De voorzitter opent de zitting op 27/09/2023 om 19:33.
De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 30/08/2023 worden ter goedkeuring voorgelegd.
30/08/2023: Vergadering gemeenteraad waarvan de notulen ter goedkeuring worden voorgelegd.
Enig artikel - Keurt de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 30/08/2023 goed.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over IVAREM door Mieke Van den Brande.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van IVAREM.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over PIDPA door Mieke Van den Brande.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van PIDPA.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over CIPAL door Bart Vanmarcke.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van CIPAL.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over TMVS/CREAT/FARYS door Eddy Michiels.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van TMVS/CREAT/FARYS.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over IGEMO door Pascal Vercammen.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van IGEMO.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over IVERLEK door Pascal Vercammen.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van IVERLEK.
Het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat er tweemaal per jaar in een openbare zitting van de gemeenteraad een toelichting moet worden gegeven over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de toelichting over PONTES door Luc De Weerdt.
Enig artikel - Neemt kennis van de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad van bestuur van PONTES.
Op 12/10/2023 vindt er een buitengewone algemene vergadering plaats van de dienstverlenende vereniging CIPAL. De behandeling van de statutenwijziging staat geagendeerd op deze buitengewone algemene vergadering.
Aangezien de vertegenwoordiger van de gemeente in vergaderingen van deze dienstverlenende vereniging moet handelen volgens de instructies van de gemeenteraad, moet de agenda van deze algemene vergadering vooraf aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de agenda goed te keuren.
Er zijn geen redenen voorhanden om de goedkeuring van de agendapunten te weigeren.
Artikel 1 - Keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van CIPAL op 12/10/2023 goed als volgt:
Artikel 2 - Keurt de wijzigingen aan de statuten van CIPAL goed.
Artikel 3 - Keurt het voorstel tot wijziging aan het opschrift van de statuten van CIPAL om deze in overeenstemming te brengen met de genomen besluiten (agendapunt 62 van de vergadering) goed.
Artikel 4 - Keurt het voorstel tot het verlenen van machten tot uitvoering van de genomen besluiten (agendapunt 63 van de vergadering) goed.
Artikel 5 - Verleent aan zijn afgevaardigde(n) in de buitegewone algemene vergadering van 12/10/2023 van de intergemeentelijke vereniging CIPAL het mandaat om te beraadslagen en te beslissen, overeenkomstig voormeld besluit.
Artikel 4 - Zendt deze beslissing ter kennisgeving aan de dienstverlenende vereniging CIPAL.
De woonmaatschappij Woonstroom BV vraagt om een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan te duiden om deel uit te maken van de toewijzingsraad die de woonmaatschappij zal oprichten binnen het (deel)werkingsgebied Bonheiden, Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver.
Geheime stemming over de aanduiding effectieve vertegenwoordiger in de toewijzingsraad van de woonmaatschappij woonstroom bv:
Stemming 1: Vertegenwoordiger lid toewijzingsraad woonmaatschappij woonstroom bv:
• met 19 stemmen: Hilde Schueremans;
• met 2 stemmen: Daan Versonnen;
• met 1 stem: Pascal Vercammen;
• met 1 stem: niet gestemd.
Stemming 2: Plaatsvervangende vertegenwoordiger lid toewijzingsraad woonmaatschappij woonstroom bv:
• met 22 stemmen: Lien Tuymans;
• met 1 stem: niet akkoord.
Artikel 1 - Duidt Mevr. Hilde Schueremans aan als effectieve vertegenwoordiger om de gemeente Bonheiden te vertegenwoordigen in de toewijzingsraad van de woonmaatschappij binnen het (deel)werkingsgebied Bonheiden, Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver, bij geheime stemming.
Artikel 2 - Duidt Mevr. Lien Tuymans aan als plaatsvervangende vertegenwoordiger om de gemeente Bonheiden te vertegenwoordigen in de toewijzingsraad van de woonmaatschappij binnen het (deel)werkingsgebied Bonheiden, Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver, bij geheime stemming.
Op 13/07/2023 kreeg het bestuur via het loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur, ABB, de melding dat er een klacht was ingediend tegen het besluit van de gemeenteraad van 21/06/2023, houdende de aanpassingen in het aanvullend verkeersreglement.
Het college van burgemeester en schepenen verzond op 11/08/2023 een antwoord op de klacht. Op 08/09/2023 liet de gouverneur van de provincie Antwerpen in haar antwoord weten dat ze niet zal optreden in dit dossier.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de beslissingen van de gouverneur van de provincie Antwerpen.
Op 06/04/2023 kreeg het bestuur via het loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur, ABB, een melding dat er een klacht was ingediend tegen de besluiten van de gemeenteraad van 29/03/2023, houdende de vervanging van een raadslid in verschillende samenwerkingsverbanden.
In de klacht werden de volgende zaken aangehaald:
De gouverneur van de provincie Antwerpen, mevr. Cathy Berx, schrijft in haar antwoord van 08/09/2023 dat het bestuur wel degelijk zorgvuldig te werk is gegaan bij het doorvoeren van de aanpassingen door onder meer het systematisch verzamelen van gegevens, de standpuntbepalingen in het college van burgemeester en schepenen, het gebruik maken van het advies van de mobiliteitsraad en de besprekingen op de gemeenteraadscommissie. Daarnaast stelt ze geen schending van de motiveringsplicht vast, alsook geen schending van het gemeentelijke mobiliteitsplan.
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Enig artikel - Neemt kennis van het antwoord van de gouverneur van de provincie Antwerpen van 08/09/2023 op de klacht van enkele buurtbewoners tegen het besluit van de gemeenteraad van 21/06/2023, houdende de aanpassingen in het aanvullend verkeersreglement.
Op 26/07/2023 kreeg het bestuur via het loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur, ABB, de melding dat er een klacht was ingediend tegen het besluit van de gemeenteraad van 21/06/2023, houdende de aanpassingen in het aanvullend verkeersreglement.
Het college van burgemeester en schepenen verzond op 11/08/2023 een antwoord op de klacht. Op 08/09/2023 liet de gouverneur van de provincie Antwerpen in haar antwoord weten dat ze niet zal optreden in dit dossier.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de beslissingen van de gouverneur van de provincie Antwerpen.
Op 26/08/2023 kreeg het bestuur via het loket van het Agentschap Binnenlands Bestuur, ABB, een melding dat er een klacht was ingediend tegen de besluiten van de gemeenteraad van 21/06/2023, houdende de aanpassingen in het aanvullend verkeersreglement.
In de klacht werden de volgende zaken aangehaald:
De fractie N-VA vraagt de beslissing van de gemeenteraad te vernietigen, zodat de gemeenteraad in de toekomst met de juiste documenten in alle transparantie een gefundeerde beslissing kan nemen om de verkeersveiligheid en de leefbaarheid te blijven waarborgen in Bonheiden-Rijmenam.
De gouverneur van de provincie Antwerpen, mevr. Cathy Berx, schrijft in haar antwoord van 08/09/2023 dat er wel degelijk zorgvuldig te werk is gegaan bij het doorvoeren van de aanpassingen. De powerpoint van Mondea was bij het punt gevoegd, en in het besluit werden de wijzigingen duidelijk opgesomd. Ze meldt dat agendering op de gemeenteraad impliceert dat het schepencollege akkoord is. Gegevens zijn systematisch verzameld en er is gebruik gemaakt van advies van de mobiliteitsraad en de besprekingen op de gemeenteraadscommissie.
De gouverneur wijst er wel op dat, indien de verkeerslichten worden weggenomen of uitgeschakeld, dit tevens opgenomen moet worden in het aanvullend verkeersreglement.
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Enig artikel - Neemt kennis van het antwoord van de gouverneur van de provincie Antwerpen van 08/09/2023 op de klacht van de fractie N-VA m.b.t. het besluit van de gemeenteraad van 21/06/2023, houdende de aanpassingen in het aanvullend verkeersreglement.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de goedkeuring door de gouverneur van de jaarrekening 2022 AGBPB, die door de raad van bestuur vastgesteld werd op 31/05/2023. In toepassing van artikel 243bis van het Decreet over het lokaal bestuur is er geen gemeentelijk advies nodig, aangezien de gemeenteraad ervoor gekozen heeft om alle leden van de gemeenteraad te benoemen als lid van de raad van bestuur.
Aan de bestuurders kan pas kwijting worden gegeven na goedkeuring van de rekening door de gouverneur.
De gouverneur keurde de jaarrekening 2022 goed op 24/08/2023.
Het Decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid art. 332,§1, derde lid dat bepaalt dat het besluit van de gouverneur ter kennis dient gebracht te worden op de eerstvolgende vergadering van de raad.
Artikel 1 - Neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Antwerpen van 24/08/2023 houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2022 van het AGBPB.
Artikel 2 - Neemt kennis van het feit dat door de goedkeuring van de provinciegouverneur, er kwijting wordt verleend aan de bestuurders van het AGBPB.
Op 19/01/2023 werd door de afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de regularisatie van de doortrekking van R6 - Ring rond Mechelen met als projectnummer omgevingsloket OMV_2022099045 en gemeentelijk projectnummer 2023/108.
De aanvraag voorziet het plaatselijk wijzigen en opheffen van de rooilijn van de omleidingsweg Putsesteenweg, ter hoogte van de aansluiting van de R6 met de N15 voor het gedeelte op grondgebied Bonheiden.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om, volgens artikel 31 van het Decreet van 25/04/2014 betreffende de omgevingsvergunning, de zogenaamde 'zaak van de wegen', te beslissen over het al dan niet plaatselijk wijzigen en opheffen van de rooilijn van de omleidingsweg Putsesteenweg.
Dit besluit heeft geen financiële gevolgen.
Enig artikel - Hecht goedkeuring aan de gedeeltelijke wijziging en opheffing van de rooilijn omleidingsweg Putsesteenweg, zoals voorgesteld op het bijgevoegde ontwerp van rooilijnplan 'R6 - ROOILIJNPLAN – 'Putsesteenweg'.
Op 26/05/2023 heeft de Vlaamse regering het Lokaal Materialenplan (Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2023-2030) goedgekeurd. Hierin staat een verplichte invoering van inzameling en verwerking van GFT-afval tegen 01/01/2024 (met de mogelijkheid om een gemotiveerde aanvraag tot uitstel in te dienen). De ophaling van GFT-afval valt onder de gemeentelijke zorgplicht. IVAREM biedt de gemeenten de mogelijkheid om een bevoegdheidsoverdracht te verlenen wat betreft het inzamelen, het transport, de voorbehandeling en de verwerking van GFT-afval.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze beheersoverdracht te verlenen tot en met 25/04/2039.
IVAREM heeft op basis van een standaard tweewekelijkse inzameling in containers (bakken), waarbij 35 kg per inwoner per jaar aan GFT ingezameld wordt, de totale kostprijs voor de gemeente ingeschat op € 29 per gezin per jaar voor de inzameling en € 98 per ton voor de verwerking van het gft-afval via voorvergisting en nacompostering. De tarieven (contantbelasting) voor de gezinnen zullen in overleg met alle gemeenten voorgesteld worden en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
De Vlaamse overheid adviseert om een financiële aanmoediging te voorzien (verschillend tarief voor huisvuil en GFT-afval) om de gezinnen aan te sporen tot het gescheiden aanbieden van hun GFT-afval.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00192 van Financiele dienst van 11 september 2023
Artikel 1 - Gaat akkoord om op 27/09/2023 haar beheersrechten met betrekking tot de opdracht “inzameling, transport, overslag, voorbehandeling en verwerking van GFT-afval” over te dragen aan IVAREM en dit tot en met 25/04/2039.
Artikel 2 - Verleent aan IVAREM het mandaat om een gemotiveerde aanvraag tot uitstel van de selectieve inzameling en verwerking van GFT-afval in te dienen bij OVAM.
Artikel 3 - Maakt deze beslissing ter kennisgeving over aan IVAREM.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de aanpassing in het subsidiereglement 'Klimaatbudget', ter bevordering van klimaatacties door inwoners van de gemeente, vast te stellen.
De wijzigingen werden opgenomen na een evaluatie van de voorbije aanvragen binnen dit reglement en dienen ervoor te zorgen dat de drempel om deze ondersteuning aan te vragen kleiner wordt, zodat het aantal opstartende projecten in aantal kan toenemen en de participatie aan het lokale klimaatbeleid door inwoners en verenigingen kan vergroten.
Het Decreet over het lokaal bestuur.
Dit subsidiereglement maakt gebruik van het beschikbare krediet op A7.11.1 Subsidie natuur- en klimaatprojecten.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00197 van Financiele dienst van 11 september 2023
Artikel 1 - Wijzigt het Subsidiereglement Klimaatbudget als volgt:
GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT KLIMAATBUDGET
Kader
De gemeente Bonheiden heeft de ambitie om tegen 2030 een CO2-besparing van 40% te realiseren over het ganse grondgebied. Het ondertekende hiervoor het Europees burgemeestersconvenant en stelde hiervoor een klimaatactieplan op om deze ambities waar te maken.
Burgers, middenveldorganisaties, scholen, … moeten allemaal samenwerken om deze uitdaging succesvol te realiseren. Veel bewoners bruisen van goede ideeën en slaan zelf al de handen in elkaar om initiatieven op poten te zetten. Zo vormen ze een belangrijke hefboom om het klimaatactieplan van de gemeente Bonheiden te realiseren. Met het subsidiereglement Klimaatbudget nodigt de gemeente haar inwoners, verenigingen en organisaties uit om actief te participeren, projecten in te dienen en uit te voeren opdat Bonheiden op een cocreatieve wijze kan uitgroeien tot een meer duurzame, circulaire en klimaatvriendelijke gemeente.
Artikel 1. Definities
Artikel 2. Doelgroep
De volgende personen en organisaties kunnen een projectvoorstel indienen:
Eén persoon, één vereniging of één rechtspersoon kan maximaal één projectvoorstel indienen per lanceringsoproep. Personen die in persoonlijke naam een project indienen, kunnen geen vertegenwoordiger zijn van een feitelijke vereniging of rechtspersoon die een project indienen en omgekeerd. De projectindiener is tegelijk de begunstigde. Kortom, de projectindiener en de begunstigde moeten dezelfde persoon, vereniging of rechtspersoon zijn.
Artikel 3. Welke projecten komen in aanmerking?
Per project kan maximum 1 aanvraag ingediend worden. Alle vernieuwende projectvoorstellen die als hoofddoel hebben bij te dragen aan het klimaatactieplan van de gemeente Bonheiden komen in aanmerking. Projecten kunnen dus zowel bijdragen aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie.
Daarnaast moet ook aan volgende voorwaarden voldaan zijn:
Artikel 4. Vrijblijvende aftoetsing projectidee
Kandidaat-projectindieners hebben de mogelijkheid om hun projectidee vooraf af te toetsen bij de dienst omgeving van Bonheiden (omgeving@bonheiden.be) om ideeën verder te verfijnen, samen op zoek te gaan naar potentiële partners, de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het projectvoorstel te screenen, … Dit aanbod is geheel vrijblijvend en geen voorafname op de verdere beoordeling van het projectvoorstel.
Artikel 5. Definitief projectvoorstel
Het definitieve projectvoorstel moet volledig ingevuld, ondertekend en elektronisch ingediend worden via het E-loket van de gemeente Bonheiden. Er kan op geen enkele andere manier worden deelgenomen. Dit aanvraagformulier is te raadplegen via de website www.bonheiden.be of op te vragen bij de dienst omgeving (omgeving@bonheiden.be).
Door het indienen van het aanvraagformulier gaat de projectprojectindiener akkoord met de voorwaarden gesteld in het reglement.
Artikel 6. Beoordeling ontvankelijkheid
De dienst omgeving kijkt na of de ingediende projecten voldoen aan de ontvankelijkheidscriteria. Dit betekent concreet dat door de dienst omgeving nagekeken wordt of:
Artikel 7. Jureringsprocedure
De beoordeling van de ontvankelijk verklaarde projecten gebeurt door een expertenjury
De expertenjury bestaat uit minstens 3 en maximum 5 onafhankelijke experts die affiniteit hebben met het thema ‘klimaatmitigatie en klimaatadaptatie’. Elke expert evalueert individueel de projectvoorstellen op basis van de onderstaande beoordelingscriteria en geeft elk projectvoorstel een score op 100. Tijdens het jury-overleg bepaalt de jury zijn definitieve score op 100 voor elk projectvoorstel.
De jury kan de projectindiener uitnodigen voor een gesprek of aanvullende informatie opvragen.
|
Beoordelingscriterium |
Maximum punten |
1 |
IMPACT. In welke mate draagt het projectvoorstel concreet bij aan de realisatie van een klimaatvriendelijke gemeente? In welk mate heeft het project een positieve ecologische en sociale impact? |
25 |
2 |
REALISEERBAARHEID. In welke mate zijn de doelstellingen, (financiële) middelen, het plan van aanpak (incl. timing) voldoende duidelijk (‘SMART’) omschreven? In welke mate is het project door de projectindieners zelf op voldoende autonome wijze realiseerbaar op korte termijn (artikel 11)? |
20 |
3 |
DUURZAAMHEID. In welke mate heeft het project een langdurig effect en is het verankerd (aandacht voor continuering, overdracht, inbedding in reguliere werking, overstijgen van ad hoc resultaat)? |
15 |
4 |
SAMENWERKING & PARTICIPATIE. In welke mate stimuleert het projectvoorstel samenwerking en partnerschappen tussen verschillende organisaties al dan niet over verschillende sectoren heen (ondernemingen, middenveldorganisaties, verenigingen, kennisinstellingen, scholen, buurtcomités, …). |
10 |
5 |
DRAAGVLAK. In welke mate is het projectvoorstel gedragen in de buurt, wijk of stad. |
10 |
6 |
VERNIEUWEND KARAKTER. In welke mate is het projectvoorstel vernieuwend en innovatief voor Bonheiden (bv. op het gebied van een product, dienst, partnerschap, bereikte doelgroep, …)? |
5 |
7 |
MULTIPLICATOREFFECT. In welke mate kan het project overgenomen worden in andere wijken, organisaties, … of uitgebreid worden naar andere doelgroepen? In welke mate is de projectprojectindiener bereid om de opgedane kennis en ervaringen te delen (bv. toonmoment, publicatie, workshop, website, …)? |
5 |
8 |
KANSENGROEPEN in welke mate heeft het projectvoorstel bijzondere aandacht voor kwetsbare inwoners van de gemeente. |
10 |
|
TOTAAL |
100 |
Artikel 8. Aangevraagd subsidiebedrag
Het minimale subsidiebedrag dat aangevraagd kan worden voor een projectvoorstel bedraagt 1.000 euro. Het maximum subsidiebedrag is 5.000 euro. Het aangevraagde subsidiebedrag mag niet hoger zijn dan de geraamde onkosten na aftrek van de geschatte inkomsten.
Alle directe kosten die noodzakelijk zijn om het project uit te voeren komen in aanmerking voor subsidie (bv. terreinrealisaties, aankopen roerende goederen, communicatie-acties, extern advies, …). Het gaat om kosten die rechtstreeks en uitsluitend gelinkt zijn aan het project en die aangetoond kunnen worden met facturen of onkostennota’s.
De volgende kosten zijn uitgesloten van subsidie:
Cofinanciering van een projectvoorstel met eigen of andere financiële middelen is toegelaten tenzij de andere subsidie(s) cofinanciering uitsluit(en) én op voorwaarde dat de projectindiener hierover transparant communiceert met de gemeente Bonheiden. Dubbelfinanciering is echter niet toegelaten.
Artikel 9. Toekenning subsidie
De projecten ontvangen een ondersteuning voor hun project waarbij de beoordeling van de jury doorslaggevend is in de te ontvangen middelen.
De maximale ondersteuning voor een project wordt berekend volgens volgende formule:
(Aangevraagd budget X beoordelingscijfer jury) / 100
Bij meerdere aanvragen en/of een ontoereikend krediet ontvangen de projecten een ondersteuning waarbij het totale beschikbare budget wordt verdeelt over de verschillende projecten in verhouding tot de maximale ondersteuning die werd toegekend door de jury.
Het resultaat wordt binnen de 10 werkdagen na bekrachtiging door het college van burgemeester en schepenen meegedeeld aan de projectaanvragers.
Projectindieners onderschrijven het reglement en leggen zich onvoorwaardelijk neer bij het advies van de jury en het college van burgemeester en schepenen. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk.
Artikel 10. Projectopvolging
De dienst omgeving van de gemeente Bonheiden volgt de concrete uitvoering van het project en de wijze waarop kennis en leerervaringen extern gedeeld worden op. Hiertoe geeft elke projectindiener minstens om de 6 maanden een stand van zaken door, bij voorkeur via e-mail (omgeving@bonheiden.be), maar in onderling overleg kan ook gekozen worden voor een ander medium (bv. fysiek overleg, online meeting, …). De stand van zaken omvat minstens een overzicht van de ondernomen actie(s) en eventuele realisaties. Ook eventuele knelpunten worden opgelijst.
Daarnaast brengt de projectindiener de dienst omgeving van de gemeente Bonheiden onmiddellijk op de hoogte van belangrijke wijzigingen tijdens de uitvoering van het project.
Op alle communicatiedragers die gerelateerd zijn aan het project, online en offline wordt het logo van Duurzaam Bonheiden opgenomen en de financiële ondersteuning van de gemeente Bonheiden vermeld. Alle communicatiematerialen worden voor publicatie ter informatie doorgestuurd naar omgeving@bonheiden.be.
Je nodigt de medewerker van de dienst omgeving uit op elke goedgekeurde activiteit. De medewerker bezoekt bij wijze van steekproef enkele van de goedgekeurde activiteiten.
Artikel 11. Uitbetaling, evaluatie en verantwoording
De uitbetaling van de subsidie gebeurt in één schijf per overschrijving op de post- of bankrekening van de projectindiener, na de beslissing tot toekenning van de subsidie van het college van burgemeester en schepenen.
Projecten dienen ten laatste 1 jaar na goedkeuring uitgevoerd te zijn. Uiterlijk 30 kalenderdagen later bezorgt de projectindiener aan de dienst omgeving een evaluatieverslag waaraan ook de verantwoordingsstukken (bewijsstukken, facturen en onkostennota’s) worden toegevoegd. Het evaluatieverslag en de bijhorende verantwoordingsstukken worden elektronisch, bij voorkeur in één pdf-bestand, bezorgd (omgeving@bonheiden.be). Een eventuele verlenging van de uitvoeringstermijn van het project is mogelijk mits een onderbouwde motivatie en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. Dit verzoek tot verlenging dient overgemaakt te worden aan het gemeentebestuur ten laatste 2 maanden voor afloop van de oorspronkelijke deadline.
De gemeente Bonheiden kan het betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het niet-uitbetalen of het gedeeltelijk niet uitbetalen van de toegekende subsidie als de projectindiener één of meer afspraken voortvloeiend uit het subsidiereglement niet nakomt. Bijvoorbeeld,
Indien op een of andere wijze blijkt dat er fraude werd gepleegd, wordt de uitgekeerde subsidie teruggevorderd, en wordt de aanvrager voor 5 jaar uitgesloten van deze subsidie-oproep.
De gemeente is als subsidieerbare overheid in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de projecten en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die eruit kan voortvloeien.
Artikel 2 - Maakt dit reglement binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke webtoepassing, overeenkomstig artikelen 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur en brengt de toezichthoudende overheid hiervan dezelfde dag op de hoogte, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur.
De technische installaties in de gemeentelijke gebouwen vereisen gekwalificeerde technici om het onderhoud en keuringen uit te voeren, alsook de nodige attesten af te leveren. De medewerkers van de technische uitvoeringsdienst zijn niet opgeleid om technische interventies uit te voeren aan deze complexe installaties. Op de markt bestaan bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in het onderhoud van zulke installaties.
Gezien de gemeente aangesloten is bij een aankoopcentrale die een raamovereenkomst aanbiedt voor deze diensten, stelt de technische dienst voor om van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure via de aankoopcentrale te laten verlopen door middel van de organisatie van een mini-competitie tussen verschillende aanbieders.
Raming € 156.756,80 exclusief btw of € 189.675,72 inclusief 21% btw.
Wanneer een aanbestedende overheid een beroep doet op een aankoopcentrale, met het oog op het verwerven van diensten, is zij vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
Anderzijds dient de gemeenteraad akkoord te gaan met het feit dat het onderhoud en de controle van onze technische installaties door derden wordt uitgevoerd.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00200 van Financiele dienst van 12 september 2023
Artikel 1 - Gaat akkoord dat het onderhoud en de controle van de technische installaties van de gebouwen door derden wordt uitgevoerd met een bijhorende raming van € 156.756,80 exclusief btw of € 189.675,72 inclusief 21% btw.
Artikel 2 - Laat de plaatsingsprocedure verlopen via de aankoopcentrale CREAT/Farys.
Bij de rioleringswerken in Rijmenam centrum was een deel van de kerkhofmuur op Sint-Maartensberg ingestort.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de overheidsopdracht "Herstelling kerkhofmuur" op te starten en de voorwaarden van de overheidsopdracht en de wijze van gunning vast te stellen.
Raming: € 219.041,57 excl. btw of € 265.040,30 incl. 21% btw.
De muur van het kerkhof rond de Sint-Martinuskerk te Rijmenam werd zwaar beschadigd tijdens de herinrichtingswerken van het centrum van Rijmenam. De kerkhofmuur is samen met het kerkhof opgenomen als beschermd erfgoed. Om verdere schade aan de muur en de graven te voorkomen, werd een tijdelijke stutting met houten palen geplaatst. De muur moet nog definitief hersteld worden. De muur is een onderdeel van het kerkhof en werd mee opgenomen in het beheersplan.
Voor de studie omtrent de heropbouw van de kerkhofmuur werd het ingenieursbureau Talboom (ondertussen overgenomen door Sweco) aangeduid.
Het studiebureau Sweco heeft de stabiliteit van de muur berekend en heeft als oplossing het volgende voorgesteld:
Om de erosie van het kerkhof tegen te gaan, zal de muur ongeveer 0,50 m verhoogd worden. Voor deze verhoging kunnen bij het Agentschap van onroerend erfgoed subsidies aangevraagd worden.
Financieel advies:
Gunstig mits aanpassing visum FA 2023/00196 van Financiele dienst van 11 september 2023
Artikel 1 - Stelt de voorwaarden van de overheidsopdracht "Herstelling kerkhofmuur" vast met een raming van € 219.041,57 excl. btw of € 265.040,30 incl. 21% btw. Deze lastvoorwaarden (restauratiebestek) worden als bijlage aan dit besluit gehecht.
Artikel 2 - Kiest als wijze van gunning voor de openbare procedure.
Artikel 3 - Vraagt voor de restauratiewerken aan de kerkhofmuur van Sint-Martinus een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure aan.
Eind dit jaar, met de editie januari-februari 2024, loopt de opdracht voor opmaak, druk en levering van het gemeentelijk informatieblad Rijmheide af.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de voorwaarden van de overheidsopdracht en de wijze van gunning vast te stellen.
Raming: € 86.800 excl. btw of € 95.608 incl. btw voor 2 jaar of € 43.400 excl. btw of € 47.804 incl. btw per jaar.
Aan het eind van dit jaar loopt de opdracht voor opmaak, druk en levering van het gemeentelijk informatieblad Rijmheide af. Om een vlotte communicatie naar de inwoners te blijven verzekeren, moet er een nieuwe overheidsopdracht worden opgestart.
Advies van de duurzaamheidsambtenaar:
Advies ADV/2023/700 van Thomas Pluymers van 07 september 2023: Gunstig
Raming:
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00193 van Financiele dienst van 11 september 2023
Artikel 1 - Stelt de voorwaarden van de overheidsopdracht 'Opmaak, druk en levering van het gemeentelijk informatieblad 2024-2025' vast, zoals vermeld in het bestek met nr. 2023/487, opgesteld door de technische dienst en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 86.800 excl. btw of € 95.608 incl. btw.
Artikel 2 - Kiest als wijze van gunning voor de onderhandelingsprocedure zonder bekendmakingsregels bij de aanvang van de procedure, doch indien mogelijk, na raadpleging van meerdere ondernemers.
Momenteel wordt de nieuwe sportkeet in de Grote Doelstraat gerealiseerd. De buitenaanleg zit niet in de hoofdaanneming vervat.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld een overheidsopdracht voor de buitenaanleg van de sportkeet in de Grote Doelstraat op te starten en de voorwaarden van de overheidsopdracht en de wijze van gunnen vast te stellen.
Raming: € 201.260,00 excl. btw of € 243.524,60 incl. 21% btw.
Momenteel wordt de nieuwe sportkeet in de Grote Doelstraat gerealiseerd. Rond het gebouw wordt er enkel een betonnen strook en terras aangelegd. De verdere buitenaanleg zit niet in de hoofdaanneming vervat.
Het dossier voorziet in een basketterrein en een volleybalterrein. De verharding van dit terrein bestaat uit ter plaatse gegoten rubber. Er wordt verlichting voorzien om recreatief sporten op deze velden toe te staan. Tevens wordt er een toegangsweg, bestaande uit grastegels, naar de werkplaats voorzien.
Het uitvoeren van herstellingswerken aan wegenis is een overheidsopdracht voor aanneming van werken in de zin van artikel 2.18° van voormelde wet van 17/06/2016.
Overeenkomstig artikel 41, 10° van het Decreet over het lokaal bestuur, stelt de gemeenteraad de wijze vast waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden gegund.
Aangezien het ramingsbedrag, zonder btw, hoger ligt dan € 139.000,00 (Koninklijk Besluit van 18/04/2017), wordt er niet voldaan aan de voorwaarden om te kiezen voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. Daarom wordt er gekozen voor de openbare procedure.
Anderzijds moeten ook de voorwaarden van de overheidsopdracht worden vastgesteld. In dit geval zijn de algemene uitvoeringsregels, zoals deze werden vastgesteld bij het Koninklijk Besluit van 14/01/2013, integraal van toepassing.
De lastvoorwaarden omvatten verder het bijzonder bestek 2023/RR-232, inclusief samenvattende meetstaat en offerteformulier, waarin de technische uitvoeringsmodaliteiten worden vastgelegd.
De kostprijs voor de buitenaanleg van de sportkeet wordt geraamd op € 201.260,00 excl. btw of € 243.524,60 incl. 21% btw.
Financieel advies:
Gunstig visum FA 2023/00201 van Financiele dienst van 11 september 2023
Artikel 1 - Stelt de voorwaarden van de overheidsopdracht vast voor de buitenaanleg van de sportkeet met een raming van € 201.260,00 excl. btw of € 243.524,60 incl. 21% btw. Deze lastvoorwaarden, met nummer 2023/RR-463, worden als bijlage aan dit besluit gehecht.
Artikel 2 - Kiest als wijze van gunning voor de openbare procedure.
Het huidige huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging dateert van 26/08/2015 en kreeg in 2016, 2018, 2019 en 2021 een update. Het reglement heeft momenteel opnieuw nood aan een opfrissing, waaronder het herschrijven naar een meer moderne leesvorm, die begrijpelijk is voor de burgers.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de wijzigingen aan het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, waaronder een nieuw hoofdstuk aangaande aansprakelijkheid en een nieuwe paragraaf in verband met de regularisatie van meervoudige zerken en concessies.
Het oude reglement bevat te lange zinnen en woorden die onbegrijpelijk zijn voor burgers die het reglement lezen. Er is daarom nood aan een herziening van dit reglement:
Hiernaast dient een problematiek uit het verleden te worden aangepakt, zoals de plaatsing van meervoudige grafzerken op graven met verschillend lopende concessies. Wanneer deze concessies ten einde lopen, is het niet mogelijk om het graf te ontruimen of te ontknekelen, doordat er een meervoudige grafsteen op geplaatst werd. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd een voorstel goed te keuren, dat zowel voor de gemeente, de nabestaanden van overledenen met een meervoudige grafzerk, als de nabestaanden van overledenen met een enkelvoudig geplaatste grafzerk, acceptabel is.
Het voorstel betreft een regularisatie voor samengestelde grondconcessies, die aangegaan zijn voor 1995, waarbij de ingangsdatum voor alle betrokken concessies aanvangt bij de eerste begraving. Deze beslissing zal ingaan vanaf 01/01/2024.
Na deze goedkeuring zullen de medewerkers van de burgerlijke stand de nabestaanden contacteren om hen hierover te berichten.
Deze regularisatie heeft betrekking op: Hoofdstuk V: Concessies - toevoeging: Afdeling 9 - artikel 54. Dit wordt aangevuld als volgt:
Artikel 54 - Voor samengestelde grondconcessies (cumulatief) aangegaan voor 26/04/1995 geldt een regularisatie waarbij de ingangsdatum voor alle betrokken concessies aanvangt op 01/01/2024. Het gaat over:
Bij reeds toegekende concessies voor 26/04/1995 met een verschillende ingangsdatum onder één grafzerk is er een behoud van de startdatum van de meest recente concessiedatum. Dit is van toepassing op de graven die volledig zijn ingenomen.
Verder staat in het huidige reglement geen informatie over aansprakelijkheid. Gezien dit mogelijks van belang kan zijn, wordt er een hoofdstuk toegevoegd: Hoofdstuk XVI: Aansprakelijkheid - toevoeging: artikels 109 - 115.
Enerzijds wordt er een deel vermeld dat betrekking heeft tot het onderhoud en aanleg van de begraafplaats, anderzijds wordt er informatie omschreven in verband met schade. Dit wordt toegevoegd als volgt:
Artikel 109 – Begraafplaatsen kunnen in België niet privé worden opgericht. Gemeenten zijn dus verantwoordelijk voor het onderhoud en de aanleg van de begraafplaats.
Artikel 110 – De belanghebbenden staan zelf in voor het onderhoud van zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde gronden of nissen. Wanneer dit niet onderhouden wordt, kan de gemeente de concessie stopzetten omwille van verwaarlozing. De gemeente kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor een graf dat niet onderhouden is. Een belanghebbende kan ervoor kiezen om een jaarlijks onderhoud aan te vragen bij de gemeente (zie retributiereglement).
Artikel 111 – De ereparken die op de lijst van historisch waardevolle graven vermeld staan worden blijvend onderhouden door het gemeentebestuur. De andere graven op deze lijst worden voor een periode van 50 jaar onderhouden door het gemeentebestuur.
Artikel 112 – Iedereen kan een aanvraag indienen om peter te mogen worden van een bepaald grafmonument. Bij een toegewezen peterschap moet deze aanvrager het grafmonument behouden en onderhouden voor een bepaalde periode. De aanvrager mag onderhouds- en restauratiewerken uitvoeren. Dit moet gebeuren zonder de oorspronkelijke staat van het grafmonument te wijzigen.
De aanvrager is aansprakelijk voor eventuele schade aan het grafmonument die, als gevolg van werken, in zijn of haar opdracht zijn uitgevoerd.
Afdeling 2: Schade
Artikel 113 – Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor het onderhoud van de begraafplaatsen. Stormschade of indirecte schade-veroorzaking (bv. verzakking, omgevallen boom, …) vallen onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.
Artikel 114 – De belanghebbende(n) zijn verantwoordelijk voor de staat en het onderhoud van een graf of nis en zijn toebehoren (bv. bloempotten, foto’s, …). Wanneer er sprake is van grafschennis door derden, (opzettelijk vernielen of beschadigen van een graf) dan kunnen die personen opgelegd worden om de schade te herstellen of vergoeden aan de nabestaanden.
Artikel 115 – Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de graven, grafmonumenten of op de voorwerpen die op de graven staan. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of diefstal op de begraafplaats.
Alle wijzigingen en toevoegingen zijn vermeld in het bijgevoegde werkdocument, alsook het volledig vernieuwde reglement wordt toegevoegd. Het besluit geeft het totale aangepast reglement weer.
Het huishoudelijke reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging heeft nood aan een opfrissing; begrijpbare taal en aanvullende hoofdstukken m.b.t. aansprakelijkheid en meervoudige zerken en concessies.
De wijziging van het reglement brengt geen rechtstreekse kosten met zich mee.
Artikel 1 – Gaat akkoord om het gemeentelijk huishoudelijk reglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen te wijzigen als volgt:
HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen
Afdeling 1: Toepassingsgebied
Artikel 1
Dit reglement is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Bonheiden.
Artikel 2
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Concessie: een vorm van bruikleen van de gemeente, een bijzonder recht dat begravingen in een perceel of nis toestaat, mits vastgestelde voorwaarden door het gemeentebestuur.
Geconcedeerd graf: graf voorzien voor betalende begraving.
Niet-geconcedeerd graf: graf voorzien voor gratis begraving.
Hernieuwen concessie: verlengen van de concessie met de oorspronkelijke termijn.
Verlengen concessie: verlengen concessie met een termijn van 10, 20 of 30 jaar.
Foedraal: doos, etui, hoes, losse overtrek, omhulsel, … rond het lichaam of de as van de overledene.
Grafteken: kruis, steen, voorwerp op een graf in een park, als aanduiding van de overledene.
Grafzerk: afdeksteen voor een graf in een park.
Gedenkplaat: afdekplaat aan een columbariumnis.
Gedenksteen: afdeksteen op een urnenveldkelder.
Kisting: een stoffelijk overschot in een lijkkist plaatsen.
Ontgraven: verwijderen van stoffelijke resten van de overledene, om ze een andere bestemming te geven op de begraafplaats, of om ze te laten cremeren.
Ontknekelen: verwijderen van stoffelijke resten of de as van de overledene en deze anoniem begraven of uitstrooien op de daarvoor voorziene plek door de gemeente.
Ontruimen: verwijderen van de grafzerk.
Verwaarlozing: het niet onderhouden van graftekens en -zerken. Dit wordt vastgesteld in een beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Retributie: een vergoeding voor een prestatie of een dienst geleverd door de gemeente in het individueel belang of voordeel van degene die gebruik maakt van die dienst of prestatie.
Belasting: een verplichte bijdrage aan de algemene uitgaven van de gemeente die opgelegd is door de gemeenteraad.
Artikel 3
Er zijn 2 gemeentelijke begraafplaatsen: de begraafplaats “Bonheiden”, gelegen langs de Muizensteenweg, en de begraafplaats “Rijmenam”, gelegen langs de Weynesbaan. Er mag alleen op de gemeentelijke begraafplaatsen begraven worden met uitzondering van de particuliere begraafplaats zoals vermeld in het volgende artikel.
Afdeling 2: Particuliere begraafplaats
Artikel 4
Op de particuliere begraafplaats van de abdij Bethlehem mogen leden van de kerkelijke gemeenschap begraven worden zolang voldaan wordt aan de wettelijke bepalingen die hieraan verbonden zijn.
Afdeling 3: Bestemming gemeentelijke begraafplaats
Artikel 5
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving van:
Afdeling 4: Aangifte van overlijden
Artikel 6
Elk overlijden en elk geval van ontdekking van een stoffelijk overschot op het grondgebied van de gemeente moet aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit dient te gebeuren binnen een periode van 5 werkdagen.
Artikel 7
De persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien, of zijn gemachtigde, regelt de nodige zaken van de lijkbezorging met de ambtenaar van de burgerlijke stand. Als er niemand werd aangewezen onderneemt het gemeentebestuur de nodige stappen.
Artikel 8
De ambtenaar van de burgerlijke stand houdt een register bij waarin alle toelatingen tot begraving en de plaats van de begraving worden genummerd en geparafeerd. Dit geldt voor de begravingen op de gemeentelijke of de particuliere begraafplaats (abdij van Bethlehem). Dit register wordt elk jaar afgesloten.
Artikel 9
Als het overlijden in een gemeente van het Vlaams Gewest plaatsvindt, is voor crematie de toestemming van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente vereist waar het overlijden wordt vastgesteld.
Als het overlijden plaatsvindt buiten een gemeente van het Vlaamse Gewest, dan is een toestemming tot crematie vereist van de Procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar het crematorium is ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene.
Afdeling 5: Tijdstip van begraving, bijzetting of asuitstrooiing
Artikel 10 –
§1 Als het overlijden plaats vindt in een andere gemeente, is de toelating nodig van de ambtenaar van de burgerlijke stand van deze gemeente om het lichaam van de overledene te begraven, bij te zetten of uit te strooien.
§2 Het gemeentebestuur beslist over de dag en het uur van de begraving, bijzetting of asuitstrooiing. Dit gebeurt in samenspraak met de persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien (begrafenisondernemer).
In normale omstandigheden gebeurt de begraving, bijzetting of asuitstrooiing ten vroegste 24 uur en ten laatste de tiende dag na de aangifte van het overlijden. Deze termijn kan worden verkort of verlengd (volgens beslissing van de burgemeester). Asuitstrooiingen op de gemeentelijke begraafplaats die ingevolge het KB van 19/01/1973 om uitzonderlijke redenen kunnen worden uitgesteld, zijn slechts toegestaan tot uiterlijk 3 maanden na de aangifte van het overlijden.
De begraving, bijzetting of asuitstrooiing kan plaatsvinden op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 uur en op zaterdag tussen 09.00 en 13 uur. Dit is echter niet mogelijk op zon- en feestdagen, 02/01, 02/11 en 26/12.
De rouwenden mogen bij het gehele verloop van de begrafenis aanwezig zijn.
HOOFDSTUK II: De lijkbezorging
Afdeling 1: Kisting van stoffelijke resten
Artikel 11
De burgerlijke stand van de gemeente stelt een overlijden vast aan de hand van de nodige doktersbewijzen. Pas daarna kan de kisting plaatsvinden.
Artikel 12
De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen.
Artikel 13
De burgemeester of zijn afgevaardigde is aanwezig bij een kisting van een stoffelijk overschot (dat al dan niet verast zal worden) dat naar het buitenland vervoerd moet worden. Hij of zij gaat na of de wettelijke en reglementaire bepalingen worden toegapast.
Artikel 14
§1. Voor lijkbezorging is het gebruik van doodskisten, foedralen, doodswaden, producten en procedés die de natuurlijke en normale ontbinding of de crematie van het lijk verhinderen, verboden.
§2. Een balseming of enige andere conserverende behandeling voorafgaand aan de kisting, is enkel toegelaten in de gevallen door de Vlaamse regering bepaald.
Artikel 15
Na de kisting mag de kist niet meer geopend worden, behalve bij een gerechtelijke beslissing.
Afdeling 2: Begraving zonder kist
Artikel 16
Het is mogelijk om te begraven zonder kist. Het lichaam moet wel steeds bedekt zijn. Een begraving zonder kist is alleen toegestaan in een grafkelder.
Afdeling 3: Vervoer van stoffelijke resten
Artikel 17
Niet-gecremeerde stoffelijke resten moeten individueel met een lijkwagen of op een andere passende wijze vervoerd worden.
Artikel 18
Als stoffelijke resten naar het buitenland vervoerd moeten worden of deze vanuit het buitenland komen, moet dit gebeuren volgende de wettelijke bepalingen die hiervoor zijn opgesteld.
Artikel 19
Men mag kiezen hoe men het veraste lichaam vervoert zolang dit gebeurt met respect voor de overledene.
Afdeling 4: Opbaren van stoffelijke resten
Artikel 20
Als het nodig is doet de gemeente beroep op de funeraire privéinfrastructuur (mortuarium) voor het opbaren van de stoffelijke resten van:
Afdeling 5: Begraving op het Engelenveld of op de Foetusweide
Artikel 21
Levenloos geboren kinderen kunnen op verzoek van de ouders begraven of gecremeerd worden:
HOOFDSTUK III: Inrichting van de begraafplaatsen
Afdeling 1: Aanwijzing van de plaats van een begraving
Artikel 22
Een begraving mag enkel gebeuren op een plaats die is aangewezen door de burgemeester of zijn gemachtigde.
Afdeling 2: Uitvoering van begravingen, bijzettingen of asuitstrooiingen
Artikel 23
Alleen de aangestelde medewerker van het gemeentebestuur is bevoegd voor volgende zaken:
Afdeling 3: Indeling van de gemeentelijke begraafplaatsen
Artikel 24
Op de gemeentelijke begraafplaatsen zijn afzonderlijke parken, nissen of kelders voorzien voor:
Afdeling 4: Termijn van behoud van niet-geconcedeerde graven, kelders en nissen
Artikel 25
§1. Niet-geconcedeerde graven, urnenkelders en nissen blijven voor minstens 10 jaar behouden in het kader van de wettelijke grafrust. De maximum termijn (15 jaar) is altijd kleiner dan ¾ van de looptijd van de kortste concessietermijn (20 jaar).
§2. Na de wettelijke grafrust van 10 jaar kunnen de nabestaanden kiezen voor een verwijdering van het graf, uitstrooien van de as, de urne meenemen voor thuisbewaring of een concessie aanvragen voor een termijn van 20 of 30 jaar. De tarieven van de concessies kan men terugvinden in het retributiereglement van concessies en het belasting reglement op ontgravingen.
§3. Als een niet-geconcedeerde bijzetting in het columbarium omgezet wordt naar een geconcedeerde bijzetting in het columbarium, wordt de as niet verplaatst en wordt er geen retributie voor ontgraving aangerekend. Ook de gedenkplaat wordt niet vervangen als het een concessie is voor 1 persoon.
Artikel 26
Graven op het Kinderpark en het Engelenveld worden alleen geruimd bij verwaarlozing.
Afdeling 5: Afsluitingen, omheiningen, kniel- en bidbanken
Artikel 27
Afsluitingen, omheiningen, vegetatie, kniel- of bidbanken mogen alleen geplaatst worden door de bevoegde personen.
HOOFDSTUK IV: Wijze van lijkbezorging
Afdeling 1: Begraving van niet-gecremeerde lichamen in niet-geconcedeerde grond
Artikel 28
Een niet-geconcedeerde begraving gebeurt in een perceel grond voorzien van een kelder. Dit wordt in eigen beheer gedaan door de gemeente. Er mogen geen lichamen boven elkaar geplaatst worden.
Afdeling 2: Begraving in geconcedeerde grond
Artikel 29
Een geconcedeerde begraving gebeurt in een perceel grond van 1 meter bij 2 meter. Dit wordt door de gemeente voorzien van een grafkelder of in een grafkelder van een bestaand monument dat voor hergebruik werd aangeduid en aangepast. In deze grafkelder mogen maximum 2 (al dan niet-gecremeerde) lichamen begraven worden, in tegenstelling tot een begraving in een niet-geconcedeerde grond.
Afdeling 3: Begraving of bijzetting van asurnen op het urnenveld of in het columbarium op de begraafplaats
Artikel 30
In een niet-geconcedeerde urnenkelder of columbariumnis mag maximum 1 urne worden geplaatst.
Artikel 31
In een geconcedeerde urnenkelder of columbariumnis mogen maximum 2 urnen worden geplaatst.
Afdeling 4: Uitstrooiing van assen op de strooiweide van de begraafplaats
Artikel 32
Op elke begraafplaats is een afgebakend stuk grond voorzien voor de uitstrooiing van gecremeerde lichamen
HOOFDSTUK V: Concessies
Afdeling 1: Voorwerp van de concessie
Artikel 33
Op de gemeentelijke begraafplaatsen kunnen alleen concessies verleend worden die betrekking hebben op:
§2. In een concessie mogen ook de stoffelijke overschotten begraven worden van personen die op het moment van overlijden een gezin vormden. De overlevende kan een concessie aanvragen. Het gemeentebestuur zal het bestaan van het gezin nagaan aan de hand van indicatoren:
Artikel 35
§1 Een persoon die niet ingeschreven is in het bevolkingsregister van de gemeente kan alleen begraven worden als er een concessie wordt verleend.
§2 Sommige personen worden gelijkgesteld met personen die wel ingeschreven zijn in het bevolkingsregister:
De aanvrager moet de nodige bewijsstukken hiervoor voorleggen.
Afdeling 3: Aanvragen tot het verkrijgen van een concessie
Artikel 36
De aanvraag van een concessie moet gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen. Zij beslissen over de concessieaanvraag en houden rekening met de voorwaarden die door de gemeenteraad werden vastgesteld. Ook rechtspersonen kunnen een concessie aanvragen.
Artikel 37
Het is niet mogelijk om een concessie toe te kennen vóór het overlijden van 1 van de begunstigden.
Artikel 38
Een concessie is geen verhuring of een verkoop. Het is niet overdraagbaar op een andere persoon.
Artikel 39
Er is een mogelijkheid om concessies te bekomen voor meerdere percelen naast elkaar. Deze aanvraag moet dan wel gebeuren naar aanleiding van het overlijden van de eerste begunstigde.
Artikel 40
Voor iedereen geldt het volgende, tenzij in het geval waarin de begunstigden leden zijn van één of meer religieuze gemeenschappen:
Afdeling 4: Duur van de concessie
Artikel 41
§1. Concessies kunnen verleend worden voor een periode van 20 of 30 jaar.
§2. De vastgestelde periode start op de datum van de begraving van de 1ste begunstigde (1ste overledene).Afdeling 5: Verlenging/hernieuwing van de concessie
Artikel 42
Verlenging/hernieuwing zonder bijzetting:
§1. Concessies kunnen voor het verstrijken van de termijn verlengd of hernieuwd worden. Dit kan op aanvraag van een belanghebbende.
§2. Verlengingen en hernieuwingen kunnen alleen geweigerd worden als blijkt dat, op het moment van de aanvraag, de concessie verwaarloosd is.
§3. Eeuwigdurende concessies, die volgens het keizerlijk decreet van 23/06/1804 werden verleend vóór de inwerkingtreding van de wet van 20/07/1971, kunnen zonder vergoeding worden verlengd voor een periode van 50 jaar. Hiervoor moet wel een aanvraag gedaan worden.
§4. De burgemeester of zijn gemachtigde moet minstens 1 jaar voor het verstrijken van de concessie of van de verlenging/hernieuwing een bekendmaking opmaken. Dit is om nabestaanden eraan te herinneren dat de aanvraag tot verlenging/hernieuwing ingediend moet worden.
Een afschrift van die bekendmaking wordt een jaar lang bij het graf aangeplakt. Een lijst van de bekendmakingen hangt uit aan de ingang van de begraafplaats.
§5. Als er geen aanvraag voor een verlenging/hernieuwing is gedaan vóór de vastgestelde datum, dan vervalt de concessie. Aanvragen die te laat ontvangen zijn, worden niet meer aanvaard.
§6. De verlenging wordt slechts éénmaal toegestaan voor maximum dezelfde duur als van de initiële duur van de concessie, met een minimum van 10 jaar.
Artikel 43 – Verlenging/hernieuwing met bijzetting:
§1. Bij de aanvraag tot verlenging/hernieuwing van een concessie zal de nieuwe termijn starten vanaf het einde van de vorige termijn.
§2. Als er geen verlenging/hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting en het verstrijken van de periode waarvoor de concessie werd verleend, blijft de grafrust van 10 jaar verzekerd. Een eventuele latere verlenging/hernieuwing van deze concessie start op de vervaldatum van de vorige concessie.
Artikel 44
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de concessieverlengingen en -hernieuwingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die door de gemeenteraad zijn vastgesteld.
Afdeling 6: Bijzondere voorwaarden voor het verlenen van een concessie
Artikel 45
Een verleende concessie kan niet gewijzigd worden in het aantal of bijkomende begunstigde(n).
Artikel 46
De aanvrager moet de factuur van de verleende concessie tijdig betalen. Dit kan eventueel via een vooropgesteld afbetalingsplan.
Artikel 47
De geconcedeerde graven moeten onderhouden worden. Als het graf onzindelijk is, door plantengroei overwoekerd, vervallen is, ingestort of bouwvallig is, valt dit onder verwaarlozing. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een bekendmaking van de burgemeester. Die bekendmaking wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Als 1 jaar na deze bekendmaking nog steeds sprake is van verwaarlozing zal het graf verwijderd worden door de gemeente.
Artikel 48
De concessiehouder moet zich houden aan de wetten en reglementen van de gemeentelijke begraafplaats en de begravingen en ook naar de ordemaatregelen zoals bepaald in dit reglement.
Afdeling 7: Concessie voor esthetisch of omgevingsverrijkende grafmonumenten
Artikel 49
Als grafmonumenten een esthetische of omgeving verrijkende waarde hebben kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om deze grafmonumenten niet te laten verwijderen en onder bepaalde voorwaarden terug ter beschikking te stellen voor een nieuwe geconcedeerde begraving. Dit kan alleen als de graven niet in aanmerking komen om te worden opgenomen op de lijst van graven met lokaal historisch belang.
De nieuwe concessiehouder moet binnen de 6 maanden het monument in goede staat brengen. Alle mogelijke herstellingen moeten binnen deze termijn afgewerkt zijn. De oorspronkelijke grafsteen moet behouden worden en de namen van de vorige overledenen die reeds op de grafsteen vermeld staan, mogen niet verwijderd worden. Er mogen wel nieuwe namen worden toegevoegd op een doorzichtige kunststoffen gedenkplaat. Deze gedenkplaat wordt aangeleverd door de gemeente.
De aanvrager neemt een concessie van 20 jaar tegen een verminderde prijs. Deze concessie heeft betrekking op zowel de kelder als het monument. Men kan dus geen eigenaar worden van dergelijke grafmonument.
De concessiehouder draagt alle mogelijke kosten zelf om het monument in goede staat te stellen en te behouden. Het gemeentebestuur kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor herstellings- of onderhoudskosten aan het monument of de kelder. Als de concessiehouder deze verbintenis niet naleeft kan er na een bekendmaking van 1 jaar aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats een einde worden gemaakt aan de concessie. Dit wordt beslist door het college van burgemeester en schepenen. Er kan dan geen enkele vorm van vergoeding worden vereist door de concessiehouder.
Afdeling 8: Einde van een concessie
Artikel 50
Aan een concessie kan een einde worden gemaakt in volgende gevallen:
Artikel 51
In geval van terugname van het geconcedeerd perceel of nis wegens openbaar belang of in geval van sluiting van de begraafplaats kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. In dit geval heeft hij wel recht op het kosteloos bekomen van een perceel met dezelfde oppervlakte of nis op een andere plaats op de bestaande begraafplaats of op een andere gemeentelijke begraafplaats. Dit kan alleen voor de resterende duur van de oorspronkelijke concessie. De kosten voor de eventuele overbrenging van de stoffelijke resten zijn in dit geval ten laste van de gemeente.
Artikel 52
Wanneer een concessie eindigt worden de graftekens die niet weggenomen werden eigendom van de gemeente.
Artikel 53
Na het einde van de concessie kunnen de nabestaanden kiezen voor een verwijdering van het graf, de uitstrooiing van de as of het in ontvangst nemen van de urne voor thuisbewaring.
Afdeling 9: Regularisatie concessies en meervoudige zerken
Artikel 54
Voor samengestelde grondconcessies (cumulatief) aangegaan voor 26/04/1995 geldt een regularisatie waarbij de ingangsdatum voor alle betrokken concessies aanvangt op 01/01/2024. Het gaat over:
Bij reeds toegekende concessies voor 26/04/1995 met een verschillende ingangsdatum onder één grafzerk is er een behoud van de startdatum van de meest recente concessiedatum. Dit is van toepassing op de graven die volledig zijn ingenomen.
HOOFDSTUK VI: Graftekens
Afdeling 1: Vorm en afmetingen van de graftekens
Artikel 55
Elke persoon heeft het recht om op het graf van zijn verwante of vriend een grafteken te laten plaatsen, tenzij de overledene anders heeft beslist of zijn aanverwanten zich hiertegen verzetten. Dit zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.
Artikel 56
De veiligheid, properheid, gezondheid en rust mag niet verstoord worden op de begraafplaats. Het is daarom verboden om grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen met een afwijkende afmeting of vorm, een aanstotelijk opschrift of in een afwijkende aard van materiaal.
Afdeling 2: Graftekens of –zerken voor de parken
Artikel 57
§1. Het grafteken of -zerk op een enkelvoudige concessie van niet-veraste lichamen van personen van minstens 7 jaar oud heeft een afmeting van 2mx1mx1,10m (LxBxH). Op een meervoudige concessie van niet-veraste lichamen van personen van minstens 7 jaar oud mag slechts 1 grafteken of -zerk worden aangebracht met een lengte van 2m en een breedte van het aantal percelen naast elkaar in meter, bij een hoogte van maximum 1,10m aan het hoofdeinde.
§2. Het grafteken of –zerk van een niet-verast lichaam van een kind van jonger dan 7 jaar oud heeft een maximale afmeting van 1,10mx0,80mx0,80m (LxBxH).
§3. Voor een niet-geconcedeerd graf in een kelder wordt enkel een rechtopstaande steen aan het hoofdeinde toegestaan met een maximale afmeting van 0,80mx0.60mx0,10m (LxBxD). De grondplaat is 0,50mx1.00mx0,05m (LxBxD).
Artikel 58
De plaatsing gebeurt na afspraak met een medewerker die is aangesteld door de gemeente.
Artikel 59
De graftekens of -zerken van verlopen concessies die in aanmerking komen voor hergebruik worden voorzien van een doorzichtige kunststoffen gedenkplaat van 0,50mx0,70mx0,01m (LxBxD). Deze wordt geleverd en geplaatst door de gemeente.
Het opschrift wordt door de gemeente op een eenvormige wijze in de gedenkplaat gegraveerd. Het opschrift omvat de naam, voornaam, geboorte- en overlijdensjaar.
Afdeling 3: Gedenkplaten voor een columbariumnis
Artikel 60
§1. De gedenkplaat voor een columbariumnis wordt beperkt tot een afdekplaat in een donkere natuursteen (graniet Labrador Bleu). Deze wordt geleverd door de gemeente. Het opschrift wordt door de gemeente op een eenvormige wijze in de gedenkplaat gegraveerd. Dit is op kosten van de aanvrager. De tekst omvat de naam, voornaam, geboortejaar en overlijdensjaar van de begunstigden en een religieuze of ander passend figuur. Er wordt geen onderscheid gemaakt in geconcedeerde of niet-geconcedeerde nissen.
§2. De aanvrager mag ook kiezen om de gegevens van de tweede begunstigde niet onmiddellijk te laten graveren maar dit later te doen bij het overlijden van deze persoon. Hierbij is dan wel een meerprijs verbonden.
Afdeling 4: Gedenkplaten voor graven op het urnenveld
Artikel 61
§1. De gedenkplaat voor een geconcedeerd graf op het urnenveld wordt beperkt tot een donkere natuursteen (graniet Labrador Bleu) in de vorm van een vierkant van 0,60mx0,60mx0,05m (LxBxD). Deze wordt geleverd en geplaatst door de gemeente.
§2. De gedenkplaat voor een niet-geconcedeerd graf op het urnenveld wordt beperkt tot een donkere natuursteen (graniet Labrador Bleu) met een zeshoekige vorm met een zijde van 0,25m en een diameter van 0,50m. Deze wordt geleverd en geplaatst door de gemeente.
§3. Zowel de geconcedeerde als de niet-geconcedeerde graven worden gelijk geplaatst met het maaiveld. De decoratieve afwerking van het urnenveld is op die manier eenvormig en wordt verzorgd door de gemeente.
§4. Het opschrift wordt door de gemeente op een eenvormige wijze in de gedenkplaats gegraveerd en dit op kosten van de aanvrager. Deze tekst omvat de naam, voornaam, geboortejaar en overlijdensjaar van de begunstigden en een religieuze of ander passend figuur.
§5. De aanvrager mag ook kiezen om de gegevens van de tweede begunstigde niet onmiddellijk te laten graveren maar dit later te doen bij het overlijden van deze persoon. Hieraan is dan wel een meerprijs verbonden.
Afdeling 5: Foto’s op gedenkplaten van het columbarium en het urnenveld
Artikel 62
Op de gedenkplaat van het columbarium en het urnenveld mag 1 foto per overledene worden aangebracht. Dit gebeurt door een medewerker van de gemeente. De aanvrager zorgt zelf voor de foto. Deze mag ovaal of rechthoekig zijn op weersbestendig materiaal. De afmetingen zijn voor het urnenveld (zowel voor Bonheiden als Rijmenam) 10,5cmx15cm (BxH), voor het columbarium van Bonheiden 7cmx9cm (BxH) en voor het columbarium van Rijmenam 9cmx12cm (BxH).
Afdeling 6: Houder voor bloemen aan een columbariumnis
Artikel 63
Rechts onder de gedenkplaat van een columbariumnis mag er een houder voor bloemen geplaats worden. De aanvrager zorgt hier zelf voor maar wordt wel aangebracht door een medewerker van de gemeente. De houder mag een maximale afmeting hebben van 12cmx7cm (HxB).
Afdeling 7: Graftekens voor het Engelenveld
Artikel 64
Voor het Engelenveld kan er gekozen worden voor:
Artikel 65
Voor een columbariumnis wordt een afdekplaatje van 15cmx15cm door de gemeente geleverd. Op het opschrift staat de familienaam, voornaam en jaartal. Dit wordt door de gemeente op een eenvormige wijze in de gedenksteen gegraveerd.
Artikel 66
De plaatsing gebeurt steeds na afspraak met een medewerker van de gemeente.
Afdeling 8: Gedenkplaatjes op de strooiweide
Artikel 6
Voor een persoon van wie de as werd verstrooid op de strooiweide kan een gedenkplaatje aangebracht worden op het daarvoor voorziene monument op de begraafplaats. Dit is een eenvormig gedenkplaatje. Op het opschrift staat de familienaam, voornaam, geboorte- en overlijdensjaar van de overleden persoon. Dit gebeurt op aanvraag van de nabestaanden en wordt aangebracht door een medewerker van de gemeente. Het plaatje wordt na 10 jaar verwijderd. Dit kan tot 1 jaar na de verwijdering opgehaald worden op de begraafplaats.
Afdeling 9: Gegevens op de gedenkplaten die geleverd zijn door de gemeente
Artikel 68
De familienaam, voornaam, geboorte- en overlijdensjaar worden aangebracht volgens deze bepalingen:
Afdeling 10: Eigendomsrechten van de graftekens, grafzerken en gedenkplaten
Artikel 69
De gedenkplaten van een columbariumnis of het urnenveld kunnen bij een ontgraving of bij het einde van een concessie tot 6 maanden na de verwijdering van de concessie afgehaald worden op de begraafplaatsen.
Artikel 70
Wanneer niet-geconcedeerde graven voor nieuwe begravingen worden gebruikt, wordt in een beslissing van het college van burgemeester en schepenen de termijn bepaald waarbinnen de graftekens mogen weggenomen worden. Na deze termijn worden de graftekens die niet weggenomen zijn eigendom van de gemeente.
Afdeling 11: Plaatsing en onderhoud van graftekens
Artikel 71
De graftekens moeten zo opgericht en onderhouden worden zodat dit de veiligheid en de doorgang niet belemmert. Dit moet ook gebeuren zonder schade aan te brengen aan de andere graftekens en graven.
Artikel 72
§1. De materialen die bestemd zijn voor het grafteken moeten volledig gekapt, afgewerkt en gereed zijn om onmiddellijk te worden geplaatst. Pas dan kan men na afspraak toegelaten worden op de begraafplaats. Er mag in geen geval een hulp- of restmateriaal binnen de omheining van de begraafplaats achtergelaten worden.
§2. De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate de behoeften.
§3. Als er geen gevolg wordt gegeven aan een ingebrekestelling door de gemeente wordt er van ambtswege overgegaan tot verwijdering van het achtergelaten materiaal. Dit is op bevel van de burgemeester en gebeurt op kosten van de overtreder.
Artikel 73
De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten uiterlijk 14 kalenderdagen voor Allerheiligen door de nabestaanden terug recht gezet of verwijderd worden. De graftekens die 3 dagen vóór Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet zouden geplaatst zijn, moeten door de betrokken nabestaanden de dag nadien vóór 10u ’s ochtends verwijderd zijn. Indien dit niet het geval is zullen deze en andere risicovolle voorwerpen zonder enige verwittiging opgeruimd worden door een medewerker van de gemeente. Dit gebeurt op kosten van de overtreder.
Artikel 74
Alle kosten met betrekking tot het onderhoud van graftekens, grafzerken en gedenkplaten zijn ten laste van de aanvragers, met uitzondering van de plaatjes die aangebracht zijn op het monument van de strooiweide.
Hoofdstuk VII: Grafkelders, urnenkelders, columbariumnissen en urnen
Artikel 75
De grafkelders worden door de gemeente in eigen beheer geplaatst. De kosten hiervan worden gedragen door de gemeente. De kelders zijn waterdicht en uit duurzaam materiaal vervaardigd. Elke kist kan in een afzonderlijke cel in de kelder geplaatst worden. Een kelder heeft maximum 2 cellen boven elkaar. De grafkelder is zo geconstrueerd dat de lucht tot de grafruimte kan toetreden en hieruit ook kan worden afgevoerd. De lucht wordt op een manier afgevoerd uit de grafruimte dat er in de omgeving geen hinder ontstaat. Indien nodig loopt de afvoer naar de buitenlucht via een efficiënte ontgeuringsfilter.
Artikel 76
De urnen worden door de gemeente in eigen beheer in een urnenkelder of columbariumnis geplaatst. Deze worden ter beschikking gesteld tegen het tarief dat vermeld staat in het desbetreffend retributiereglement.
Artikel 77
§1. De urnen voor bijzetting in een columbariumnis of begraving op het urnenveld mogen maximum een hoogte hebben van 25cm en een diameter van 18cm.
§2. De urnen die bedoeld zijn voor een bijzetting in het columbarium van het Engelenveld moeten cilindervormig zijn met een maximum diameter van 8cm en een maximum hoogte van 12cm.
HOOFDSTUK VIII: Bloemstukken en versieringen
Artikel 78
Kransen met natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden van zodra deze niet meer fris zijn. Kransen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels die geheel of gedeeltelijk bestaan uit breekbaar materiaal.
Artikel 79
Bloemen en planten op de graven moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Wanneer ze afgestorven zijn moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zal het opruimen en het verwijderen van de potten gebeuren door een medewerker van de gemeente.
Artikel 80
Bloempotten (verplicht geplaatst in houders ter beschikking gesteld door de gemeente) of bloemstukken die ter gelegenheid van Allerheiligen op de begraafplaats geplaatst worden, zullen na 15 november verwijderd worden door een medewerker van de gemeente.
Hoofdstuk IX: Onderhoud van graven
Artikel 81
Voor de onderhoudsplicht die bestaat voor de graven en de bepalingen inzake het onderhoud van graftekens, geldt het volgende:
§1. De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven en graftekens. Een uitzondering hierop zijn de gedenkplaatjes die aangebracht zijn op het monument op de strooiweide omdat de gemeente hiervoor zelf verantwoordelijk is.
§2. Vanaf de laatste 2 werkdagen voor Allerheiligen tot en met 2 november is het verboden grondige reinigingswerken (reinigen met water en afwasproducten) aan de graven alsook werken aan grafzerken uit te voeren.
§3. De graven en grafmonumenten die opgenomen zijn op de lijst van graven met lokaal historisch belang die niet in aanmerking komen voor hergebruik, worden onderhouden door de gemeente overeenkomstig met de voorschriften van artikel 26§2 van het decreet van 16/01/2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
§4. Het is verboden om pesticiden en herbiciden te gebruiken op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Hoofdstuk X: Ereparken
Afdeling 1: Indeling van de Ereparken
Artikel 82
Op de gemeentelijke begraafplaats “Rijmenam” zijn 2 Ereparken voorzien. Er is geen Erepark voorzien op de begraafplaats te Bonheiden:
Afdeling 2: Modaliteiten voor de begraving op de Ereparken
Artikel 83
Voor de begraving op 1 van de Ereparken moet men vooraf aan de bevoegde gemeentediensten volgende bewijzen voorleggen:
Afdeling 3: Onderhoud van de Ereparken
Artikel 84
De oprichtings- en onderhoudskosten van de Ereparken vallen ten laste van de gemeente.
Afdeling 4: Bijzettingen
Artikel 85
De echtgeno(o)t(e) van de personen die gerechtigd zijn om een plaats op een Erepark mag bijgezet worden zolang er een grafkelder aanwezig is die geschikt is voor 2 personen. De kosten hiervan vallen ten laste van de rechthebbende of de aanvrager.
Afdeling 5: Kosten van de graftekens
Artikel 86
De kosten van de gedenkstenen die door de gemeente aangebracht worden op de graven van personen omschreven in artikel 82 – eerste lid (oud-strijders of gelijkgestelden), vallen ten laste van de gemeente.
De kosten van het aanbrengen van de identiteitsbenamingen op de grafsteen van de niet rechthebbende echtgeno(o)t(e) vallen ten laste van de nabestaanden.
De kosten van de gedenksteen die wordt aangebracht op de graven van de persoon bedoeld in artikel 82 – tweede lid (verdienstelijke personen), vallen ten laste van de nabestaanden.
Artikel 87
Rechthebbenden zoals bedoeld in artikel 82 – eerste lid (oud-strijders of gelijkgestelden) kunnen indien gewenst volgens dezelfde modaliteiten begraven worden zoals vermeld in afdeling 2. Men dient hierbij wel bewust te zijn dat deze graven en gedenkstenen geplaatst zullen worden tussen de geconcedeerde graven.
Artikel 88
Voor de personen bedoeld in artikel 82 eerste lid (oud-strijders of gelijkgestelden) waarvan de begunstigden geen gebruik wensen te maken van de gratis gedenksteen kan een er een gedenkplaatje geplaatst worden op de eigen grafsteen. Dit wordt gratis ter beschikking gesteld door de gemeente.
Hoofdstuk XI: graven met lokaal historisch belang
Artikel 89
§1. Het college van burgemeester en schepenen maakt een lijst op van graven met lokaal historisch belang die als kleine onroerende erfgoedelementen kunnen worden beschouwd. Dit zijn graven met een historische, artistieke, volkskundige of socio-culturele waarde die niet beschermd zijn als monument in overeenstemming met het decreet van 03/03/1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten.
§2. De graven op deze lijst worden 50 jaar bewaard en onderhouden door de gemeente. Deze termijn kan worden verlengd.
§3. De lijst bevat:
§4. Deze graven worden aangegeven op een plan van de begraafplaats. Een afschrift van deze lijst met plan wordt bezorgd aan de Vlaamse minister bevoegd voor monumenten en landschappen.
§5. Indien de graven die vermeld zijn op deze lijst een definitieve bescherming van rechtswege krijgen, worden ze van de lokale lijst geschrapt.
§6. Indien de (oude) begraafplaats ontruimd dient te worden, zullen de graven die op de lijst vermeld staan overgebracht worden naar de nieuwe begraafplaats.
HOOFDSTUK XII: Ontgravingen en ontruimingen
Afdeling 1: Ontgravingen
Artikel 90
Er mag geen enkele ontgraving gedaan worden zonder een schriftelijke toelating van de burgemeester, tenzij op gerechtelijk bevel. Een toestemming tot ontgraving door de burgemeester kan alleen om ernstige redenen. Een ontgraving is verboden tijdens de periode van de grafrust die loopt tot 10 jaar na de begraving, tenzij op een gerechtelijk bevel of op bevel van de burgemeester. Alle kosten zijn ten laste van de aanvragers.
Artikel 91
Een ontgraving is alleen toegelaten in volgende gevallen:
Artikel 92
De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande(n) schriftelijk worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen.
Volgende afspraken moeten steeds worden nageleefd bij een ontgraving en kunnen aangevuld worden met bijzondere voorwaarden door het college van burgemeester en schepenen:
Artikel 93
Tussen 15/10 en 15/11, op feestdagen en weekends gebeuren er geen ontgravingen, tenzij er een gerechtelijk bevel is.
Artikel 94
Tijdens de ontgraving wordt de plaats visueel afgeschermd voor eventuele omstaanders.
Artikel 95
De ontgraving gebeurt in de aanwezigheid van een medewerker van de gemeente en de burgemeester of een gemachtigde, die de ontgraving registreert. Er mag iemand van de familie (nabestaande(n)) aanwezig zijn bij de ontgraving.
Artikel 96
Als de burgemeester of een gemachtigde het nodig vindt kunnen zij een nieuwe kist voorschrijven op kosten van de aanvrager.
Artikel 97
Als het stoffelijk overschot dat wordt opgegraven naar een andere begraafplaats moet worden overgebracht, moet de opgegraven kist eerst in een hermetisch gesloten omhulsel geplaatst worden (voordat het vervoerd mag worden.
Afdeling 2: Ontruimingen
Artikel 98
§1. De burgemeester of zijn gemachtigde maakt minstens 1 jaar voor de aanvang van een ontruiming een bekendmaking op waarin staat dat er een ontruiming zal plaatsvinden. Deze bekendmaking wordt 1 jaar bij de parken, de graven, de nissen en de kelders geplaatst. Een lijst van al deze bekendmakingen wordt aan de ingang van de begraafplaatsen uitgehangen.
§2. Een niet-geconcedeerd graf of kelder kan omgezet worden naar een concessie. Hierbij worden de kosten van een ontgraving aangerekend voor de aanvrager. Dit is niet van toepassing bij een columbariumnis omdat de urne niet fysiek verplaatst moet worden.
Artikel 99
De dag en het uur van de ontruiming en de eventuele uitstrooiing van de as (bij een urne) worden bepaald door de burgemeester.
Als er belanghebbenden bekend zijn worden zij op de hoogte gebracht van het verwijderen van de urne en het uitstrooien van de as (zodat zij indien gewenst aanwezig kunnen zijn op dit moment).
De urne wordt na het uitstrooien van de as onmiddellijk vernietigd. Het sieromhulsel van de urne blijft eigendom van de belanghebbende als deze bekend zijn. Als dit niet het geval is wordt dit ambtshalve eigendom van de gemeente.
Artikel 100
De uitstrooiing van de as van een al dan niet geconcedeerde nis of kelder in het kader van een ontruiming geeft geen recht op het plaatsen van een gedenkplaatje op de voorziene plaats op de strooiweide.
Hoofdstuk XIII: Sluiting van de begraafplaatsen
Artikel 101
De gemeenteraad bepaalt de datum waarop niet meer mag begraven worden op de oude begraafplaats. De beslissing tot het stopzetten van begraven wordt bekend gemaakt door een afschrift hiervan uit te hangen aan de ingang van de begraafplaats. De oude begraafplaats wordt gedurende ten minste 10 jaar in de staat gelaten waarin zij zich bevindt. Na 10 jaar kan de gemeenteraad een andere bestemming geven aan de begraafplaats. Als na sluiting van de begraafplaats een andere bestemming dan parkgebied aan het terrein wordt gegeven, moet het terrein ontknekeld worden.
Artikel 102
Als een begraafplaats gesloten wordt en als de belanghebbenden het vragen, zal er voor een geconcedeerd graf op de nieuwe begraafplaats een perceel voorzien worden van dezelfde grootte. Er zal opnieuw een concessie voorzien worden voor de resterende termijn zoals oorspronkelijk werd voorzien. De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke resten vallen ten laste van het gemeentebestuur. De kosten van de overbrenging van eventuele graftekens en de kosten van een eventuele nieuwe kelder vallen ten laste van de belanghebbenden die de overbrenging hebben aangevraagd.
Hoofdstuk XIV: Openingsuren en werken op de begraafplaats
Afdeling 1: Openingsuren van de begraafplaatsen
Artikel 103
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek van (tenzij afwijkingen die bepaald zijn door de burgemeester):
Afdeling 2: Werken op de begraafplaatsen
Artikel 104
Werken op de gemeentelijke begraafplaatsen, het plaatsen en herstellen van zerken, gebeuren op afspraak na overleg met een medewerker van de gemeente.
Artikel 105
Personen die op de begraafplaatsen werken uitvoeren moeten de werken binnen de kortst mogelijke termijn voltooien en na afloop de begraafplaatsen net achterlaten. De bouwers van grafkelders moeten onmiddellijk de overtollige aarde die voortkomen van de grondwerken, verwijderen en afvoeren naar een erkende stortplaats. Alle werken die als voorbereiding ergens anders mogelijk zijn, mogen niet op de begraafplaatsen gebeuren. De materialen moeten zoveel mogelijk geprefabriceerd ter plaatse worden gebracht om de werken op de begraafplaats tot het volstrekte minimum te beperken.
Artikel 106
Als er stoffelijke resten die afkomstig zijn van een menselijk lichaam worden opgegraven ten gevolge van een of ander werk op de begraafplaats, moet gemeente hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen.
Stoffelijke overschotten die gevonden worden binnen de omheining van de begraafplaatsen zullen op één van de gemeentelijke begraafplaatsen herbegraven worden. Hiervoor is een aparte plaats voorzien.
HOOFDSTUK XV: Sancties
Artikel 107
Als afsluitingen, omheiningen, vegetatie, kniel- of zitbanken niet reglementair geplaatst zijn, worden deze verwijderd door een medewerker van de gemeente.
Artikel 108
De overtredingen op Hoofdstuk VI, afdeling 2: graftekens en – zerken voor de parken worden door de nabestaanden en een aangestelde steenkapper, op hun kosten, aangepast. Hiervoor is een termijn voorzien van 4 maanden, na de kennisgeving aan de nabestaanden. Als er geen gevolg wordt gegeven aan de kennisgeving, worden de kosten voor het aanpassen van het grafteken of grafzerk dat door het gemeentebestuur wordt uitgevoerd, aan hen doorgerekend.
HOOFDSTUK XVI: Aansprakelijkheid
Afdeling 1: Onderhoud en aanleg van de begraafplaats
Artikel 109
Begraafplaatsen kunnen in België niet privé worden opgericht. Gemeenten zijn dus verantwoordelijk voor het onderhoud en de aanleg van de begraafplaats.
Artikel 110
De belanghebbenden staan zelf in voor het onderhoud van zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde gronden of nissen. Wanneer dit niet onderhouden wordt, kan de gemeente de concessie stopzetten omwille van verwaarlozing. De gemeente kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor een graf dat niet onderhouden is. Een belanghebbende kan ervoor kiezen om een jaarlijks onderhoud aan te vragen bij de gemeente (zie retributiereglement).
Artikel 111
De ereparken die op de lijst van historisch waardevolle graven vermeld staan worden blijvend onderhouden door het gemeentebestuur. De andere graven op deze lijst worden voor een periode van 50 jaar onderhouden door het gemeentebestuur.
Artikel 112
Iedereen kan een aanvraag indienen om peter te mogen worden van een bepaald grafmonument. Bij een toegewezen peterschap moet deze aanvrager het grafmonument behouden en onderhouden voor een bepaalde periode. De aanvrager mag onderhouds- en restauratiewerken uitvoeren. Dit moet gebeuren zonder de oorspronkelijke staat van het grafmonument te wijzigen.
De aanvrager is aansprakelijk voor eventuele schade aan het grafmonument die, als gevolg van werken, in zijn of haar opdracht zijn uitgevoerd.
Afdeling 2: Schade
Artikel 113
Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor het onderhoud van de begraafplaatsen. Stormschade of indirecte schade-veroorzaking (bv. verzakking, omgevallen boom, …) vallen onder de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.
Artikel 114
De belanghebbende(n) zijn verantwoordelijk voor de staat en het onderhoud van een graf of nis en zijn toebehoren (bv. bloempotten, foto’s, …). Wanneer er sprake is van grafschennis door derden, (opzettelijk vernielen of beschadigen van een graf) dan kunnen die personen opgelegd worden om de schade te herstellen of vergoeden aan de nabestaanden.
Artikel 115
Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de graven, grafmonumenten of op de voorwerpen die op de graven staan. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of diefstal op de begraafplaats.
Dit huishoudelijk reglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen vervangt alle vorige reglementeringen en beslissingen. Alle niet in dit reglement voorziene gevallen worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet door een wet, besluit of decreet aan een andere overheid worden toegewezen.
Artikel 2 – Maakt dit reglement binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website, overeenkomstig artikelen 286 en 287 van het Decreet over het lokaal bestuur en brengt de toezichthoudende overheid hiervan dezelfde dag op de hoogte, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur.
De voorzitter sluit de zitting op 27/09/2023 om 20:37.
Namens Gemeenteraad,
Ethel Van den Wijngaert
algemeen directeur
Julie De Clerck
voorzitter gemeenteraad