Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld voor de periode 2026-2031 een belasting vast te stellen op bouwen en verbouwen van gebouwen met als grondslag de inhoud in m3 van de bebouwde delen.
Het belastingreglement bouwen en verbouwen wordt vastgesteld voor de periode 2026-2031 in afwachting van de goedkeuring van de stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen en de bijhorende belasting- en retributiereglementen.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, A9.13 Stedenbouwkundige verordening lasten/Belasting op het bouwen en verbouwen
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2025/00305 van Financiele dienst van 23 november 2025
Artikel 1 - Stelt het reglement 'Belasting op bouwen en verbouwen vanaf 01/01/2026 tot en met de inwerkingtreding stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen' vast als volgt:
Artikel 1
Heft voor de periode 2026 tot inwerkingtreding stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen een gemeentebelasting op het bouwen en verbouwen van gebouwen, met als grondslag de kubieke inhoud van de bebouwde gedeelten.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de titularis van de bouwvergunning enerzijds en door diegene die een meldingsplichtige handeling stelt in het kader van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening anderzijds, en wordt vastgesteld op € 0,40 per m3 op het totaal van bruto volume van het gebouw inclusief het bruto volume van de beloopbare kelders en aanhorigheden. Bij verbouwing wordt enkel belast de ruimte (aantal kubieke meter) waarmee het bestaande gebouw vermeerderd werd.
Artikel 3
De belastingplichtigen moeten voorafgaandelijk aangifte doen bij het gemeentebestuur en er een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs, dat op elk verzoek van de met toezicht belaste ambtenaren of agenten moet worden getoond. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt en tegenover de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd indien geen tegenbericht van de belastingplichtige bij het gemeentebestuur toekomt uiterlijk de dag voor deze waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken, zijnde de dag dat het eigendom onder dak is. Bij gebrek aan contantbetaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. De ingekohierde contantbelasting wordt een kohierbelasting.
Artikel 4
Deze belasting wordt niet toegepast wanneer:
Artikel 5
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het Decreet van 08/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en zijn latere wijzigingen.
Artikel 6 - Inwerkingtreding
Het reglement treedt in werking op 01/01/2026 en vervangt alle voorgaande reglementen, inzake dezelfde materie.
Artikel 2 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 285 en 288 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.