Terug
Gepubliceerd op 06/07/2021

Besluit  Gemeenteraad

wo 30/06/2021 - 20:30

Politie - Gemeentelijk politiereglement: Aanpassing

Aanwezig: Julie De Clerck, voorzitter gemeenteraad
Lode Van Looy, burgemeester
Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Frans Uytterhoeven, Pascal Vercammen, schepenen
Jan Fonderie, Luc De Weerdt, Yves Goovaerts, Guido Vaganée, Eddy Michiels, Karolien Huibers, Barbara Maes, Annick Van den Broeck, Wim Van der Donckt, Hilde Smets, Daan Versonnen, Rudi Withaegels, Geert Teughels, Charlotte Pittevils, Karl Theerens, Marcel Claes, gemeenteraadsleden
Ethel Van den Wijngaert, algemeen directeur
Verontschuldigd: Hilde Schueremans, schepen

De vaststelling van het gemeentelijk politiereglement is een bevoegdheid van de gemeenteraad.

In de vier Bodukap-gemeenten (Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Putte) wordt er evenwel naar gestreefd een zo uniform mogelijk politiereglement vast te stellen. Aldus wensen de vier gemeenten een aantal aanpassingen aan te brengen aan het gemeentelijk politiereglement.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het politiereglement aldus aan te passen.

Voorgeschiedenis
  • 24/02/2016: De gemeenteraad stelt het gemeentelijk politiereglement vast.
  • 25/10/2017: De gemeenteraad heft art. 2.4.4. van het gemeentelijk politiereglement op.
  • 28/03/2018: De gemeenteraad wijzigt het gemeentelijk politiereglement.
  • 29/01/2021: De gemeenteraad wijzigt het gemeentelijk politiereglement.
  • 15/06/2021: Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad dit punt te agenderen op de zitting van de gemeenteraad van 30/06/2021.
Feiten en context
  • De vaststelling van het gemeentelijk politiereglement is een bevoegdheid van de gemeenteraad. In de vier Bodukap-gemeenten (Bonheiden, Duffel, Sint-Katelijne-Waver en Putte) wordt er evenwel naar gestreefd een zo uniform mogelijk politiereglement vast te stellen.
  • Op het ontwerp-reglement zijn door de algemeen directeurs van de gemeenten opmerkingen gegeven, zowel qua vorm als qua inhoud. PZ Bodukap heeft vervolgens een gecoördineerde versie voor elke gemeente opgesteld.
  • De volgende wijzigingen worden doorgevoerd (fluo-geel):
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 1.2.4; 11°
    • Tekstwijziging in artikel 3.1.7.5
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 3.1.7.7
    • Tekstwijziging (weglating) in artikel 3.2.3.1, 6°
    • Tekstwijziging artikel 3.2.3.2
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 3.4.2.3.7
    • Toevoeging van artikel 3.6.6
    • Tekstwijziging van artikel 4.1.2.2, §2
    • Tekstwijziging van artikel 5.2.1
    • Tekstwijziging artikel 5.4.5 
    • Toevoegen van artikel 5.4.5.2.7
    • Toevoegen van artikel 5.5.5.2.8
    • Verwijderen van artikel 5.4.11
    • Toevoegen van artikel 5.5.3.3, §2
    • Toevoegen van artikel 5.6.1.3.8
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 5.6.3.1
    • Tekstwijziging (weglating) in artikel 6.2.2.1
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 6.2.2.3
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 6.2.3.1
    • Tekstwijziging in artikel 6.2.3.2
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 6.3.1, §2
    • Toevoegen van artikel 6.7
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 7.1.1
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 7.1.2, §4
    • Toevoegen van artikel 7.1.2, §4bis
    • Tekstwijziging (toevoeging) in artikel 7.1.2, §6
    •  Hoofdstuk 10 
      • Tekstwijziging artikel 1.1 t/m 1.13
      • Toevoegen van artikelen 1.14 t/m 1.21
      • Artikelen 10.3 wordt 10.
      • Tekstwijziging (weglating oud artikel 3.10,f))
      • Tekstwijziging (toevoeging) van artikel 2.12, §2
      • Artikel 10.4 wordt 10.3
      • Tekstwijziging (weglating oud artikel 4.10,f))
      • Tekstwijziging (toevoeging) van artikel 3.12, §2
      • Artikel 4.5 wordt 10.4
      • Toevoegen van artikel 4.17
      • Artikel 10.6 wordt 10.5
      • Tekstwijziging (toevoeging) van artikel 5.9, §2
      • Artikel 10.7 wordt 10.6
      • Tekstwijziging (weglating oud artikel 7.11,f))
      • Tekstwijziging (toevoeging) van artikel 6.12, §2
    • Tekstwijziging van artikel 11.2
  • Bij deze wijzigingen zijn nog enkele aanpassingen gedaan (fluo-groen):
    • Toevoeging van artikel 4.1.2.2, §1bis (stond niet geel gearceerd, is wel toegevoegd)
    • Geen wijzigingen in de tekst van 5.4.5.1.1 tot en met 5.4.5.2.6
    • Artikel 5.5.5.2.8 omnummeren naar artikel 5.4.5.2.8
    • Hoofdstuk 10 was in het meest recente reglement van Bonheiden hoofdstuk 9bis. Dit is gewijzigd naar hoofdstuk 10. Het oude hoofdstuk 10 wordt dan hoofdstuk 11.
    • De nummering van hoofdstuk 10 is aangepast conform de rest van het reglement.
Juridische grond

Het Decreet over het lokaal bestuur, meer bepaald art. 40,§3 en art. 41, punt 2.

Publieke stemming
Aanwezig: Julie De Clerck, Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Frans Uytterhoeven, Pascal Vercammen, Jan Fonderie, Luc De Weerdt, Yves Goovaerts, Guido Vaganée, Eddy Michiels, Karolien Huibers, Barbara Maes, Annick Van den Broeck, Wim Van der Donckt, Hilde Smets, Daan Versonnen, Rudi Withaegels, Geert Teughels, Charlotte Pittevils, Karl Theerens, Marcel Claes, Ethel Van den Wijngaert
Voorstanders: Julie De Clerck, Lode Van Looy, Mieke Van den Brande, Bart Vanmarcke, Frans Uytterhoeven, Pascal Vercammen, Jan Fonderie, Luc De Weerdt, Yves Goovaerts, Guido Vaganée, Eddy Michiels, Karolien Huibers, Barbara Maes, Annick Van den Broeck, Wim Van der Donckt, Hilde Smets, Daan Versonnen, Rudi Withaegels, Geert Teughels, Charlotte Pittevils, Karl Theerens, Marcel Claes
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1 - Past het politiereglement aan als volgt:

  • Artikel 1.2.4
    11° Plastic-, metalenverpakking en drankkartons (PMD):
    Alle verpakkingsafval van verbruikbare producten bestemd voor de normale werking van de huishoudens en vergelijkbare bedrijfsactiviteiten dat beantwoordt aan de volgende modaliteiten:
  • PE en PET plastic flessen en flacons
  • metalen verpakkingen: ook spuitbussen van voedingsmiddelen en cosmetica;
  • schaaltjes en bakjes,
  • drankkartons
  • schaaltjes;
  • vlootjes en bakjes;
  • potjes en tubes;
  • folies;
  • zakjes;
  • drank- en conservenblikken;
  • deksels en doppen;

Met uitzondering van:

    • verpakkingen die giftige of bijtende middelen bevat hebben;
    • verpakkingen van meer dan 8 liter
  • Artikel 3.1.3.1
    De gebruikers, beheerders of bij ontstentenis, de eigenaars (of de aangestelden van genoemde personen) van eigendommen zijn verplicht de voetpaden en fietspaden langs deze eigendommen bestendig rein te houden.
    Ze moeten aarde, onkruid en straatvuil dat de plaats voor de eigendommen bevuilt opruimen. De afvoergoten dienen zuiver gehouden te worden om een vrije afvoer te verzekeren.
    Iedereen die op om het even welke wijze de openbare weg heeft vervuild of heeft laten vervuilen, moet ervoor zorgen dat deze onverwijld opnieuw gereinigd worden. Zo zullen bijvoorbeeld zij die meststoffen, kalk- of metselspecie, steenkolen of andere bevuilende materialen doen laden of ontladen, na het beëindigen ervan onmiddellijk de openbare wegenis moeten reinigen of doen reinigen.
  • Artikel 3.1.7.5
    Het aanvaarden van een vergunning impliceert het voortdurende respecteren van volgende voorwaarden:
    • het vrijhouden van de ingangen van particuliere en openbare gebouwen;
    • de inname is beperkt tot de ruimte voor de eigen gevel;
    • het verzekeren van een vrije voetgangersdoorgang van tenminste 1,20m.;
    • installaties van openbaar of algemeen nut dienen te allen tijde goed bereikbaar te zijn.
    De doorgang van de voetgangers wordt gemeten vanaf elke hindernis tot aan de grenslijn van de tegeltuin of plantenbak
    Afhankelijk van de plaats en densiteit van het aantal voetgangers kan de burgemeester eventueel het behoud van een grotere vrije doorgang in de vergunning opleggen.
    De breedte van het tegeltuintje mag maximaal 50 cm bedragen.
  • Artikel 3.1.7.7
    Het onderhoud van het tuintje of plantenbak en van de verharding er rond, valt ten laste van de bewoner, en moet in zulke staat worden onderhouden dat het geen hinder of gevaar oplevert voor het verkeer. De voorwerpen of planten mogen niet buiten de rand uitspringen en moeten derwijze onderhouden worden dat de vereiste minimum doorgang op gelijk welke hoogte vrij blijft. Klimplanten mogen niet voor de woning op het buurperceel of boven de kroonlijst uitsteken, tenzij de buren hier expliciet toestemming voor verlenen. Ze mogen geen raamopeningen bedekken.

  • Artikel 3.2.3.1
  • Behoudens afwijkende bepalingen in het huishoudelijk reglement is het verboden in de groene ruimte, parken, op de pleinen, op de sportterreinen en in de zwemgelegenheden:
    1° te rijden met motorvoertuigen en paarden;
    2° op om het even welke wijze schade te veroorzaken aan de beplantingen, de wegen, afsluitingen en uitrustingen;
    3° honden te laten loslopen;
    4° spelende kinderen lastig te vallen of het spelen te beletten
    5° De zandbakken (vb. op speelterreinen,…) te gebruiken voor hondenbehoeften
  • Artikel 3.2.3.2
    Iedereen die de speelpleinen, speelterreinen en andere sportterreinen betreedt, moet zich houden aan het huishoudelijk reglement.
  • Artikel 3.4.2.3.7
    §1 In ieder vertrek en in de gangen moet voldoende verlichting aangesloten op het elektriciteitsnet, aanwezig zijn.
    §2 De gemeenschappelijke lokalen (refters, slaapzalen,….) en de evacuatiewegen (gangen, bordessen, uitgangen, trappen,….) moeten voorzien zijn van een degelijke vaste veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om het gebouw te ontruimen en van een brand- en gasdetectiesysteem. De veiligheidsverlichting moet bij het uitvallen van de normale verlichting binnen de 30 seconden in werking treden en ze moet minstens 1 uur in werking blijven.
  • Artikel 3.6.6
    Het is verboden zich op het ijs te begeven van kanalen, vijvers, beken, grachten, waterbekkens en waterlopen, zonder toelating van de bevoegde autoriteiten.
  • Artikel 4.1.2.2
    §1 Het is zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester verboden de bermen van baangrachten langs de kant van de openbare weg te maaien van 15 november tot 15 juni voor de eerste maaibeurt en voor 15 september voor een tweede maaibeurt. Deze toelating kan enkel om redenen van verkeersveiligheid of natuurbehoud worden verleend.
    §1bis De gemeente Bonheiden heeft een door de Vlaamse overheid goedgekeurd bermbeheerplan dat voor een aantal bermen een uitzondering op de maaidata uit het Bermbesluit bepaalt. [Bonheiden]
    §2 Eveneens is het verboden de vegetatie op die plaatsen te vernietigen zonder voorafgaandelijk schriftelijke toelating van de burgemeester. Deze toelating kan gegeven worden in functie van de verbetering van de verkeersveiligheid.
    §3 De overhangende takken en struiken langs en in de grachten moeten worden verwijderd om o.a. het ruimen van de grachten te vergemakkelijken.
    §4 Dit artikel geldt onverminderd het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1984 houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen.
  • Artikel 5.2.1
    Met behoud van de toepassing van het Veldwetboek, het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het decreet Natuurbehoud van 21 oktober 1997, is de verbranding in open lucht van welke stoffen ook verboden, behalve als het gaat om:

    1° het maken van vuur in open lucht in bos- en natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven of als die activiteit als beheermaatregel is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan of vergund door het Agentschap voor Natuur en Bos zoals voorzien in het Bosdecreet en het decreet Natuurbehoud;

    2° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;

    3° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van landschapselementen, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;

    4° de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;

    5° het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een kampvuur;

    6° het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer;

    7° het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder;

    8° het verbranden van droog brandbaar materiaal, met uitzondering van afvalstoffen, droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;

    9° de verbranding in open lucht, met uitzondering van afvalstoffen, in het kader van blusoefeningen, uitgevoerd door de brandweer van een gemeente, regio of bedrijf of door de civiele bescherming.

  • Artikel 5.2.5
    Ondernemers/handelaars/marktkramers (waaronder verstaan automatenwinkels, nachtwinkels, supermarkten, frietkramen, marktkramers met voeding voor directe consumptie, horeca,…niet limitatief) zijn verplicht om:
    • in de directe omgeving van hun verkooppunt een vuilnisbak te voorzien;
    • als horeca uitbaters een sigarettentegel, sigarettenpaal te voorzien;
    • zelf in een straal van ongeveer 25 m alle etenswaren, de verpakkingen daarvan, sigarettenpeuken  en ander uit de inrichting afkomstig materiaal, zwerfafval etc. zo vaak als nodig te verwijderen.
  • Artikel 5.4.5.2.7
    Het PMD-afval mag niet in elkaar gestopt worden (bv. potjes) en de verpakkingen mogen niet in een dichtgeknoopte zak in de PMD-zak.
  • Artikel 5.4.5.2.8
    De verschillende materialen van de afvalfractie (bv. schaaltje) moeten van elkaar gescheiden worden en los van elkaar in de PMD-zak worden gestopt.
  • Artikel 5.5.3.3
    §1 Wanneer op het evenement voedingswaren en/of dranken worden aangeboden met het oog op onmiddellijke consumptie, is het gebruik van herbruikbare consumptiematerialen (glazen of bekers, borden en bestek) verplicht.
    §2 Een afwijking hiervoor kan toegestaan worden indien minimaal 90% (vanaf 2022 95%) van de geserveerde verpakkingen ingezameld worden voor recyclage. De bewijslast hiervoor ligt bij de organisator.
  • Artikel 5.6.1.3.8
    Het recyclagepark zamelt enkel verpakt asbestcement in. Het verpakkingsmateriaal bestaat uit doorzichtige plastic folies of stevige, transparante plastic zakken. Het is verboden is om deze elementen te breken om ze te kunnen verpakken en men moet het aangeleverde materiaal zelf omzichtig in de container moet kunnen deponeren
  • Artikel 5.6.3.1
    §1 In de langs de openbare weg op het grondgebied van de gemeente opgestelde gemeentelijke straatvuilbakjes, mag enkel restafval dat ontstaat op de openbare weg en afkomstig is van voorbijkomende fietsers, voetgangers e.d. worden gedeponeerd. Het is verboden andere afvalstoffen te deponeren in of in de omgeving van de straatvuilbakjes.
    §2 In de langs de openbare weg op het grondgebied van de gemeente opgestelde PMD-vuilbakjes en vuilbakjes voor hondenpoep mag enkel het daartoe bestemde afval gedeponeerd worden.
  • Artikel 6.2.2.1
    §1. Omlopen voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met inbegrip van recreatief gebruik moeten beantwoorden aan de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de bescherming van het leefmilieu.
    §2. Indien andere gemotoriseerde activiteiten geheel of gedeeltelijk plaatsvinden op de openbare weg of op openbare waterwegen, moeten deze activiteiten eveneens beantwoorden aan dit politiereglement en kunnen zij enkel doorgaan mits voorafgaandelijke toelating afgeleverd overeenkomstig afdeling 6.2.2.4 van dit politiereglement.
  • Artikel 6.2.2.3
    In open lucht is het gebruik van werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren (vb. grasmaaiers, houtzagen,…) verboden op zondagen en wettelijke feestdagen alsook tussen 22u ’s avonds en 7u ’s morgens op weekdagen, tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning.
    Dit verbod geldt niet:
    • Voor foor- en marktkramers tijdens de officiële kermissen en op de openbare markten of beurzen;
    • Voor het uitvoeren van dringende werken, waarvan uitstel ernstig gevaar zou opleveren;
    • Voor de landbouwmachines aangewend voor de normale exploitatie van een landbouwbedrijf.
    [Duffel]

    In open lucht is het gebruik van werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren (vb. grasmaaiers, houtzagen, haagscharen, bladblazers…) verboden op zondagen, wettelijke feestdagen alsook tussen 22u ’s avonds en 7u ’s morgens op weekdagen.
    Dit verbod geldt niet:

    • Voor foor- en marktkramers tijdens de officiële kermissen en op de openbare markten of beurzen;
    • Voor het uitvoeren van dringende werken, waarvan uitstel ernstig gevaar zou opleveren;
    • Voor de landbouwmachines aangewend voor de normale exploitatie van een landbouwbedrijf.

    [Bonheiden]

    In open lucht is het gebruik van werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren (vb. grasmaaiers, houtzagen,…) verboden op wettelijke feestdagen alsook tussen 22u ’s avonds en 7u ’s morgens op weekdagen.
    Dit verbod geldt niet:

    • Voor foor- en marktkramers tijdens de officiële kermissen en op de openbare markten of beurzen;
    • Voor het uitvoeren van dringende werken, waarvan uitstel ernstig gevaar zou opleveren;
    • Voor de landbouwmachines aangewend voor de normale exploitatie van een landbouwbedrijf.

    Op zondagen is het gebruik van dergelijke machines enkel toegestaan tussen 10u en 15u.
    [SKW en Putte]

  • Artikel 6.2.3.1
    §1 Deze afdeling heeft betrekking op het opstellen en het gebruik in een niet ingedeelde inrichting van motoren, compressoren, hydroforen, ventilatoren, extractoren, industriële centrifugale drogers, luidsprekers, jukeboxen, muziekinstrumenten en andere toestellen die storende trillingen of geluiden veroorzaken.

    §2 Deze toestellen moeten zodanig geplaatst zijn, dat zij geen storende trillingen overbrengen op het gebouw waar zij opgesteld zijn en naar de omgeving. Indien nodig moeten zij voorzien zijn van funderingen, vasthechtingen of onderstellen die een trillingdempende tussenlaag bevatten bestaande uit veren, kurk, rubber of ander elastisch materiaal. Toestellen die geen draaiende delen bevatten, zoals luidsprekers, muziekinstrumenten e.d., moeten van het gebouw of de muur waarop zij zijn vastgemaakt geïsoleerd worden door middel van rubberbouten of tussenstukken die laag frequente trillingen opslorpen indien zij geluidshinder veroorzaken.
  • Artikel 6.2.3.2
    §1 Het geluidsniveau in open lucht, gemeten in de buurt waar andere personen die hiervan hinder kunnen ondervinden mag door de werking van deze toestellen:
    • niet hoger zijn dan 50 dB (A) boven het achtergrondgeluidsniveau, indien dit lager is dan 30 dB (A)
    • niet hoger zijn dan 35 dB (A) indien het achtergrondgeluidsniveau ligt tussen 30 en 35 dB (A)
    • niet hoger zijn dan het achtergrondgeluidsniveau indien dit hoger is dan 35 dB (A)
    Dit maximale geluidsniveau geldt in het aangrenzende lokaal of gebouw, met gesloten deuren en vensters, op de openbare weg en op openbare plaatsen.
    §2 Voor de toestellen die slechts tijdelijk worden gebruikt ter gelegenheid van feesten, kermissen, braderieën, stoeten, e.d., kan een afwijking op het voorgaande worden toegestaan conform artikel 6.2.5.1.
  • Artikel 6.3.1
    §1 Behoudens voorafgaande en schriftelijke toelating verleend overeenkomstig artikel 6.4.2 van dit politiereglement, onverminderd andere toelatingen en onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu (inzonderheid Vlarem), is het verboden gebruik te maken van het luchtruim boven het grondgebied van de gemeente voor het voortbrengen of projecteren, hetzij rechtstreeks, hetzij door weerkaatsing, van lichtbundels van laserlicht of ander licht.
    §2 Onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu (inzonderheid Vlarem), moet elke uitbater van een inrichting of elke eigenaar of gebruiker van een perceel de nodige maatregelen nemen om lichthinder uitgaande van zijn inrichting of perceel te voorkomen. Verlichting moet dermate geconcipieerd zijn dat niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op de inrichting of onderdelen ervan en moet naar beneden worden gericht. Kerstverlichting wordt niet als hinderlijk beschouwd.
    §3 Lichtreclame mag de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen. Mobiele installaties voor lichtreclame zijn verboden.
  • Artikel 6.7 Magneetvissen
    Artikel 6.7.1
    Het is verboden om zonder begeleiding van de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen (DOVO) activiteiten van metaaldetectie en/of metaalophaling uit te voeren in de wateren van het grondgebied van de politiezone Bodukap.
  • Artikel 7.1.1
    Het is verboden op de openbare weg en op openbare plaatsen zoals groene ruimten, openbare parken en openbare tuinen eender welke materie geschikt voor het voeden van zwervende dieren of duiven achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van (geschikt) voedsel voor vogels bij winterweer of bij een beperkt voedselaanbod. Vrijgelaten zwerfkatten dienen door de lokale besturen gecontroleerd gevoederd en van beschutting voorzien te worden.
  • Artikel 7.1.2
    §1 Het is verboden op de openbare weg of andere openbare plaatsen dieren te laten lopen zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om de openbare veiligheid en de goede doorgang van de openbare weg te garanderen.
    Dieren mogen op geen enkel ogenblik gevaar of hinder vormen voor het verkeer en het gemak van doorgang. Katten en andere vrije dieren vormen hier een uitzondering op.

    §2 Het is verboden dieren in een bewoonde plaats zonder toestemming van de bewoner te laten binnendringen.

    §3 De eigenaars of begeleiders van dieren zijn verplicht in alle omstandigheden te zorgen dat de dieren in behoorlijke omstandigheden gehouden worden, rekening houdend met de grootte en de specifieke eigenheid van het dier. De eigenaars of begeleiders zijn verplicht ervoor te zorgen dat de dieren zich kunnen beschermen tegen alle weersomstandigheden. Stallingen en hokken dienen behoorlijk ingericht en onderhouden te worden. De dieren moeten voldoende bewegingsvrijheid hebben. De verblijfplaats van het dier moet verzorgd en onderhouden worden. De nodige aandacht moet besteed worden aan ondergrond, temperatuur, beschutting en hygiëne.

    §4 Het is aan alle honden- en katteneigenaren verplicht om hun dier te laten chippen en registreren bij een erkende dierenarts en om de chipgegevens aan te passen bij een verhuis. Enkel zo kan de rechtmatige eigenaar van weglopers worden terug gevonden.

    §4bis Alle kittens moeten gesteriliseerd of gecastreerd worden voor ze 5 maanden oud zijn. Elke kat moet worden gecastreerd of gesteriliseerd vóór ze verkocht of weggegeven wordt.
    Uitzonderingen op de castratieverplichting zijn
    1° katten die naar een erkende fokker (met HK-nummer) gaan.
    2° katten die voor het buitenland bestemd zijn.

    §5 De eigenaar blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het gedrag van zijn of haar huisdier. Een goede opvoeding, professionele begeleiding en gezonde voeding zijn hier voor prioritair belang.

    §6 Het is aan particulieren verboden exotisch in het wild levende dieren te houden, te vervoeren, kosteloos of tegen betaling af te staan, tenzij namens een erkende zoo, dierenpark, private inzameling, circus of dolfinarium, zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van de burgemeester. De zoogdieren en reptielen die je mag houden staan op een positieve lijst. Van andere diersoorten is er geen positieve lijst. Daarnaast zijn er lijsten van diersoorten die je niet mag houden omwille van hun invasief karakter of omdat ze beschermd zijn. Deze lijsten kan je terugvinden op de website www.huisdierinfo.be. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing wanneer de dieren gehouden worden in een inrichting waarvoor een vergunning is vereist krachtens het algemeen reglement voor de dierenbescherming.

  • Hoofdstuk 10
    • 10.2 wordt 10.1 met volgende extra aanpassingen:
      • Artikel 10.1.5
        Het College van Burgemeester en Schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van:
        • De ruimtelijke ligging
          Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:
          • binnen de gemeentekern: indien binnen een straal van 1.000 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is. 
          • buiten de gemeentekern: indien binnen een straal van 1.000 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een andere nachtwinkel gevestigd is in handelscomplexen of winkelcentra in of naast een meergezinswoning in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn. 

 Er wordt geen vergunning voor de vestiging van een privaat bureau voor telecommunicatie verleend indien de vestigingseenheid zich in een van de volgende gevallen bevindt:

  • binnen de gemeentekern: indien binnen een straal van 400 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is.
  • buiten de gemeentekern: indien binnen een straal van 500 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een ander privaat bureau voor telecommunicatie gevestigd is in handelscomplexen of winkelcentra in of naast een meergezinswoning in de zones waar handelsactiviteiten niet toegestaan zijn.

Onverminderd de bovenstaande opsomming geldt voor het hele grondgebied dat het aantal vestigingen van nachtwinkels en/of privaat bureaus voor telecommunicatie de sociale en ruimtelijke draagkracht van het gebied niet mag overschrijden. Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de (inter-) gemeentelijke diensten m.b.t de sociale draagkracht van het gebied.

  • De handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust
    Hiervoor baseert het College van Burgemeester en Schepenen zich op een advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen.
  • Artikel 10.1.10
    De uitbatingsvergunning wordt verleend door de burgemeester en kan enkel worden verleend na een administratief onderzoek dat volgende componenten bevat :
    a) Een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek of de vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt uitgeoefend, voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie zoals omschreven in de Politieverordening Hulpverleningszone Rivierenland houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer;
    b) Een onderzoek naar de naleving van de verzekeringsverplichtingen zoals omschreven door de wet betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
    c) Een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten. Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de exploitant. Indien de exploitant een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers;
    d) Een omgevingsonderzoek: een onderzoek naar de naleving van de geldende stedenbouwkundige - en milieuvoorwaarden en het beschikken over de benodigde vergunningen, zowel op gemeentelijk als op Vlaams en federaal niveau. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten;
    e) Een moraliteitsonderzoek: dit onderzoek wordt verricht door de lokale politie en bestaat uit:
    • Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de regelgeving inzake het verkoop van alcohol en tabaksproducten ten aanzien van een persoon jonger dan 18 jaar;
    • Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de mensenhandel, zoals bedoeld in hoofdstuk III ter van Titel VIII van boek II van het Strafwetboek;
    • Een onderzoek naar recente – tijdens de drie voorgaande jaren - vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de wet op het racisme en/of de xenofobie en/of tegen de drugswetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten;
    • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
    • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt;
    • Een onderzoek naar vaststellingen van en veroordelingen voor inbreuken op wettelijke verplichtingen die verband houden met of naar aanleiding van de exploitatie, zoals de niet naleving van vestigingsvoorwaarden, persoonsgebonden beroepsuitoefeningsvoorwaarden (o.m. leeftijd, verblijfskaart, beroepskaart, leurderkaart, arbeidskaart), administratieve verplichtingen t.a.v. de Kruispuntbank van Ondernemingen, sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen van de personen die op enigerlei wijze deelnemen aan de exploitatie (o.m. aangifte en bijdrageplicht sociale zekerheid), boekhoudkundige en fiscale verplichtingen, vennootschapsrechtelijke verplichtingen, vergunningen, erkenningen en toelatingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de regelgeving met betrekking tot de openingsuren, voedselveiligheid, rookverbod, vzw’s e.a.
    Dit moraliteitsonderzoek wordt, al naargelang het geval, uitgevoerd op de voor het publiek toegankelijke plaats, op de exploitant, op de organen en/of vertegenwoordigers van de exploitant en op de natuurlijke personen die in feite belast zijn met de exploitatie. Deze personen dienen meerderjarig te zijn en een uittreksel uit het strafregister voor te leggen van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document, desgevallend behoorlijk beëdigd vertaald.
    Voor andere personen die in welke hoedanigheid ook, deelnemen of zullen deelnemen aan de exploitatie van de instelling, dient de exploitant te verklaren dat niemand van hen valt onder de hierboven vermelde weigeringsgronden. Alle voormelde personen dienen het bewijs te leveren van hun identiteitsgegevens, met inbegrip van een officiële woonplaats.
    De burgemeester kan steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie en/of parket en beslist discretionair of het resultaat van het moraliteitsonderzoek zwaarwichtig genoeg is om de vergunning al dan niet te weigeren en/of in te trekken waarbij hij steeds het gevaar voor de openbare orde voor ogen zal houden;
    g) Een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is;
    h) Een onderzoek naar de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door de vestigingseenheid en naar eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de lokale politie.
      • Artikel 10.1.13
        §1. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken. In voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.
        §2. De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
    • Artikel 10.3 wordt 10.2 met volgende extra aanpassingen:
      • Artikel 10.2.10
        De uitbatingsvergunning kan enkel worden verleend door de burgemeester na een administratief onderzoek dat volgende componenten bevat:
        a) Een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek of de vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt uitgeoefend, voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie zoals omschreven in de Politieverordening Hulpverleningszone Rivierenland houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer;
        b) Een onderzoek naar de naleving van de verzekeringsverplichtingen zoals omschreven door de wet betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
        c) Een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten. Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de exploitant. Indien de exploitant een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers;
        d) Een omgevingsonderzoek: een onderzoek naar de naleving van de geldende stedenbouwkundige - en milieuvoorwaarden en het beschikken over de benodigde vergunningen, zowel op gemeentelijk als op Vlaams en federaal niveau. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten;
        e) Een moraliteitsonderzoek: dit onderzoek wordt verricht door de lokale politie en bestaat uit:
        • Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de zedelijkheid voor het exploiteren van een drankgelegenheid zoals bepaald in de samengeordende wetsbepalingen inzake slijterijen van gegiste dranken en door de wet betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank en hun uitvoeringsbesluiten
        • Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de mensenhandel, zoals bedoeld in hoofdstuk III ter van Titel VIII van boek II van het Strafwetboek;
        • Een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers ten aanzien van een persoon jonger dan 18 jaar;
        • Een onderzoek naar recente – tijdens de drie voorgaande jaren - vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, opschorting, of eenvoudige schuldverklaring, voor inbreuken op de wet op het racisme en/of de xenofobie en/of tegen de drugswetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten;
        • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
        • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt;
        • Een onderzoek naar vaststellingen van en veroordelingen voor inbreuken op wettelijke verplichtingen die verband houden met of naar aanleiding van de exploitatie, zoals de niet naleving van vestigingsvoorwaarden, persoonsgebonden beroepsuitoefeningsvoorwaarden (o.m. leeftijd, verblijfskaart, beroepskaart, leurderkaart, arbeidskaart), administratieve verplichtingen t.a.v. de Kruispuntbank van Ondernemingen, sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen van de personen die op enigerlei wijze deelnemen aan de exploitatie (o.m. aangifte en bijdrageplicht sociale zekerheid), boekhoudkundige en fiscale verplichtingen, vennootschapsrechtelijke verplichtingen, vergunningen, erkenningen en toelatingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de regelgeving met betrekking tot de openingsuren, voedselveiligheid, rookverbod, vzw’s e.a. Dit moraliteitsonderzoek wordt, al naargelang het geval, uitgevoerd op de voor het publiek toegankelijke plaats, op de exploitant, op de organen en/of vertegenwoordigers van de exploitant en op de natuurlijke personen die in feite belast zijn met de exploitatie. Deze personen dienen meerderjarig te zijn en een uittreksel uit het strafregister voor te leggen van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document, desgevallend behoorlijk beëdigd vertaald.
        Voor andere personen die in welke hoedanigheid ook, deelnemen of zullen deelnemen aan de exploitatie van de instelling, dient de exploitant te verklaren dat niemand van hen valt onder de hierboven vermelde weigeringsgronden. Alle voormelde personen dienen het bewijs te leveren van hun identiteitsgegevens, met inbegrip van een officiële woonplaats.
        De burgemeester kan steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie en/of parket en beslist discretionair of het resultaat van het moraliteitsonderzoek zwaarwichtig genoeg is om de vergunning al dan niet te weigeren en/of in te trekken waarbij hij steeds het gevaar voor de openbare orde voor ogen zal houden;
        g) Een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is;
        h) Een onderzoek naar de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust: een onderzoek naar de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door de vestigingseenheid en naar eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de lokale politie;
      • Artikel 10.2.13
        §1. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken. In voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.
        §2. De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
    • Artikel 10.4 wordt 10.3 met volgende extra aanpassingen:
      • Artikel 10.3.10
        De uitbatingsvergunning kan enkel worden verleend door de burgemeester na een administratief onderzoek dat volgende componenten bevat:

        a) Een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek of de vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt uitgeoefend, voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie zoals omschreven in de Politieverordening Hulpverleningszone Rivierenland houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer;
        b) Een onderzoek naar de naleving van de verzekeringsverplichtingen zoals omschreven door de wet betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
        c) Een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten. Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de exploitant. Indien de exploitant een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers;
        d) Een omgevingsonderzoek: een onderzoek naar de naleving van de geldende stedenbouwkundige - en milieuvoorwaarden en het beschikken over de benodigde vergunningen, zowel op gemeentelijk als op Vlaams en federaal niveau. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten;
        e) Een moraliteitsonderzoek: dit onderzoek wordt verricht door de lokale politie en bestaat uit:
        • Een onderzoek naar recente vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, voor inbreuken op de wet op het racisme en/of de xenofobie en/of tegen de drugswetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten;
        • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
        • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt;
        • Een onderzoek naar vaststellingen van en veroordelingen voor inbreuken op wettelijke verplichtingen die verband houden met of naar aanleiding van de exploitatie, zoals de niet naleving van vestigingsvoorwaarden, persoonsgebonden beroepsuitoefeningsvoorwaarden (o.m. leeftijd, verblijfskaart, beroepskaart, leurderkaart, arbeidskaart) administratieve verplichtingen t.a.v. de Kruispuntbank van Ondernemingen, sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen van de personen die op enigerlei wijze deelnemen aan de exploitatie (o.m. aangifte en bijdrageplicht sociale zekerheid), boekhoudkundige en fiscale verplichtingen, vennootschapsrechtelijke verplichtingen, vergunningen, erkenningen en toelatingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de regelgeving met betrekking tot de openingsuren, voedselveiligheid, rookverbod, vzw’s e.a.;
        Dit onderzoek wordt, al naargelang het geval, uitgevoerd op de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, op de exploitant, op de organen en/of vertegenwoordigers van de exploitant en op de natuurlijke personen die in feite belast zijn met de exploitatie. Deze personen dienen meerderjarig te zijn en een uittreksel uit het strafregister voor te leggen van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document, desgevallend behoorlijk beëdigd vertaald.
        Voor andere personen die in welke hoedanigheid ook, deelnemen of zullen deelnemen aan de exploitatie van de instelling, dient de exploitant te verklaren dat niemand van hen valt onder de weigeringsgronden. Alle voormelde personen dienen het bewijs te leveren van hun identiteitsgegevens, met inbegrip van een officiële woonplaats.
        Het onderzoek wordt verricht door de politie of de daartoe bevoegde diensten. De burgemeester kan steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie en beslist discretionair of het resultaat van het moraliteitsonderzoek zwaarwichtig genoeg is om de uitbatingsvergunning al dan niet te weigeren waarbij hij steeds het gevaar voor de openbare orde voor ogen zal houden.
        g) Een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is;
        h) Een onderzoek naar de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust: een onderzoek naar de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door de vestigingseenheid en naar eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de lokale politie;
      • Artikel 3.12
        §1. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken. In voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.
        §2. De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
      • Artikel 4.17
        De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
    • Artikel 10.5 wordt 10.4 met de volgende extra aanpassingen:
      • Artikel 10.4.17
        §1. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken. In voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.
        §2. De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
    • Artikel 10.6 wordt 10.5 met de volgende extra aanpassingen:
      • Artikel 10.5.9
        §1. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken. In voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.
        §2. De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
    • Artikel 10.7 wordt 10.6 met de volgende extra aanpassingen:
      • Artikel 10.6.11
        De uitbatingsvergunning kan enkel worden verleend door de burgemeester na een administratief onderzoek dat volgende componenten bevat:
        a) Een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek of de vestigingseenheid waar de handelsactiviteit wordt uitgeoefend, voldoet aan de minimumnormen inzake brandpreventie zoals omschreven in de Politieverordening Hulpverleningszone Rivierenland houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer;
        b) Een onderzoek naar de naleving van de verzekeringsverplichtingen zoals omschreven door de wet betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
        c) Een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten. Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de exploitant. Indien de exploitant een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers;
        d) Een omgevingsonderzoek: een onderzoek naar de naleving van de geldende stedenbouwkundige - en milieuvoorwaarden en het beschikken over de benodigde vergunningen, zowel op gemeentelijk als op Vlaams en federaal niveau. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de (inter-) gemeentelijke diensten;
        e) Een moraliteitsonderzoek: dit onderzoek wordt verricht door de lokale politie en bestaat uit:
        • Een onderzoek naar recente vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, voor inbreuken op de wet op het racisme en/of de xenofobie en/of tegen de drugswetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten;
        • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
        • Een onderzoek of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt;
        • Een onderzoek naar vaststellingen van en veroordelingen voor inbreuken op wettelijke verplichtingen die verband houden met of naar aanleiding van de exploitatie, zoals de niet naleving van vestigingsvoorwaarden, persoonsgebonden beroepsuitoefeningsvoorwaarden (o.m. leeftijd, verblijfskaart, beroepskaart, leurderkaart, arbeidskaart) administratieve verplichtingen t.a.v. de Kruispuntbank van Ondernemingen, sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen van de personen die op enigerlei wijze deelnemen aan de exploitatie (o.m. aangifte en bijdrageplicht sociale zekerheid), boekhoudkundige en fiscale verplichtingen, vennootschapsrechtelijke verplichtingen, vergunningen, erkenningen en toelatingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de regelgeving met betrekking tot de openingsuren, voedselveiligheid, rookverbod, vzw’s e.a.;
        Dit onderzoek wordt, al naargelang het geval, uitgevoerd op de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, op de exploitant, op de organen en/of vertegenwoordigers van de exploitant en op de natuurlijke personen die in feite belast zijn met de exploitatie. Deze personen dienen meerderjarig te zijn en een uittreksel uit het strafregister voor te leggen van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document, desgevallend behoorlijk beëdigd vertaald.
        Voor andere personen die in welke hoedanigheid ook, deelnemen of zullen deelnemen aan de exploitatie van de instelling, dient de exploitant te verklaren dat niemand van hen valt onder de weigeringsgronden. Alle voormelde personen dienen het bewijs te leveren van hun identiteitsgegevens, met inbegrip van een officiële woonplaats.
        Het onderzoek wordt verricht door de politie of de daartoe bevoegde diensten. De burgemeester kan steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie en beslist discretionair of het resultaat van het moraliteitsonderzoek zwaarwichtig genoeg is om de uitbatingsvergunning al dan niet te weigeren waarbij hij steeds het gevaar voor de openbare orde voor ogen zal houden.
        g) Een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is;
        h) Een onderzoek naar de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust: een onderzoek naar de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door de vestigingseenheid en naar eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de lokale politie;
      • Artikel 10.6.12
        §1. De uitbatingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. De burgemeester kan de duurtijd van de vergunning beperken. In voorkomend geval moet de duurtijd minstens 1 jaar bedragen.
        §2. De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen een tijdelijke uitbatingsvergunning toekennen. Deze tijdelijke uitbatingsvergunning kan te allen tijde ingetrokken worden.
  • Artikel 11.2
    De specifieke huishoudelijke reglementen zullen op de website van de gemeente geplaatst worden.

Artikel 2 - Maakt deze wijzigingen aan het politiereglement bekend overeenkomstig de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.

Artikel 3 - Zendt een afschrift van dit besluit dadelijk toe aan

  • de griffie van de rechtbank van eerste aanleg
  • de griffie van de politierechtbank
  • PZ Bodukap.