Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld voor de periode 2026-2031 een reglement 'Registratie en belasting van verwaarloosde woningen en gebouwen' vast te stellen.
18/12/2019: Besluit van de gemeenteraad houdende vaststelling van het Reglement voor registratie en belasting verwaarloosde woningen en gebouwen 2020-2025.
Het bestrijden van verwaarloosde woningen en gebouwen is een gemeentelijke bevoegdheid. Het is wenselijk om een verwaarlozingsregister bij te houden en een belasting te heffen op verwaarloosde woningen en gebouwen, zodat de beschikbare woningen en gebouwen optimaal benut worden en verloedering tegengegaan wordt, om zo het gemeentelijk- en straatbeeld te verfraaien.
Een gemeentelijk reglement dient vastgesteld te worden waarin de indicaties van verwaarlozing en de procedure tot vaststelling van verwaarlozing worden vastgesteld. De strijd tegen verwaarloosde woningen en gebouwen zal onder meer effect hebben als de opname in het verwaarlozingsregister ook daadwerkelijk belast wordt. Hiertoe wordt een belasting op verwaarlozing van woningen en gebouwen vastgesteld.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031: A9.15 Heffing ter bestrijding van de verkrotting van (bedrijfs)gebouwen.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2025/00329 van Financiele dienst van 30 november 2025
Artikel 1 - Stelt het reglement 'Registratie en belasting van verwaarloosde woningen en gebouwen vanaf 01/01/2026 tot en met 31/12/2031' vast als volgt:
1. ALGEMEEN
Artikel 1: Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder de volgende begrippen:
Artikel 2: Taakverdeling tot uitvoering
§1. De gemeente vertrouwt, conform artikel 2.15, tweede lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen over aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid voert alle taken daaromtrent uit waaronder het opsporen van verwaarlozing, de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het dossier, het administratief afhandelen en beslissen over opname in en schrapping uit het register, met inbegrip van het administratief beroep tegen deze beslissingen.
De door het beslissingsorgaan van het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in de artikelen 5 en 6 van het Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
§2. De gemeente is overeenkomstig het Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bevoegd voor het vestigen van een belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen en het verlenen van een vrijstelling van deze belasting, evenals voor het administratief bezwaar tegen de beslissingen hierover.
2. HET REGISTER VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN
Artikel 3: Het register van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid houdt voor de gemeente een register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij. Zij maakt een inventaris op van:
§2. In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
Artikel 4: Vaststelling van verwaarlozing en opmaak van de administratieve akte
§1 Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.
De verwaarlozing wordt vastgesteld aan de hand van een puntenverslag, zijnde het technisch verslag in bijlage bij dit reglement.
De woning of het gebouw is verwaarloosd wanneer er minstens 2 indicaties opgenomen zijn in het technisch verslag en alle gebreken samen een eindscore opleveren van minimaal 15 punten.
Een gebrek van categorie 1 geldt voor 1 punt, een gebrek van categorie 2 geldt voor 3 punten, een gebrek van categorie 3 geldt voor 9 punten en een gebrek van categorie 4 geldt voor 15 punten.
§2. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid maakt op basis van voormelde indicaties en een controle ter plaatse een genummerde administratieve akte op. De vaststellingen worden gestaafd met minstens één foto en een technisch verslag waarin de indicaties en puntenscore is opgenomen.
Artikel 5: Opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Door de opmaak van de administratieve akte overeenkomstig met artikel 4§2 wordt een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen op.
De datum van de administratieve akte geldt als datum van opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen.
Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Artikel 6: Kennisgeving van de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. De beslissing tot opname van de woning of het gebouw in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt per beveiligde zending door het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid ter kennis gebracht aan de zakelijk gerechtigde(n) die bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid gekend zijn.
Indien een verwaarloosde woning of verwaarloosd gebouw in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende zakelijk gerechtigden, betekent het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid een administratieve akte aan elke zakelijk gerechtigde die bij de gemeente gekend is.
De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.
§2.De beslissing tot opname bevat:
§3. Het is aan de betrokkene die de verwaarlozing betwist, om aan te tonen dat er geen sprake is van verwaarlozing.
Artikel 7: Administratief en rechterlijk beroep tegen de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Op straffe van onontvankelijkheid kan de zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijk vertegenwoordiger, per beveiligde zending en per e-mail en binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de beslissing tot opname, een administratief beroep indienen bij de beroepsinstantie.
§2. Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
En minstens de volgende gegevens bevatten:
§3. De zakelijk gerechtigde, hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, kan zolang de termijn van dertig kalenderdagen, zoals vermeld in §1, niet is verstreken zijn beroepschrift aanpassen of een vervangend beroepschrift indienen.
§4. De beroepsinstantie onderzoekt de ontvankelijkheid van de volledige beroepschriften. Het beroepschrift is onontvankelijk in de volgende limitatief opgesomde gevallen:
Indien het beroepschrift onontvankelijk wordt bevonden deelt zij haar gemotiveerde beslissing per beveiligde zending mee aan de indiener.
§5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Zij onderzoekt de gegrondheid op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd - door een met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belast personeelslid van het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot het gebouw of de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§6. Binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de kennisgeving van het beroepschrift, neemt de beroepsinstantie een beslissing over de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften en geeft zij per beveiligde zending kennis van de beslissing aan de zakelijk gerechtigde(n)..
§7. Indien de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen niet tijdig wordt betwist met een administratief beroep of het administratief beroep onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vanaf de datum van de administratieve akte.
Als het administratief beroep wordt ingewilligd, wordt de woning of het gebouw beschouwd als nooit opgenomen in het register.
§8. De zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijk vertegenwoordiger, kan tegen de beslissing van de beroepsinstantie beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de beroepsinstantie. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
Artikel 8: Meldingsplichten
§1. Bij wijziging van persoons-en contactgegevens geldt een meldingsplicht in hoofde van de zakelijk gerechtigde. De gewijzigde persoons- en contactgegevens dienen uiterlijk twee maanden na wijziging aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid te worden bezorgd.
Wanneer de zakelijk gerechtigde nalaat de wijzigingen door te geven kan het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid op rechtsgeldige wijze kennisgeven op grond van de gegevens waarover hij beschikt.
§2. Bij overdracht van een zakelijk recht op een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw, geldt een meldingsplicht.
De overdrager bezorgt het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid binnen een termijn van twee maanden na de overdracht per beveiligde zending of per e-mail een kopie van of een uittreksel uit de notariële akte waarbij het zakelijk recht werd overgedragen.
De kopie of het uittreksel bevat minstens de volgende gegevens:
Wanneer de overdrager de notaris hierom verzoekt, kan de instrumenterende notaris het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid op de hoogte stellen van de overdracht van het zakelijk recht. In voorkomend geval zal de notaris het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis stellen van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde(n)houder(s) van het zakelijk recht, gestaafd met de nodige bewijsstukken.
§3. Bij overdracht van een zakelijk recht stelt de notaris de verkrijger(s) van het volle eigendomsrecht, of van een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het onroerend goed in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§4. Wanneer de overdracht niet aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid ter kennis wordt gebracht, kan de registerbeheerder op rechtsgeldige wijze kennisgeven aan de overdrager.
Artikel 9: Openbaarheid van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen
Het register van verwaarloosde woningen en gebouwen is een bestuursdocument en is als dusdanig (gedeeltelijk) toegankelijk voor het publiek.
De aanvraag tot openbaarheid kan overeenkomstig de bepalingen uit het Bestuursdecreet van 07/12/2018 worden afgewezen, onder meer ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Artikel 10: Verzoek tot schrapping uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Een woning of een gebouw kan door het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen worden geschrapt wanneer de zakelijk gerechtigde hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde hierom verzoekt en bewijst dat de gebreken aan de woning of het gebouw zoals opgenomen in het technisch verslag, vermeld in artikel 4 van dit reglement, bij een nieuwe beoordeling via het technisch verslag zou resulteren in een resultaat dat geen aanleiding zou geven tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen overeenkomstig artikel 4, §2 van dit reglement.
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid kan een woning of gebouw ambtshalve schrappen uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen indien hij reeds over de nodige gegevens en bewijsstukken beschikt waaruit blijkt dat de woning of het gebouw niet langer in aanmerking komt voor opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen overeenkomstig de criteria vermeld in artikel 4, §2 van dit reglement.
In geval van sloop worden de gebreken, vermeld artikel 4 §1 van dit reglement, pas als verwijderd beschouwd op voorwaarde dat de van omgevingsvergunning vrijgestelde dan wel vergunningsplichtige sloopwerken volledig werden uitgevoerd, met inbegrip van het opruimen van het puin en het gelijkmaken van de grond. Het einde van de werken kan door de personen bedoeld in artikel 2 van dit reglement tijdens een plaatsbezoek worden vastgesteld. Het plaatsbezoek vindt plaats op verzoek van de zakelijk gerechtigde, na ontvangst door het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid van de melding dat de werken werden beëindigd. De schrapping gaat in op datum van de melding dat de sloopwerken werden beëindigd, op voorwaarde dat controle het einde van de werken bevestigt.
§2. Het verzoek tot schrapping bevat op straffe van onontvankelijkheid:
en moet minstens de volgende gegevens bevatten:
De indiener van het verzoek tot schrapping kan te allen tijde een nieuw verzoek tot schrapping indienen dat voldoet aan de vereisten opgesomd in deze paragraaf.
§3. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid onderzoekt de ontvankelijkheid van de verzoeken tot schrapping.
Indien het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid het verzoek tot schrapping onontvankelijk verklaart, deelt zij haar gemotiveerde beslissing per beveiligde zending mee aan de verzoeker.
§4. Het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping aan de hand van de stukken of een feitenonderzoek, verricht door een bevoegd personeelslid van het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid, belast met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Het verzoek tot schrapping wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot het gebouw of de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§5. Indien het verzoek tot schrapping onontvankelijk of ongegrond wordt beoordeeld, blijft de woning of het gebouw in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen opgenomen, vanaf de datum van de administratieve akte.
§6. Binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de kennisgeving van het verzoek tot schrapping neemt het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid, desgevallend na plaatsbezoek, een beslissing over de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping en brengt zij de beslissing per beveiligde zending ter kennis aan de verzoeker.
Indien het verzoek tot schrapping wordt ingewilligd, wordt de woning of het gebouw uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen geschrapt vanaf de datum vermeld in de beslissing tot schrapping.
§7. De zakelijk gerechtigde(n) wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over de schrapping.
Artikel 11: Administratief en rechterlijk beroep tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping
§1. Op straffe van onontvankelijkheid kan de zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijk vertegenwoordiger, per beveiligde zending en per e-mail binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de beslissing over het verzoek tot schrapping, een administratief beroep indienen bij de beroepsinstantie.
§2. Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
en moet minstens de volgende gegevens bevatten:
§3. De zakelijk gerechtigde, hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, kan zolang de termijn van dertig kalenderdagen, zoals vermeld in §1, zijn beroepschrift aanpassen of een vervangend beroepschrift indienen, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
§4. De beroepsinstantie onderzoekt de ontvankelijkheid van de beroepschriften.
Het beroepschrift is onontvankelijk in de volgende limitatief opgesomde gevallen:
§5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek dat uitgevoerd wordt door een met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belast personeelslid van het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
Het beroep tegen de beslissing over de schrapping wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot het gebouw of de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en geeft kennis van de beslissing aan de zakelijk gerechtigde(n), binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending aan de zakelijk gerechtigde(n) betekend.
§7. Indien er geen tijdig beroepschrift werd ingediend of indien er sprake is van een onontvankelijk of ongegrond administratief beroep, blijft het gebouw of de woning opgenomen in het register, vanaf de datum van de administratieve akte.
Indien de beroepsinstantie het beroep ontvankelijk en gegrond acht, wordt de woning of het gebouw uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen geschrapt vanaf de beëindiging van de verwaarlozing, zoals deze blijkt uit de aangeleverde stukken of desgevallend een plaatsbezoek.
§8. De zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijk vertegenwoordiger, kan tegen de beslissing van de beroepsinstantie beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de beroepsinstantie. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
3. DE BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN
Artikel 12: Heffingstermijn – belastbaar feit
§1. Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 31/12/2031 wordt er een belasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, als bedoeld in het reglement op de registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. Het belastbaar feit is de opname gedurende tenminste twaalf maanden in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, te rekenen vanaf de datum van de administratieve akte.
§3. De belasting voor een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§4. Zolang een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw niet uit het register geschrapt is, zal de heffing het goed blijven bezwaren en blijft de heffing verschuldigd bij het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden.
Artikel 13: Tarief
§1. De belasting bedraagt:
Als het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen staat, bedraagt de belasting:
Als het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen staat, bedraagt de belasting:
Als het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen staat, bedraagt de belasting:
Als het gebouw of de woning een vijfde of verdere opeenvolgende termijnen van twaalf maanden in het register van verwaarloosde woningen of gebouwen staat, bedraagt de belasting:
§2. Periodes van vrijstelling doen geen afbreuk aan §1.
§3. De in dit reglement opgenomen bedragen worden jaarlijks, op 1 januari geïndexeerd op basis van de evolutie van de consumptie-index zoals gepubliceerd door de FOD Economie (STATBEL) volgens de volgende formule:
Basisbedrag x Nieuw indexcijfer (november)
----------------------------------------------------- = geïndexeerd bedrag
aanvangsindexcijfer (november 2025)
Waarbij:
De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent. Dit betekent dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1, 2, 3 of 4 cent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent. Een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5, 6, 7, 8 of 9 wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.
Indien de index negatief evolueert, blijven de bedragen op het niveau van het voorgaande jaar.
§4. Het aantal termijnen van twaalf maanden dat de woning of een gebouw onafgebroken in register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen, wordt in geval van overdracht opnieuw herleid tot het bedrag vermeld in §1, op voorwaarde dat de overdracht van het zakelijk recht de volledige woning of het gebouw betreft en behoudens wanneer de nieuwe zakelijk gerechtigde een rechtspersoon betreft waarin de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks participeert.
Artikel 14: De belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw op de verjaardag van de opnamedatum.
Zolang de woning of het gebouw niet uit het register van verwaarloosde woningen en gebouwen is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde op het ogenblik dat een nieuwe periode van twaalf maanden verstrijkt, de nieuwe heffing verschuldigd.
§2. Indien er sprake is van een woning of gebouw in onverdeeldheid of een andere situatie waarbij er sprake is van meerdere zakelijk gerechtigden, is elke zakelijk gerechtigde hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. In geval van overlijden, wordt de belasting gericht ten aanzien van de nalatenschap.
Artikel 15: Vrijstellingen
15.1 Algemeen
§1. Er kunnen vrijstellingen van belasting worden toegestaan met betrekking tot de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw zelf enerzijds en met betrekking tot de hoedanigheid van de belastingplichtige anderzijds.
De vrijstelling met betrekking tot de hoedanigheid van de belastingplichtige geldt enkel voor zijn persoon en ontslaat de andere zakelijk gerechtigde(n) niet van hun hoofdelijkheid. Deze vrijstelling geldt dus niet voor de andere zakelijk gerechtigde(n) die zich niet in deze hoedanigheid bevinden. De vrijstelling met betrekking tot de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw zelf geldt voor alle zakelijk gerechtigde(n).
§2. Het toekennen van een vrijstelling gebeurt volgens dit reglement. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de uitvoering hiervan en kan de taken hiervoor delegeren aan de algemeen directeur of ambtenaren, dit binnen de grenzen zoals bepaald door de hogere of eigen regelgeving.
§3. De vrijstelling kan worden aangevraagd vanaf de opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen tot vóór het verstrijken van de termijn vermeld in artikel 9§1 van het Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijnde binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
De belastingplichtige bezorgt per e-mail aan de financiële dienst van de gemeente of beveiligde zending aan de gemeente een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier tot het bekomen van een vrijstelling met de nodige bewijsstukken.
De bewijsstukken hebben betrekking op de periode waarvoor de belastingplichtige de vrijstelling wenst te bekomen.
De vrijstelling geldt enkel voor de desbetreffende belastbare periode en moet, zelfs wanneer zij voor langere tijd kan gelden, jaarlijks worden aangevraagd.
In geval van een vrijstelling bedoeld in artikel 15.2 van onderhavig reglement, brengt de gemeente alle zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van haar beslissing over de vrijstelling.
In geval van een vrijstelling bedoeld in artikel 15.3 van onderhavig reglement, brengt de gemeente de zakelijk gerechtigde(n) die zich heeft beroepen op deze vrijstelling per beveiligde zending in kennis van haar beslissing over de vrijstelling.
§4. Het college van burgemeester en schepenen of de algemeen directeur indien het college van burgemeester en schepenen hem deze bevoegdheid overeenkomstig artikel 57 van het Decreet over het lokaal bestuur toevertrouwt, kan ambtshalve vrijstellingen verlenen indien men reeds over de nodige gegevens en bewijsstukken beschikt waaruit blijkt dat men in aanmerking komt voor een vrijstelling van de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen.
§5. De start van de vrijstelling begint nadat de reden van vrijstelling is gestart, vb. datum toekenning omgevingsvergunning, datum gerechtelijke uitspraak handelingsonbekwaamheid, datum notariële akte overdracht, …
15.2 Vrijgestelde personen
De belastingplichtige is vrijgesteld:
15.3 Vrijgestelde woningen en gebouwen
Een vrijstelling wordt verleend voor:
De vrijstelling a) of b) kan twee maal met één jaar worden verlengd op voorwaarde dat:
Tijdens het eerste jaar van de vrijstelling, bedoeld in artikel 15.2, 1°, kan de nieuwe zakelijk gerechtigde(n) zich beroepen op de vrijstelling a) of b), ongeacht de eerdere toepassing hiervan.
In de mate de te renoveren, hetzij de te slopen woning een sociale huurwoning betreft in de zin van artikel 1.3, §1, 49° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en voor zover de woning deel uitmaakt van een projectdossier goedgekeurd op het gemeentelijk lokaal woonoverleg, geldt de vrijstelling tot de voorziene einddatum van de werken in het op het lokaal woonoverleg goedgekeurde projectdossier.
Artikel 16: Vestigen, innen en bezwaarprocedure
16.1: Aangifteplicht
In geval van overdracht of vestiging van een zakelijk recht op een verwaarloosde woning of gebouw, is de overdrager ertoe gehouden dit te melden aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 8 van het reglement op de registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen.
16.2: Wijze van invordering
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.
16.3: Betalingstermijn
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
16.4: Administratieve geldboete
Een administratieve geldboete van 500 EUR wordt opgelegd aan de belastingplichtige:
Een administratieve geldboete van 300 EUR wordt opgelegd aan de belastingplichtige die niet tijdig conform artikel 8 §2 een overdracht van een zakelijk recht heeft aangegeven.
Het bedrag van de administratieve boete wordt gelijktijdig en samen met de belasting ingekohierd en ingevorderd.
16.5: Verwijzingsregel
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
4. INWERKINGTREDING, OVERGANGSBEPALINGEN EN BEKENDMAKING
Artikel 17: Inwerkingtreding
Het reglement treedt in werking op 01/01/2026 en heft het reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad van Bonheiden in vergadering van 18/12/2019 op.
Artikel 18: Overgangsbepalingen
Het reglement is onmiddellijk van toepassing op woningen en gebouwen die reeds in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen zijn opgenomen en niet zijn geschrapt zijn voor de datum van inwerkingtreding van dit reglement.
Vrijstellingen die werden aangevraagd voor de datum van inwerkingtreding van dit reglement en verkregen, blijven verworven voor de lopende duur waarvoor de vrijstelling geldt.
In geval een aanvraag tot schrapping of een aanvraag tot het bekomen van een vrijstelling die dateert van voor de inwerkingtreding van huidig reglement waarvoor de beslissing door het intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid na inwerkingtreding van huidig reglement wordt genomen, zal de voor de zakelijk gerechtigde meest gunstige regelgeving gelden.
Hetzelfde geldt voor de administratieve beroepen die werden ingediend voor de inwerkingtreding van huidig reglement en waarvoor de beslissing door het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de gemeente wordt genomen na inwerkingtreding van huidig reglement.
Artikel 2 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 285 en 288 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.