Dit punt werd geagendeerd op vraag van Guido Vaganée, fractieleider N-VA.
Onze gemeente kampt al jaren met een tekort aan gemachtigde opzichters en we zien tegelijkertijd een stijging van het aantal leefloners.
N-VA wil die 2 problematieken in dit voorstel met elkaar verbinden.
Slechts 1 op de 5 leefloners vindt na een jaar werk: “Hen zomaar opeenstaande vacatures laten invullen is géén oplossing” Van de 37.000 mensen die in Vlaanderen een leefloon krijgen, vinden er ‘slechts’ 8.000 een jaar later werk. En dat terwijl er 157.000 vacatures openstaan. De Vlaamse regering viseert daarom niet langer enkel werkloze mensen, maar ook mensen die een leefloon ontvangen.
1.214 euro voor een alleenstaande, 1.640 euro wie thuis iemand ten laste heeft. Zoveel bedraagt het maandelijks leefloon dat mensen kunnen aanvragen bij het OCMW in hun stad of gemeente. Belgen, erkende vluchtelingen en buitenlanders die wettig in België verblijven komen in aanmerking. Op voorwaarde dat ze zelf onvoldoende inkomsten hebben én bereid zijn om te werken.
Maar wat blijkt? Van de 37.000 mensen die een leefloon ontvangen, had zich eind 2022 ‘maar’ 55 procent (ongeveer 20.000 personen) ingeschreven bij de VDAB. En van die ingeschrevenen vindt er ‘slechts’ 43 procent (zo’n 8.000 mensen) na één jaar een job. Met andere woorden: één op de vijf leefloners vindt werk.
Om de werkzaamheidsgraad van 80 procent te halen, richt de Vlaamse regering zich meer naar de ‘inactieven’, nadat het toezicht op werkloze mensen al werd verstrengd. Onder die inactieve personen vallen ook mensen die een leefloon ontvangen. De controle op die laatste groep was in het verleden beperkt.
Het gebeurt niet zo vaak dat iemand het leefloon verliest vanwege werkonwilligheid. N-VA pleit daarom voor een verplichte inschrijving van leefloners bij de VDAB. Maar de bevoegdheid voor het activeren van mensen met een leefloon ligt bij de steden en gemeenten. Lokale besturen kunnen wel de hulp inroepen van de VDAB: zo sloten we met 75 procent van hen een samenwerkingsakkoord.
Opbouw Werkattitude via tijdelijke werkervaring (TWE)
Er moet vooral meer aandacht gaan naar de ontwikkeling van vaardigheden. Dat kan onze inwoners helpen om uit die vicieuze cirkel te geraken én om een goedbetaalde job vast te krijgen
Het stelsel Tijdelijke Werkervaring (TWE) werd op 1 januari 2017 ingevoerd, waarbij de belangrijkste tewerkstellingsmaatregel bij de OCMW's, artikel 60§7, in dit stelsel werd geïntegreerd. Een artikel 60§7 tewerkstelling blijft mogelijk, maar moet sinds deze datum ingebed worden in een ruimer traject tijdelijke werkervaring van 24 maanden, met (eventueel) voorzorg en nazorg. https://www.vvsg.be/werken-en-ondernemen/werk/tijdelijke-werkervaring
Via het concept van artikel 60 en 61 kan het OCMW inwoners helpen terug te integreren in het normale arbeidscircuit.
Artikel 60 en artikel 61 zijn arbeidsovereenkomsten die worden gesloten tussen een organisatie en het OCMW. Het is een vorm van sociale bijstand die het OCMW in staat stelt om werk aan te bieden aan een persoon die nog nooit actief was op de arbeidsmarkt of die ervan is afgedwaald. Op die manier wil het OCMW na afloop van de overeenkomst het recht van de begunstigde op een werkloosheidsuitkering openen of herstellen en de persoon helpen om de arbeidsmarkt (opnieuw) te betreden.
WIE KOMT IN AANMERKING?
De werknemer met een contract in het kader van artikel 60 kan tewerkgesteld worden binnen het OCMW zelf of bij een andere gebruiker zoals de gemeente waar het OCMW is gevestigd of een andere gemeente.
WAT ZIJN DE VOORWAARDEN?
Om een contract in het kader van artikel 60 te kunnen afsluiten, moet de werknemer simultaan aan de volgende voorwaarden voldoen :
De werknemer heeft dan een arbeidsovereenkomst met het OCMW, dat hem/haar voor een bepaalde periode ter beschikking stelt van de externe gebruiker. Voor de werknemer biedt deze sociale tewerkstelling de mogelijkheid om beroepservaring op te doen, maar ook om aan het einde van het contract zijn rechten op werkloosheidsuitkeringen te openen of te heropenen en (opnieuw) geïntegreerd te worden op het beroepsniveau.
Duurtijd
De arbeidsovereenkomst is voor bepaalde tijd (minimaal 1 jaar en maximaal 2 jaar) en in de regel voor 30 uur per week.
ARTIKEL 60
Voor de terbeschikkingstelling van de werknemer draag je financieel bij aan het OCMW door maandelijks een bijdrage te betalen (tot het einde van het contract van bepaalde duur), waarvan het bedrag varieert naargelang de gemeente van het OCMW waarmee je de overeenkomst sloot en het statuut van je onderneming :
Voor de gemeente: tussen de €300 en €700/maand
ARTIKEL 61
Bij de sociale tewerkstelling van artikel 61 betaalt de gemeente het volledige loon van de werknemer en in ruil krijg je een regionale premie van €15 per bezoldigde dag (aangegeven bij de RSZ) voor de volledige duur van het contract.
Artikel 1 - De raad voor maatschappelijk welzijn vraagt aan het vast bureau te onderzoeken of leefloners in onze gemeente kunnen ingezet worden voor de taak van gemachtigde opzichter.
Artikel 2 - De raad voor maatschappelijk welzijn vraagt een commissie sociale zaken te houden met een debat over de resultaten van het onderzoek.