).
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 1 - Keurt de wijzigingen in het reglement van de Minder Mobielen Centrale goed.
Artikel 2 - Heft het reglement van de Minder Mobielen Centrale van 31/08/2022 op met ingang vanaf 01/09/2023.
Artikel 3 - Stelt het reglement Minder Mobielen Centrale als volgt op:
REGLEMENT MINDER MOBIELEN CENTRALE
Artikel 1. Minder Mobielen Centrale (MMC)
De MMC is een dienst die met vrijwilligers-chauffeurs, personen vervoert die omwille van ouderdom of een handicap minder mobiel zijn.
Dit reglement regelt het vrijwilligersvervoer dat overkoepeld is door Mpact vzw en vastgelegd in een overeenkomst tussen Mpact (voormalig CPA vzw Taxistop) en OCMW Bonheiden.
Volgende personen komen in aanmerking voor het vrijwilligersvervoer in geval ze cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:
- minder mobiel zijn d.w.z. moeilijkheden hebben om zich te verplaatsten.
- een netto belastbaar gezinsinkomen hebben dat niet hoger is dan tweemaal het corresponderend bedrag van het wettelijk leefloon. Het gezinsinkomen wordt gedefinieerd als het inkomen van iedereen die op het adres van de aanvrager gedomicilieerd is.
- in de gemeente Bonheiden wonen.
Artikel 2. Lidgeld
Het lidgeld bedraagt € 12 per jaar voor alleenstaande personen en € 18 voor een gezin (meerdere personen gedomicilieerd op hetzelfde adres). Een jaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Indien men lid wordt na 1 juli van het betreffende jaar, wordt slechts de helft van het jaarlijks te betalen bedrag aangerekend. Het lidgeld bedraagt dan € 6 voor een alleenstaande en € 9 voor een gezin.
Na de betaling ontvangt het lid een lidkaart met een persoonlijk lidnummer.
Artikel 3. Ritten en bestemmingen
De chauffeur zal tijdens de rit de meest logische weg volgen, rekening houdend met de wegwerkzaamheden en omleidingen.
De ritten van de MMC vinden meestal plaats om sociale redenen: familiebezoek, kapper, boodschappen, controle ziekenhuis, tandartsbezoek, oogarts ….
Er worden geen residenten van gemeenschapsinstellingen vervoerd zoals rustoorden en dergelijke.
Een rit kan geweigerd worden aan de gebruiker wanneer de veiligheid van de chauffeur in gevaar wordt gebracht, de goede zeden en /of de openbare orde in het gedrang komen, de gebruiker(s) in staat van dronkenschap verkeren. De MMC behoudt zich het recht voor om ritten te weigeren bij oneigenlijk gebruik of misbruik van de dienst. Om diezelfde redenen kan de MMC het lidmaatschap ook stopzetten.
De gebruiker moet, mits enige ondersteuning, zelfstandig in en uit de wagen kunnen stappen.
Minderjarigen moeten vergezeld worden door een ouder of een voogd. Voor kinderen kleiner dan 1m 35cm dient de gebruiker zelf voor een reglementair kinderzitje te zorgen.
De MMC vervoert geen goederen.
De gebruikers moeten vertrekkensklaar zijn, zodat de chauffeurs niet onnodig moeten wachten.
De chauffeurs blijven ten alle tijde de baas in hun wagen.
Niet alle chauffeurs willen een huisdier in hun wagen. De gebruiker dient de centrale te verwittigen indien hij een huisdier wenst mee te nemen.
Artikel 4. Een rit aanvragen
4.1. Wanneer
Een rit moet minstens 2 werkdagen op voorhand worden aangevraagd bij de MMC en ten vroegste 4 weken op voorhand. Bij een aanvraag is het ook belangrijk om rekening te houden met de feestdagen. De aanvraag kan telefonisch, via voicemail of e-mail gebeuren tussen 10u en 12u in de voormiddag.
4.2. Waar: Een rit aanvragen bij de Minder Mobiele Centrale:
- Per telefoon 015 50 05 06
- Per e-mail (mmc@ocmwbonheiden.be)
Nooit kan een rit rechtstreeks aan de chauffeur worden gevraagd of met de chauffeur worden geregeld!
4.3. Welke gegevens dienen bij de aanvraag te worden meegedeeld
- Naam lid en /of lidnummer, telefoonnummer
- Datum van de rit
- Adres van ophaling, adres van bestemming en eventuele tussenbestemmingen
- Uur van ophalen heenrit en uur van ophalen terugrit, indien mogelijk
- Aantal te vervoeren personen , leden en begeleiders
- Gebruik van rollator, kruk,…
- Doel of bestemming van de rit: bezoek arts, culturele uitstap, kapper,….
4.4. Opvolging
Na een ritaanvraag gaat de MMC op zoek naar een gepaste chauffeur. De gebruiker krijgt steeds een bevestiging van de rit of een bericht als de rit niet kan doorgaan.
Er wordt bij het zoeken naar de juiste match rekening gehouden met de voorkeuren van de chauffeurs, de beschikbare dagen en tijdstippen van de dag, de bereidheid om al dan niet dieren mee te nemen enz.
De chauffeur kan een rit weigeren, wanneer de gebruiker zich niet houdt aan de vooraf gemaakte afspraken inzake uur, bestemming, aantal te vervoeren personen of route. De kilometers die door de chauffeur dan al gereden werden naar de gebruiker en terug, worden aangerekend.
Artikel 5. Vergoeding van de chauffeur
De prijs die voor een rit wordt aangerekend aan de gebruiker, wordt berekend door het aantal gereden kilometers te vermenigvuldigen met de vastgestelde prijs per km nl. € 0,42. Er wordt een minimumvergoeding vastgelegd van € 4,20 voor enkele ritten van minder dan 10 kilometer.
Alle kilometers worden geteld vanaf de woning van de chauffeur tot diens aankomst thuis. De prijs per rit kan dus variëren naargelang de woonplaats van de chauffeur, de beschikbaarheid van een chauffeur in uw buurt, en de route die een chauffeur neemt.
Boetes ingevolge verkeersovertredingen zijn steeds ten laste van de chauffeur.
De chauffeur kan meerdere personen tegelijk vervoeren tijdens eenzelfde verplaatsing. De chauffeur kan slechts éénmaal € 0,42 per gereden kilometer aanrekenen.
De chauffeur heeft een kilometerboekje waarmee het aantal gereden kilometers wordt afgerekend. Het witte briefje is een betalingsbewijs.
Elke gereden rit wordt na afloop onmiddellijk aan de chauffeur betaald. De gebruiker dient er voor te zorgen voldoende en gepast geld bij zich te hebben om de chauffeur te betalen.
Artikel 6. Wachttijd
Indien de gebruiker slechts korte tijd op zijn bestemming aanwezig dient te zijn, zal de chauffeur ter plaatse wachten. Dit wordt bij de bevestiging van de rit doorgegeven aan de gebruiker. Dan weet de gebruiker dat de terugrit door dezelfde chauffeur wordt uitgevoerd.
Bij een wachttijd van minstens een halfuur vraagt de chauffeur een koffievergoeding van € 2,50. Voor een rit van minstens een uur bedraagt deze koffievergoeding € 5. Dit wordt bij de bevestiging van de rit meegedeeld aan de gebruiker.
Bijkomende kosten zoals parkeergeld, zijn ten laste van de gebruiker.
Artikel 7. Taken van de chauffeur
De taken van de chauffeurs van de MMC beperken zich tot het vervoeren van de gebruikers van deur tot deur. De chauffeur mag de gebruiker helpen bij het in- en uitstappen, alsook bij het uitladen van de boodschappen.
De chauffeur is niet meer verzekerd bij Mpact tijdens de begeleiding in de winkel, uitladen van boodschappen in huis of bij andere taken die buiten het vervoer vallen.
De chauffeur vervoert geen personen met een rolstoel. Rolstoelgebruikers worden doorverwezen naar de vervoerdienst Rolkar Rivierenland.
Artikel 8. Privacy van de chauffeur
De contactgegevens van de chauffeur worden enkel aan de gebruiker gegeven om het tijdstip van de terugrit door te geven. Alle andere communicatie over ritten dient via de MMC te gebeuren. De privacy van de chauffeur dient te worden gerespecteerd.
Artikel 9. Verzekering
Alle ritten dienen tijdig te worden aangevraagd bij de MMC en worden dan in het systeem van Mpact ingevoerd. Dan pas zijn de ritten officieel erkend voor de verzekering.
De ritten moeten daarom steeds bij de centrale worden aangevraagd en nooit via de chauffeur.
De verzekering is enkel van toepassing op de verplaatsing.
De gebruiker is door het lidmaatschap van de MMC automatisch verzekerd voor Burgerlijke Aansprakelijkheid. De gebruiker is verzekerd voor onvrijwillige schade aan derden door eigen toedoen zoals schade bij het in- en uitstappen van de wagen of tijdens de rit, aan de chauffeur, aan toevallige voorbijgangers of aan de auto zelf.
De schade moet onmiddellijk gemeld worden aan de MMC.
Indien de chauffeur een ongeval veroorzaakt, is de gebruiker verzekerd door de autoverzekering van de chauffeur. De gebruiker kan optreden als getuige voor de chauffeur.
De begeleider van de gebruiker, die meerijdt en zelf geen lid is van de MMC, geniet niet van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid via Mpact. Begeleiders zijn wel verzekerd door de verzekeringspolis van de chauffeur.
Artikel 10. Annuleren vervoer
10.1. Annuleren door MMC
Soms gebeurt het dat er geen chauffeur beschikbaar is om een rit uit te voeren, ondanks alle inspanningen van de MMC. De MMC kan hiervoor niet verantwoordelijk worden gesteld. De MMC zal de gebruiker steeds tijdig verwittigen wanneer een rit niet kan gereden worden en er kan dan samen gezocht worden naar een andere oplossing.
10.2. Annuleren door de gebruiker
Indien een gebruiker een geplande rit wil afzeggen moet de MMC 24 u voor het tijdstip van de geplande rit verwittigd worden. De MMC zal de chauffeur op de hoogte brengen van de annulatie. Bij een tijdige annulatie wordt geen vergoeding aangerekend. Bij het laattijdig annuleren van een rit, wordt een vergoeding aangerekend van € 20.
Artikel 11. Klachten
Bij geschillen kunnen zowel de gebruikers als de chauffeurs terecht bij de verantwoordelijke van de MMC, tel: 015 500 500, e-mail: thuiszorg@ocmwbonheiden.be. De verantwoordelijke zoekt naar een gepaste oplossing.
Indien één van de partijen met de voorgestelde oplossing geen genoegen kan nemen, kan de betrokkene beroep doen op de klachtenprocedure van het OCMW.
Artikel 4 - Maakt dit reglement binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke webtoepassing, overeenkomstig artikelen 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur en brengt de toezichthoudende overheid hiervan dezelfde dag op de hoogte, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur.
Dit punt werd geagendeerd op vraag van Guido Vaganée, fractieleider N-VA:
Iedereen moet goed kunnen wonen in Vlaanderen. Daarom verdienen alle segmenten van de woningmarkt de nodige aandacht en ondersteuning.
De demografische evolutie met een bevolkingstoename en gezinsverdunning stelt de woningmarkt voor grote uitdagingen inzake nieuwe woningtypologieën en woonvormen, betaalbaarheid en kwaliteit.
Uit gesprekken met sociale huurders in Bonheiden en Rijmenam vernemen we dat het efficiënt toewijzen van de juiste sociale woning aan de gezinsgrootte voor spanningen zorgt. De Vlaamse overheid geeft nochtans de juridische tools om de lokale binding als voornaamste toewijzing te gebruiken.
De toewijzing van sociale woningen gebeurt chronologisch. Het puntensysteem van de sociale verhuurkantoren werd afgeschaft. Daarnaast geldt voor gans het sociale huurpatrimonium de absolute voorrangsregel van lokale binding, wat minimaal inhoudt dat een kandidaat-huurder de laatste tien jaar voor de toewijzing minstens vijf jaar onafgebroken in de gemeente heeft gewoond.
Bij inschrijving en toewijzing dient een kandidaat-huurder de gezinsgrootte op te geven, rekening houdend met een eventuele lopende procedure gezinshereniging.
Bij de rationele bezetting wordt rekening gehouden met de gekende gezinsgrootte bij toewijzing.
De gemeente kan maximaal 50% van het totale aantal sociale huurwoningen in de gemeente met voorrang toewijzen aan specifieke doelgroepen waarop tevens de lokale binding op van toepassing wordt. De gemeente kan daarvoor in overleg treden met welzijnsactoren en de sociale huisvester.in ons geval de Duffelse sociale woningmaatschappij.
In het lokaal toewijzingsreglement kunnen lokale besturen gemotiveerd afwijken van de regeling ‘verhuren buiten stelsel’. Zo worden binnen een bepaald project tot maximaal 3% andere dan sociale huurders gehuisvest met een ondersteunende functie die de leefbaarheid en sociale veiligheid kunnen bevorderen en het sociaal weefsel versterken.
Het is voor de N-VA fractie ook niet meer dan logisch dat Bonheidenaars en Rijmenammenaars voorrang krijgen bij het toewijzen van een sociale woning in onze gemeente.
Het gaat hier niet enkel om nieuwe sociale huurders maar ook bij de herverdeling van sociale woningen/appartementen..
Met andere woorden voor onze N-VA fractie moeten huidige huurders in onze gemeente waar de gezinssamenstelling gewijzigd is voorrang krijgen op kleinere of grotere sociale woningen in het aanbod.
Op die wijze kunnen we ons woningaanbod efficiënt maximaliseren en geven we onze huidige huurders de zekerheid om in de gemeente te kunnen blijven huren.
Er moet eveneens maximaal ingezet worden op renovatie van het huidige sociaal woonaanbod. Het is voor ons dan ook “not done” om huidige sociale huurwoningen in de verkoop te zetten.
N-VA is absoluut voorstander om de bewoners te stimuleren om een woning te verwerven al moet dit voor ons op de privémarkt gebeuren of in nieuwe sociale koopwoningformules.(Dijledonk, Grote Heide, …)
Het grondaanbod voor sociale woningen is beperkt, huidige sociale woningen verkopen verkleint dit aanbod verder .
De meerderheidsfracties stellen volgend amendement voor:
Dit amendement is met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
Enig artikel - De gemeenteraad vraagt aan het college van burgemeester en schepen een standpunt in te nemen en dit standpunt over te maken aan de sociale huisvestingsmaatschappij om inwoners van Bonheiden – Rijmenam conform de nieuwe toewijzingsprocedures voorrang te geven bij het reserveren van een kleinere of grotere sociale woning bij verandering van hun gezinssamenstelling.
De voorzitter sluit de zitting op 30/08/2023 om 22:17.
Namens Raad Voor Maatschappelijk Welzijn,
Ethel Van den Wijngaert
algemeen directeur
Julie De Clerck
voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn