Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld voor de periode 2026-2031 een reglement op de registratie van tweede verblijven vast te stellen.
10/11/2025: E-mail van Sophie Aerts, juriste IGEMO, m.b.t. voorstel ontwerpreglement tweede verblijven voor zowel wat betreft de belasting- als wat betreft het registratiereglement.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld voor de periode 2026-2031 een belasting te heffen op tweede verblijven. Om deze belasting te kunnen heffen dienen tweede verblijven geïnventariseerd te worden in een gemeentelijk register. Hiertoe dient een registratiereglement vastgesteld te worden met betrekking tot de definitie van een tweede verblijf en de minimale kwaliteitseisen waaraan dit verblijf dient te voldoen, de vaststelling van het tweede verblijf, de meldingsplicht, opname in en schrapping uit het register en het administratief beroep tegen beslissingen tot opname of schrapping van een tweede verblijf.
Omwille van een arrest van het Hof van Cassatie van 2023 wordt in het reglement expliciet een uiterste datum van aangifte van tweede verblijf opgenomen.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Artikel 1 - Stelt het reglement 'registratie van tweede verblijven vanaf 01/01/2026 tot en met 31/12/2031' vast als volgt:
1. ALGEMEEN
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder de volgende begrippen:
Het tweede verblijf moet bovendien voldoen aan volgende voorwaarden inzake woonkwaliteit:
Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:
2. HET REGISTER VAN TWEEDE VERBLIJVEN
Artikel 2 - Het register van tweede verblijven
De gemeente houdt een register van tweede verblijven bij, waarin minimaal de volgende gegevens worden opgenomen:
Artikel 3 - Aangifteplicht
§1. De aangifteplichtige moet ten laatste op 30 april van het jaar volgend op de eerste ingebruikname van een woongelegenheid als tweede verblijf, een aangifte indienen bij de registerbeheerder op een door de gemeente ter beschikking gesteld formulier.
§2. De aangifte wordt per beveiligde zending verstuurd aan het volgende adres: Jacques Morrensplein 10 te 2820 Bonheiden. De aangifte kan eveneens per mail worden ingediend op volgend mailadres: financien@bonheiden.be.
Artikel 4 - Ambtshalve opname
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn overeenkomstig artikel 3 van dit reglement, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt het onroerend goed door de registerbeheerder ambtshalve ingeschreven in het register van tweede verblijven, dit op basis van de gegevens waarover de registerbeheerder beschikt en de indicaties vermeld in artikel 5, §2 van dit reglement.
Artikel 5 - Vaststelling van tweede verblijf
§1. De door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in de artikelen 5 en 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeenteheffingen.
§2. Of een woongelegenheid een tweede verblijf is, wordt getoetst aan de volgende indicaties:
Aan alle indicaties dient voldaan te worden. Een tweede verblijf is immers geen leegstaande woning. Een tweede verblijf wordt daadwerkelijk gebruikt als woning en is ook zo ingericht en uitgerust.
Artikel 6 - Opname in het register van tweede verblijven
De registerbeheerder maakt met betrekking tot het tweede verblijf een genummerde administratieve akte op. Dit op basis van de aangifte vermeld in artikel 3 van dit reglement, dan wel, wat betreft de ambtshalve opnamen na een controle ter plaatse en toetsing aan de indicaties vermeld in artikel 5, §2 van dit reglement. In geval van een ambtshalve opname worden de vaststellingen gestaafd met minstens één foto en een beschrijvend verslag waarin de passende objectieve indicaties van tweede verblijf worden opgenomen.
De datum van de administratieve akte geldt als datum van opname in het register.
Artikel 7 - Kennisgeving van de opname in het register van tweede verblijven
§1. De beslissing tot opname van de woning in het register van tweede verblijven wordt, per beveiligde zending door de registerbeheerder ter kennis gebracht aan de zakelijk gerechtigde(n) die bij de gemeente gekend zijn.
Indien een tweede verblijf in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende zakelijk gerechtigden, betekent de registerbeheerder een administratieve akte aan elke zakelijk gerechtigde die bij de gemeente gekend is.
De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van het tweede verblijf waarop de administratieve akte betrekking heeft.
§2. Deze kennisgeving bevat tevens:
Artikel 8 - Administratief en rechterlijk beroep tegen de beslissing over opname in het register van tweede verblijven
§1. Op straffe van onontvankelijkheid kan de zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijk vertegenwoordiger, per beveiligde zending of per e-mail en binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de beslissing tot opname, een administratief beroep indienen bij de beroepsinstantie.
§2. Het beroepschrift moet om ontvankelijk te zijn
En minstens de volgende gegevens bevatten:
Het louter voorleggen van een inschrijving in het bevolkingsregister op het betreffende adres of het voorleggen van een (handels-)huurovereenkomst met betrekking tot de woning, kan nooit als afdoende bewijs gelden voor een beroep tegen de opname in het register van tweede verblijven, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van de woning.
§3. De zakelijk gerechtigde of de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, kan een vervangend beroepschrift indienen, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd. Dit kan zolang de termijn van dertig kalenderdagen, zoals vermeld in §1 van dit artikel, niet is verstreken.
§4. De registerbeheerder registreert elk beroepschrift in het register van tweede verblijven.
§5. De beroepsinstantie onderzoekt de ontvankelijkheid van de beroepschriften. Het beroepschrift is onontvankelijk in de volgende limitatief opgesomde gevallen:
§6. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Zij onderzoekt de gegrondheid op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek dat uitgevoerd wordt door de door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen (cfr. artikel 5, §1 van onderhavig reglement).
Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§7. De beroepsinstantie doet uitspraak over de ontvankelijke beroepschriften en geeft per beveiligde zending kennis van de beslissing aan de zakelijk gerechtigde(n) binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de kennisgeving van het beroepschrift.
§8. Indien de beslissing tot opname in het register van tweede verblijven niet tijdig wordt betwist met een administratief beroep of het administratief beroep onontvankelijk of ongegrond wordt verklaard, blijft de woning opgenomen in het register van tweede verblijven, vanaf de datum van de administratieve akte.
Als het administratief beroep wordt ingewilligd, wordt de woning beschouwd als nooit opgenomen in het register.
§9. De zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijke vertegenwoordiger, kan tegen de beslissing van de beroepsinstantie beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de beroepsinstantie. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
Artikel 9 - Meldingsplichten
§1. Bij wijziging van persoons-en contactgegevens geldt een meldingsplicht in hoofde van de zakelijk gerechtigde. De gewijzigde persoons- en contactgegevens dienen uiterlijk twee maanden na wijziging aan de registerbeheerder te worden bezorgd.
Wanneer de zakelijk gerechtigde nalaat de wijzigingen door te geven kan de registerbeheerder op rechtsgeldige wijze kennisgeven op grond van de gegevens waarover hij beschikt.
§2. Bij overdracht van een zakelijk recht op een tweede verblijf, geldt een meldingsplicht.
De overdrager bezorgt de registerbeheerder binnen een termijn van twee maanden na de overdracht per beveiligde zending of per e-mail een kopie van of een uittreksel uit de notariële akte waarbij het zakelijk recht werd overgedragen.
De kopie of het uittreksel bevat minstens de volgende gegevens:
Wanneer de overdrager de notaris hierom verzoekt, kan de instrumenterende notaris de registerbeheerder op de hoogte stellen van de overdracht van het zakelijk recht. In voorkomend geval zal de notaris de registerbeheerder binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis stellen van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde(n), gestaafd met de nodige bewijsstukken.
§3. Bij overdracht van een zakelijk recht stelt de notaris de verkrijger(s) van het volle eigendomsrecht, of van een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het onroerend goed in het register van tweede verblijven.
§4. Wanneer de overdracht niet aan de registerbeheerder ter kennis wordt gebracht, kan de registerbeheerder op rechtsgeldige wijze kennisgeven aan de overdrager.
Artikel 10 - Openbaarheid van het register van tweede verblijven
Het register van tweede verblijven is een bestuursdocument en is als dusdanig (gedeeltelijk) toegankelijk voor het publiek.
De aanvraag tot openbaarheid kan overeenkomstig de bepalingen uit het Bestuursdecreet van 7 december 2018 worden afgewezen, onder meer ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Artikel 11 - Schrapping uit het register van tweede verblijven
§1. Een woning kan door de registerbeheerder uit het register van tweede verblijven worden geschrapt in de hierna bepaalde gevallen, indien de zakelijk gerechtigde, hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, hierom verzoekt en de nodige gegevens en bewijsstukken levert.
De registerbeheerder kan een woning ambtshalve schrappen uit het register van tweede verblijven indien hij reeds over de nodige gegevens en bewijsstukken beschikt waaruit blijkt dat de woning niet als tweede verblijf wordt aangewend.
§2. Een woning wordt uit het register van tweede verblijven geschrapt wanneer de zakelijk gerechtigde of de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde hierom verzoekt en bewijst dat de woning minstens vier opeenvolgende maanden ononderbroken niet langer in gebruik is als tweede verblijf. De woning wordt geschrapt te rekenen vanaf de eerste dag van de beëindiging van de aanwending als tweede verblijf, op voorwaarde dat dit blijkt uit de inschrijving in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister, de eventuele andere door de zakelijk gerechtigde aangeleverde stukken of desgevallend een plaatsbezoek.
§3. Het verzoek tot schrapping moet om ontvankelijk te zijn:
En minstens de volgende gegevens bevatten:
De indiener van het verzoek tot schrapping kan te allen tijde een nieuw verzoek tot schrapping indienen dat voldoet aan de vereisten opgesomd in deze paragraaf.
§4. De registerbeheerder onderzoekt de ontvankelijkheid van de verzoeken tot schrapping.
§5. De registerbeheerder onderzoekt de ontvankelijke verzoeken tot schrapping op hun gegrondheid aan de hand van de stukken of een feitenonderzoek, verricht door de door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen (cfr. artikel 5, §1 van onderhavig reglement).
Het verzoek tot schrapping wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
Het louter voorleggen van een inschrijving in het bevolkingsregister op het betreffende adres of het voorleggen van een (handels-)huurovereenkomst met betrekking tot de woning kan nooit als afdoende bewijs gelden voor het bekomen van een schrapping uit het register van tweede verblijven, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve benutting van de woning.
§6. Indien het verzoek tot schrapping onontvankelijk of ongegrond wordt beoordeeld, blijft de woning in het register van tweede verblijven opgenomen, vanaf de datum van de administratieve akte.
§7. De registerbeheerder neemt een beslissing, desgevallend na plaatsbezoek, omtrent het ontvankelijk verzoek tot schrapping en brengt deze beslissing per beveiligde zending ter kennis aan de verzoeker binnen een ordetermijn van negentig dagen te rekenen vanaf de dag na deze van de betekening van het verzoek tot schrapping.
Wordt het verzoek tot schrapping ingewilligd, dan wordt de woning geschrapt uit het register, vanaf de datum die vermeld is in de beslissing tot schrapping.
§8. De zakelijk gerechtigde(n) wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over de schrapping.
Artikel 12 - Administratief en rechterlijk beroep tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping
§1. Op straffe van onontvankelijkheid kan de zakelijk gerechtigde, hetzij een persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, per beveiligde zending of per e-mail en binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de beslissing over het verzoek tot schrapping, een administratief beroep indienen bij de beroepsinstantie.
§2. Het beroepschrift moet om ontvankelijk te zijn:
En minstens de volgende gegevens bevatten:
§3. De zakelijk gerechtigde hetzij de persoon die optreedt in naam en voor rekening van de zakelijk gerechtigde, kan zolang de termijn van dertig kalenderdagen niet is verstreken een vervangend beroepschrift indienen, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
§4. De beroepsinstantie onderzoekt de ontvankelijkheid van de beroepschriften. Het beroepschrift is onontvankelijk in de volgende limitatief opgesomde gevallen:
§5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Zij onderzoekt de gegrondheid op stukken of met een feitenonderzoek, verricht door de door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente met de opsporing van tweede verblijven belaste personen (cfr. artikel 5, §1 van onderhavig reglement).
Het beroep is in ieder geval ongegrond indien de toegang tot de woning voor het feitenonderzoek wordt geweigerd of verhinderd.
§6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en geeft kennis van de beslissing aan de zakelijk gerechtigde(n), binnen een ordetermijn van negentig dagen, te rekenen vanaf de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending aan de indiener betekend.
§7. Indien er geen tijdig beroepschrift werd ingediend of indien er sprake is van een onontvankelijk of ongegrond administratief beroep, blijft de woning opgenomen in het register van tweede verblijven, vanaf de datum vermeld in de administratieve akte bedoeld in artikel 6 van dit reglement.
Indien de beroepsinstantie het beroep ontvankelijk en gegrond acht, wordt de woning uit het register van tweede verblijven geschrapt vanaf de datum vermeld in de beslissing van de beroepsinstantie.
§8. De zakelijk gerechtigde, hetzij zijn advocaat of wettelijke vertegenwoordiger, kan tegen de beslissing van de beroepsinstantie beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg. De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de beroepsinstantie. De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.
3. INWERKINGTREDING EN BEKENDMAKING
Artikel 13 - Inwerkingtreding
Dit reglement werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 17/12/2025 en treedt in werking op 01/01/2026.
Artikel 2 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 285 en 288 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.