Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om voor de periode 2025-2031 een kohierbelasting te vestigen op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.
Er wordt voorgesteld een vaste afvalbijdrage van € 65 aan te rekenen per jaar en per gezin.
Hierop worden echter verschillende verminderingen voorzien voor alleenstaanden, minderjarige kinderen en gerechtigden op verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering.
De gemeente heeft vaste kosten bij de opgelegde verplichtingen voor afvalbeheer waaronder:
Om de scheiding aan de bron aan te moedigen, is het niet aangewezen de inzamelings- en verwerkingskosten voor de selectieve afvalsoorten volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders.
De fractie N-VA stelt volgend amendement voor:
Geen verhoging van de inco-zakken doorvoeren, de prijs blijft € 10,70.
Dit amendement wordt met XX stemmen
Artikel 1 - Stelt het reglement 'Kohierbelasting vaste afvalbijdrage op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen 2025-2031' vast als volgt:
De belastbare grondslag
Artikel 1 - De gemeente heft een belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.
De belastbare periode
Artikel 2 - De belasting wordt geheven voor het aanslagjaar 2025 tot en met 2031.
Definities
Artikel 3 - Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder:
De belastingplichtige
Artikel 4 - De vaste belasting is verschuldigd door de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op 1 januari en is onverdeelbaar verschuldigd voor het volledige jaar.
Een wijziging van de hoofdverblijfplaats heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering of teruggave.
Hoofdelijkheid
Artikel 5 - De betaling van de belasting is hoofdelijk verschuldigd door elk meerderjarig lid van het gezin.
Tarief
Artikel 6 - Er wordt een vaste afvalbijdrage per jaar per gezin aangerekend van 65 euro.
De belasting wordt jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex en wel als volgt: elk bedrag wordt vermenigvuldigd met een factor waarbij in de teller de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het bedrag wordt gewijzigd, en met de noemer de afgevlakte gezondheidsindex die van toepassing was op september van 2025. Het zo verkregen getal wordt wiskundig afgerond op 0,5 euro.
Vrijstellingen en verminderingen
Artikel 7 - Zijn van deze belasting vrijgesteld, voor zover aan de vrijstellingsmodaliteiten is voldaan op 1 januari van het aanslagjaar:
Artikel 8 - Bij de vaste afvalbelasting worden volgende verminderingen voorzien:
Een kind is minderjarig indien hij/zij op datum van 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Er wordt geen rekening gehouden met de verwantschap binnen het gezin.
Een kind is minderjarig indien hij/zij op datum van 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Er wordt geen rekening gehouden met de verwantschap binnen het gezin.
De verminderingen worden rechtstreeks verrekend op het aanslagbiljet voor de vaste afvalbelasting op basis van de gegevens uit het rijksregister en de gegevens aangeleverd door de Kruispuntbank van de Sociale zekerheid.
Indien de vermindering niet ambtshalve kan toegekend worden, kan de belastingplichtige een aanvraag richten tot toekenning aan IVAREM met controle via attest verhoogde tegemoetkoming waaruit blijkt dat de betrokkene op 1 januari recht heeft op verhoogde tegemoetkoming of via attest van gezinssamenstelling uit het rijksregister.
Hiervoor is een aanvraagformulier voorzien op de website van IVAREM. Die aanvraag moet ingediend worden vóór 30 september van het belastingjaar. De aanvraag moet elk jaar worden ingediend.
Indien IVAREM de aanvraag gegrond verklaart, zal de toelage verrekend worden op het aanslagbiljet. Indien de belastingplichtige de belasting reeds heeft voldaan, gebeurt dit door het terugstorten van het bedrag van de toelage.
Wijze van inning - invorderingswijze - betalingen
Artikel 9 - Intergemeentelijke inning:
De kohierbelasting wordt geïnd door het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVAREM.
IVAREM maakt het kohier op conform de vermeldingen uit artikel 45, paragraaf 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De belasting wordt jaarlijks vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen (ten laatste op 30 juni dat volgt op het aangeslagen jaar).
Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan IVAREM, dat onverwijld instaat voor het opmaken en versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen.
Het aanslagbiljet dient betaald te worden binnen een termijn van twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10 - Invorderingswijze:
Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending, verzendt IVAREM per gewone brief of via elektronische weg (Doccle) een aanmaning voor het nog openstaande bedrag. Die aanmaning kent een betaaltermijn van 30 dagen toe vanaf de verzending van de aanmaning.
Indien binnen de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald werd, verzendt IVAREM een twee aanmaning met een betaaltermijn van 14 dagen.
Bijkomend vermeldt die tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaande bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.
De kosten verbonden aan de tweede aanmaning en aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend. De kosten voor de tweede aanmaning per gewone brief bedragen 15 euro. De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.
IVAREM kan te allen tijde beslissen om bijkomende kosteloze herinneringen te sturen.
Artikel 11 - Betalingen:
De betalingen gebeuren op rekening van IVAREM onder vermelding van de gespecifieerde mededeling vermeld op het betalingsdocument.
Bij afwezigheid van een correcte mededeling tracht IVAREM op basis van de identiteit of het bedrag te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft. Indien de belastingschuld niet te identificeren is, wordt de betaling teruggestort.
Betalingen waarvan duidelijk is dat ze geen betrekking hebben op een afvalbelasting worden teruggestort aan de betaler.
Bezwaarmogelijkheid
Artikel 12 - De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen de belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
In toepassing van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 kunnen bezwaarschriften via elektronische weg worden ingediend. De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via die elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.
Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding.
Inwerkingtreding
Artikel 13 - Het reglement treedt in werking op 1 januari 2025 en vervangt alle voorgaande reglementen inzake dezelfde materie.
Bekendmaking / Melding aan de toezichthoudende overheid
De bekendmaking gebeurt overeenkomstig artikel 285 t.e.m. 288 van het decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen op de gemeentelijke webtoepassing en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 hiervan dezelfde dag op de hoogte.
Artikel 2 - Maakt deze beslissing, overeenkomstig artikel 285 en 288 van het Decreet over het lokaal bestuur, binnen de 10 dagen bekend op de gemeentelijke website en brengt de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur hiervan dezelfde dag op de hoogte.