De vaststelling van het gemeentelijk politiereglement is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
In de vier Bodukap-gemeenten (Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Putte) wordt er evenwel naar gestreefd een zo uniform mogelijk politiereglement vast te stellen. Aldus wensen de vier gemeenten een aantal aanpassingen aan te brengen aan het gemeentelijk politiereglement.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het politiereglement aldus aan te passen.
- De vaststelling van het gemeentelijk politiereglement is een bevoegdheid van de gemeenteraad. In de vier Bodukap-gemeenten (Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Putte) wordt er evenwel naar gestreefd een zo uniform mogelijk politiereglement vast te stellen.
Het Decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald art. 40,§3 en art. 41, punt 2.
Artikel 1 - Past het politiereglement aan als volgt:
- PE en PET plastic flessen en flacons
- metalen verpakkingen: ook spuitbussen van voedingsmiddelen en cosmetica;
- schaaltjes en bakjes,
- drankkartons
- schaaltjes;
- vlootjes en bakjes;
- potjes en tubes;
- folies;
- zakjes;
- drank- en conservenblikken;
- deksels en doppen;
Met uitzondering van:
Artikel 3.1.7.7
Het onderhoud van het tuintje of plantenbak en van de verharding er rond, valt ten laste van de bewoner, en moet in zulke staat worden onderhouden dat het geen hinder of gevaar oplevert voor het verkeer. De voorwerpen of planten mogen niet buiten de rand uitspringen en moeten derwijze onderhouden worden dat de vereiste minimum doorgang op gelijk welke hoogte vrij blijft. Klimplanten mogen niet voor de woning op het buurperceel of boven de kroonlijst uitsteken, tenzij de buren hier expliciet toestemming voor verlenen. Ze mogen geen raamopeningen bedekken.
1° het maken van vuur in open lucht in bos- en natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven of als die activiteit als beheermaatregel is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan of vergund door het Agentschap voor Natuur en Bos zoals voorzien in het Bosdecreet en het decreet Natuurbehoud;
2° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
3° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van landschapselementen, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
4° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;
5° het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een kampvuur;
6° het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer;
7° het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder;
8° het verbranden van droog brandbaar materiaal, met uitzondering van afvalstoffen, droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;
9° de verbranding in open lucht, met uitzondering van afvalstoffen, in het kader van blusoefeningen, uitgevoerd door de brandweer van een gemeente, regio of bedrijf of door de civiele bescherming.
In open lucht is het gebruik van werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren (vb. grasmaaiers, houtzagen, haagscharen, bladblazers…) verboden op zondagen, wettelijke feestdagen alsook tussen 22u ’s avonds en 7u ’s morgens op weekdagen.
Dit verbod geldt niet:
[Bonheiden]
In open lucht is het gebruik van werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren (vb. grasmaaiers, houtzagen,…) verboden op wettelijke feestdagen alsook tussen 22u ’s avonds en 7u ’s morgens op weekdagen.
Dit verbod geldt niet:
Op zondagen is het gebruik van dergelijke machines enkel toegestaan tussen 10u en 15u.
[SKW en Putte]
§2 Het is verboden dieren in een bewoonde plaats zonder toestemming van de bewoner te laten binnendringen.
§3 De eigenaars of begeleiders van dieren zijn verplicht in alle omstandigheden te zorgen dat de dieren in behoorlijke omstandigheden gehouden worden, rekening houdend met de grootte en de specifieke eigenheid van het dier. De eigenaars of begeleiders zijn verplicht ervoor te zorgen dat de dieren zich kunnen beschermen tegen alle weersomstandigheden. Stallingen en hokken dienen behoorlijk ingericht en onderhouden te worden. De dieren moeten voldoende bewegingsvrijheid hebben. De verblijfplaats van het dier moet verzorgd en onderhouden worden. De nodige aandacht moet besteed worden aan ondergrond, temperatuur, beschutting en hygiëne.
§4 Het is aan alle honden- en katteneigenaren verplicht om hun dier te laten chippen en registreren bij een erkende dierenarts en om de chipgegevens aan te passen bij een verhuis. Enkel zo kan de rechtmatige eigenaar van weglopers worden terug gevonden.
§4bis Alle kittens moeten gesteriliseerd of gecastreerd worden voor ze 5 maanden oud zijn. Elke kat moet worden gecastreerd of gesteriliseerd vóór ze verkocht of weggegeven wordt.
Uitzonderingen op de castratieverplichting zijn
1° katten die naar een erkende fokker (met HK-nummer) gaan.
2° katten die voor het buitenland bestemd zijn.
§5 De eigenaar blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het gedrag van zijn of haar huisdier. Een goede opvoeding, professionele begeleiding en gezonde voeding zijn hier voor prioritair belang.
§6 Het is aan particulieren verboden exotisch in het wild levende dieren te houden, te vervoeren, kosteloos of tegen betaling af te staan, tenzij namens een erkende zoo, dierenpark, private inzameling, circus of dolfinarium, zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van de burgemeester. De zoogdieren en reptielen die je mag houden staan op een positieve lijst. Van andere diersoorten is er geen positieve lijst. Daarnaast zijn er lijsten van diersoorten die je niet mag houden omwille van hun invasief karakter of omdat ze beschermd zijn. Deze lijsten kan je terugvinden op de website www.huisdierinfo.be. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing wanneer de dieren gehouden worden in een inrichting waarvoor een vergunning is vereist krachtens het algemeen reglement voor de dierenbescherming.
Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een privaat bureau voor telecommunicatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:
- binnen de gemeentekern: indien binnen een straal van 400 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is.
- buiten de gemeentekern: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is in handelscomplexen of winkelcentra in of naast een meergezinswoning in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.
Onverminderd de bovenstaande opsomming geldt voor het hele grondgebied dat het aantal vestigingen van nachtwinkels en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de sociale en ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden. Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de (inter-) gemeentelijke diensten m.b.t de sociale draagkracht van het gebied.
- De handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust
Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen.
- Artikel 10.1.10
De uitbatingsvergunning wordt verleend door de burgemeester en kan enkel worden verleend na een administratief onderzoek dat volgende componenten bevat :
a) Een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek of de vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt uitgeoefend, voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie zoals omschreven in de Politieverordening Hulpverleningszone Rivierenland houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer;
b) Een onderzoek naar de naleving van de verzekeringsverplichtingen zoals omschreven door de wet betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
c) Een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten. Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de exploitant. Indien de exploitant een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers;
d) Een omgevingsonderzoek: een onderzoek naar de naleving van de geldende stedenbouwkundige - en milieuvoorwaarden en het beschikken over de benodigde vergunningen, zowel op gemeentelijk als op Vlaams en federaal niveau. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten;
e) Een moraliteitsonderzoek: dit onderzoek wordt verricht door de lokale politie en bestaat uit:
• Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de regelgeving inzake het verkoop van alcohol en tabaksproducten ten aanzien van een persoon jonger dan 18 jaar;
• Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de mensenhandel, zoals bedoeld in hoofdstuk III ter van Titel VIII van boek II van het Strafwetboek;
• Een onderzoek naar recente – tijdens de drie voorgaande jaren - vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de wet op het racisme en/of de xenofobie en/of tegen de drugswetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten;
• Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
• Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt;
• Een onderzoek naar vaststellingen van en veroordelingen voor inbreuken op wettelijke verplichtingen die verband houden met of naar aanleiding van de exploitatie, zoals de niet naleving van vestigingsvoorwaarden, persoonsgebonden beroepsuitoefeningsvoorwaarden (o.m. leeftijd, verblijfskaart, beroepskaart, leurderkaart, arbeidskaart), administratieve verplichtingen t.a.v. de Kruispuntbank van Ondernemingen, sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen van de personen die op enigerlei wijze deelnemen aan de exploitatie (o.m. aangifte en bijdrageplicht sociale zekerheid), boekhoudkundige en fiscale verplichtingen, vennootschapsrechtelijke verplichtingen, vergunningen, erkenningen en toelatingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de regelgeving met betrekking tot de openingsuren, voedselveiligheid, rookverbod, vzw’s e.a.
Dit moraliteitsonderzoek wordt, al naargelang het geval, uitgevoerd op de voor het publiek toegankelijke plaats, op de exploitant, op de organen en/of vertegenwoordigers van de exploitant en op de natuurlijke personen die in feite belast zijn met de exploitatie. Deze personen dienen meerderjarig te zijn en een uittreksel uit het strafregister voor te leggen van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document, desgevallend behoorlijk beëdigd vertaald.
Voor andere personen die in welke hoedanigheid ook, deelnemen of zullen deelnemen aan de exploitatie van de instelling, dient de exploitant te verklaren dat niemand van hen valt onder de hierboven vermelde weigeringsgronden. Alle voormelde personen dienen het bewijs te leveren van hun identiteitsgegevens, met inbegrip van een officiële woonplaats.
De burgemeester kan steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie en/of parket en beslist discretionair of het resultaat van het moraliteitsonderzoek zwaarwichtig genoeg is om de vergunning al dan niet te weigeren en/of in te trekken waarbij hij steeds het gevaar voor de openbare orde voor ogen zal houden;
g) Een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is;
h) Een onderzoek naar de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door de vestigingseenheid en naar eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de lokale politie.
Artikel 2 - Maakt deze wijzigingen aan het politiereglement bekend overeenkomstig de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 3 - Zendt een afschrift van dit besluit dadelijk toe aan